De heer Ds. Littooy van Middelburg

De heer Ds. Littooy van Middelburg heeft een goed werk verricht met eens een zakelijke en ter zake dienende critiek te leveren op de Classicale Encycliek van het Middelburgsche Classicaal Bestuur.

Deze critiek zag het licht bij den heer F. P. D'Hui te Middelburg, en ontleent vooral waarde en beteekenis aan de degelijke wijze waarop ze aan de Classicalen het beroep op onze oude Gereformeerden uit de hand slaat.

Zoo schrijft Ds. Littooy op bl. 25 van Calvijn:

Daarna doet Calvijn ons hooren, welke gemeenten wij voor geen gemeenten van onzen Heere Jezus Christus kunnen en mogen houden. Het luidt:

»Wie is er wederom die bestaen soude den naem der Kercke, zonder eenigh uitnemingh op te draghen, aen zulcken vergaderingh daer des Heeren Woordt opentlick en vrijelick met voeten overtreden wordt?

Daer den dienst des Woorts, de voornaamste zenuw en over zulcks de ziel van de kerck, wordt vertrapt en verstooven.”

En waar hij ons de merkteekenen der valsche kerk verder aangeeft, doet hij zich hooren, als volgt:

Zij wil, dat wij hare kerck zullen op draghen en toeschrijven alle d' eer', macht en jurisdicti, die Christus Zijn kerck ghegheven heeft".

Wat dunkt U, mijne Heeren! Verder luidt het nog:

•i> Indien ze kercken sijn, zoo is ook de mach der sleutelen bij haer. Want de sleutelen sijn onverscheidentlick verknocht en te samen ghevoeght met het Woordt, 't welck zij uit liare vergaderinghen hebben verdreven.

Daer benevens, indien ze Kercken zijn, zoo heeft dan deze belofte Christi: Zoo wat ghij (linden suit enz., bij hun haar kracht en weerde.

Maer zij gaan hier tegen, en verstoeten uit hare ghemeinschap, alle die gene die zonder geveinstheyt belijden en bewijzen, dat ze dienstknechten Christi sijn”.

Nog eens : wat dunkt U, mijne Heeren ! aan wiens zijde staat de vader van de gereformeerde kerkelijke beweging van vóór ruim drie en een halve eeuw; aan de Uwe of de onze?

Mij komt het voor, dat het niet te stout gesproken is, wanneer ik, na Calvin met U in het verband gelezen te hebben, zeg: Mijne Heeren ! Gij hadt wijzer gedaan door van Calvijn maar niet te reppen en hem ons maar stilletjes te laten.

En zoo is het.

Dat spelen met Gereformeerde citaten loopt bij hen, die tegen de ordinantiën Christe ingaan, altoos spaak.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen