GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Der kennisneming overwaardig is wat een olitiek blad, het Friesche Volksblad, over de erkelijke beweging meldt:

Bijna dagelijks zie ik in de couranten berichten over ieuwe doleerende gemeenten, die, zooals het dan heet, het synodale juk" hebben afgeworpen, en de Dordche kerkorde hebben aangenomen; allerlei namen van ot nu toe onbekende personen komen telkens in de laden voor, als geschorst door het classicaal bestuur of van hun ambt vervallen verklaard door het provinciaal kerkbestuur «wegens verstoring van orde en rust" of andere ergelijke vergrijpen als »het opzeggen van de gehoorzaamheid aan de Synode" enz, enz. Nu is het in gewone gevallen zeker alles behalve pleizierig voor een mensch, als hij wegens een vergrijp van ergerlijken aard zoo openlijk te pronk gesteld wordt, doch ik heb een flauw vermoeden, dat deze kerkelijke tepronkstelling niemand in de achting zijner vrienden en bekenden doet dalen, ja, dat zelfs velen der te pronk gestelden in hun hart ietwat vereerd zijn met de onderscheiding, die hun ten deel valt. Misschien dat velen zelfs heimelijk gelooven, dat, zoo hunne namen voorkomen op de lijst van de uitgeworpenen door de synodale besturen, zij zeker ook staan geschreven in »het boek des levens."

Ik kan dan ook moeilijk gelooven, dat al die kerkelijke vonnissen op iemands overtuiging eenigen invloed zullen uitoefenen en hoogstens eenige predikanten en kerkvoogdijen, die liefst financieel geen schade willen lijden, zullen terughouden van een stap, die hun wel eens op geldelijk verlies zou kunnen komen te staan. Zulke overwegingen gelden echter niet voor de leeken, en sommige herders zullen wel moeten doleeren, willen ze niet, dat de schapen hen zullen verlaten. Het doleeren zit thans in de|lucht en wie nadenkt, zal moeten erkennen dat het in de Ned. Hervormde Kerk vroeg of laat tot eene scheuring moest komen, omdat aan de verschillende, richtingen twee lijnrecht tegenover elkander staande wereldbeschouwingen ten grondslag liggen. Wie verzoening tracht te brengen tusschen hen, wier geloof wortelt in het bovennatuurlijke en hen, die daarvan niets willen weten, begint een hopeloos werk. Ik kan mij dan ook moeilijk voorstellen, dat er over de scheuring in de kerk gejammerd zou worden, ot liever, dat er aan bijeenblijven gedacht zou worden, als er geene kerkelijke goederen waren en er dus geene finantieele banden bestonden, die de partijen aan »de kerk der vaderen" hechtten. Of dit nu godsdienst is of wel Mammondienst, beslisse ieder voor zich. Ik voor mij weet wel, hoe ik er over denk, en ik vind het dan ook kenschetsend, dat in de Christelijke bladen, die zich tegen het doleeren verklaren, te gelijk met jeremiades over de onherstelbare schade, die door de scheuring aan het Godsrijk wordt toegebracht, telkens waarschuwingen aan dominés en kerkbesturen te lezen zijn, waarbij hun onder het oog wordt gebracht, dat hunne beurs met het doteeren wellicht zal moeten bloeden; terwijl er dan tevens op gewezen wordt, hoe de gezamenlijke orthodoxe partijen binnen betrekkelijk korten tijd in alle hoogere kerkbesturen de meerderheid hadden kunnen krijgen, waardoor men in staat zou zijn geweest, om de Modernen uit de kerk te drijven. Die berekening kan wel juist zijn, doch of zulk een politiek eerlijk is, is eene andere vraag, daar het feitelijk toch hierop neerkomt: «laat ons nog een poosje doorgaan met te doen, wat eigenlijk tegen ons beginsel strijdt, dus met Icwaaddoen, opdat het goede er uit voortkome."

En wat is nu zijne conclusie?

Ik moet zeggen, dat, al sta ik ook vierkant tegen de doleerenden over, ik hunne houding eerlijker vind, dan de houding van die rechtzinnigen, die in de kerk blijven uit berekening, al ware eene uittreding uit de kerk, gepaard met eene aansluiting bij de Christelijke Gereformeerde of afgescheiden kerk door de doleerenden nog ridderlijker geweest, wellicht ook Christelijker. Zou er wel iets geweest zijn, dat de kerk meer ontkerstend heeft, dan het bezit van stoffelijke goederen?

Dit oordeel zal steeds verder doordringen.

Een iegelijk voelt al meer, dat de Geteformeerdeh pit en kracht bezitten, om zonder goed en geld, ook al zijn ze de armeren, toch door te gaan, en dat de Classicalen, als het geld en goed hun ontvalt, weg zijn.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 24 april 1887

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 24 april 1887

De Heraut | 4 Pagina's