GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

In zijn eenvondigheid.

Een eeuw geleden regeerde in Pruisen een koning, die Frederik de Groote heette. Hij verdiende dien naam, door zijn roemrijke daden. Maar in één ding was de koning niet groot, namelijk hij gevoelde zich niet klein voor God, door wien de koningen regeeren. Hij was een ongeloovige gelijk Voltaire, die een tijdlang des konings vriend was, en geloofde ds t hij't beter wist dan het Woord Gods. De tegenwoordige koning van Pruisen, keizer Wilhelm, handelt vrij wat wijzer, en staat daardoor dan ook hooger dan de groote Frederik.

De koning, die gelijk zijn vader op alles 't oog hield, bezocht eens een school, die ergens in een achterbuurt werd gehoudent Veel hooge dingen werden er niet geleerd: die kende de onderwijzer zelf niet, want hij was maar een oud soldaat, die, nu hij niet meer strijden kon, aan 't schoolmeesteren was gegaan. Doch één ding bezat die schoolmeester toch, dat menigeen hem benijden kon, namelijk een vast geloof en een hartelijke liefde tot den Heere. Daardoor had hij een voorrecht zelfs boven den koning, en ook boven vele schoolmeesters in onzen tijd, hoe knap zij anders ook zijn

De koning dan trad de school binnen, en wel om zelf eens te hooren wat er al zoo werd geleerd. Hij zette zich neer, en liet de kinderen voor zich komen.

»Zegt mij eens”, zoo begon hij, »waar ligt de hoofdstad van ons land, Berlijn?

»In de provincie Brandenburg!” riepen al de kinderen, als uit één mond.

»En waar ligt Brandenburg? ”

»In Pruisen.”

En Pruisen dan? ”

»In Duitschland.? ”

»Maar waar ligt Duitschland ? ”

»Wel, in Europa.”

»Doch weet gij nu ook waar Europa ligt? ”

»Ja op aarde? ”

En waar is de aarde? ”

»De aarde”, zei een jongen na een poos, »die ligt in de wereld!"

»Mooi! riep de koning, het ventje vriendelijk op den schouder kloppende, j> maar waar ligt nu de wereld: wie weet dat? "

Verlegen zagen al de kinderen elkander aan, op die vraag wist geen het antwoord. De oude schoolmeester, die tot nog toe met veel genoegen had gehoord hoe flink de kinderen antwoordden, zag hen allen eens aan. Doch toen zij bleven zwijgen stapte hij, zoo goed zijn stramme beenen het toelieten, vooruit, plaatste zich eerbiedig voor den vorst, en sprak met luider stem:

»Sire, de geheele wereld ligt in het booze". Dat was een eenvoudig en klaar antwoord 't welk zooals gij weet, te vinden is in i Johi 5 : 19. Den ongeloovigen vorst kon zeker geen beter worden gegeven.

Vertrouwen.

Toen de keurvorst van Hanover door het Britsche Parlement tot troonopvolger benoemd was, kwamen eenige personen van hoogen rang hun opwachting bij den vorst maken, om tijdig zich aan te bevelen voor eereposten. Enkele van deze verzoeken werden toegestaan en dan schriftelijk bekrachtigd. Zeker heer verzocht om het opzicht over de brieven enz. Zijn wensch werd toegestaan en de schriftelijke verzekering daarvan werd, evenals aan de anderen voor hun posten, hem aangeboden. Hij verzocht echter, dat zijn vorstelijke gever zich deze moeite zou sparen, want diens woord was hem het zekerste pand voor de vervulling zijner bede. Dit behaagde den keurvorst zoozeer, dat hij zeide: „Deze heer bewijst mij waarlijk eere, behandelt mij als een koning, en wie ook teleurgesteld moge worden, zijn wensch zal gewis vervuld worden."

Waartoe zou dit hier wel zijn meegedeeld? Ligt er ook een les in?

EEN VONDST.

’t Gebeurt meer dan eens, dat er door de lezers vragen gedaan worden, waarop ik niet aanstonds of wel volstrekt geen antwoord weet. Niemand zal dat, zoo ik hoop, kwalijk nemen.

Zoo ging het ook onlangs toen, ik weet niet uit naam van hoeveel lezers in 't zuiden van ons land, mij gevraagd werd, of oude postzegels niet te gebruiken waren voor 't een of ander goed doel. De vrienden hadden daarvan wel eens gehoord. Totnogtoe moest ik het juiste antwoord schuldig blijveni Doch voor eenige dagen vond ik — schijnbaar toevallig — een afgescheurd blad, dat me uit den nood hielp en — de vrienden ook.

Er bestaat in ons land een Zendingsvereeniging, die haar zendelingen heeft in onze Oost en veel arbeidt. Deze Vereeniging nu, de Nederl. Zend. Vereen, g-ïheeten, kan oude postzegels gebruiken. Zij zegt:

»De ervaring leert het ons eiken dag meer, dat vele kleinen éen groote maken. Voor zes jaren begonnen wij met het verzamelen van gebruikte postzegels en verkochten die voor ƒ 9 — Het volgende jaar werd die som verdubbeld en ziet — alleen in het jaar dat achter ons ligt klom deze som reeds tot ƒ273.— Dit moedigt ons aan om in dat werk te volharden en nog veelmeer anderen op te wekken.”

Er zijn enkele dingen waarop de verzame-f laars van gebruikte postzegels moeten letten.

Vooreerst is afscheuren der postzegels van de adressen dikwijls nadeelig. De zegels kunnen naar verkiezing uitgescheurd of uitgeknipt worden. Hoekige, langwerpige en ronde zegels, die in het papier gedrukt zgn, moeten vierkant worden uitgeknipt. Zegels van briefkaarten, met of zonder rand, moeten zóo worden uitgeknipt, dat de strook van boven en rechts van het zegel in haar geheel gelaten wordt. Gescheurde of op andere wijze beschadigde zegels hebben geene waarde, tenzij ze zeldzame exemplaren zijn, en de beschadiging gering is.

Afweeken der zegels is goed, doch niet volstrekt noodig. Worden ze uitgeknipt, dan is het natuurlijk wenschelijk, dat zulks netjes en regelmatig geschiede. Het uitzoeken der zegels is mede niet noodzakelijk, maar vergemakkelijkt het in den handel brengen, zoo het namelijk goed geschiedt, d. i. zoo men daarbij streng te werk gaat en soort bij soort voegt, want dg waarde der onderscheiden soorten is zeer ongelijk.

Alle soorten van zegels hebben waarde. De waarde wordt bepaald door de meerdere of mindere zeldzaamheid. Het liefst ontvangt men voor de Zending: Nederlandsche (vooral ook de oude uitgaven en »Te betalen port", ) Oost-en West-Indische, Afrikaansche en zeldzame soorten. Gewone buitenlandsche (uit Europa) hebben geringer waarde dan de Nederlandsche, maar worden toch ook in dank aangenomen.

Bij overzending van gebruikte postzegels per post zij men indachtig, dat ze niet als drukwerk mogen verzonden worden, en het daarom ook beter is geen te kleine hoeveelheden over te zenden.

’t Adres is aan het Zendingshuis der Ned. Zendingsvereeniging te Rotterdam. Misschien zijn er nog andere wijzen om postzegels nuttig te gebruiken. Ik zal die gaarne mededeelen als men ze melden wil.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 15 mei 1887

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 15 mei 1887

De Heraut | 4 Pagina's