GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Men heeft het ons euvel geduid, dat we aan de Synodale machthebbers den naam van hiérarchen geven.

Wil men zich thans eens overtuigen, hoe ten volle verdiend die naam is, ook wat den geest betreft die in de beste van deze mannen spreken gaat, men leze dan eens wat De Hoop ons mededeelt en zoo treffend critiseert uit een schrijven van den Synodalen kerkeraad van Delftshaven, voor wienydoor een Neo Kohlbrüggiaansch predikant de pen wierd gevoerd.

Het heet daar:

«Het schrijven vangt aan met de beschuldiging, dat de adressanten in het werk des Kerkeraads treden; de ambtsdragers niet waarlijk in hun ambt erkennen, maar dat ambt »aanranden"; en dat zij tweedracht en muiterij in de Kerk aanrichten en secte stichten. Als grond voor deze beschuldiging wordt in de eerste plaats aan gevoerd, dat de adressanten zich niet tevreden gesteld hebben niet het antwoord des Kerkeraads op hun vorig verzoek gegeven nl., dat de Kerkeraad »< r«ö^^«< »y5«'/" in zag om tot de reformatie der Kerk overtegaan. Met dit antwoord, zoo meent de Kerkeraad, hadden de leden der gemeente, die zich in hunne conscientiën bezwaard gevoelden onder de Organisatie van 1816, tevreden moeten zijn:

»Daar gij nu zelf in deze uwe tweede missive erkent, dat de Heere ons in het ambt gesteld heeft, hadt gij met dit antwoord tevreden moeten zijn, want niet gij zijt over ons, maar wij over U gesteld als uwe regeerders. En indien uwe zaak van den Heere ware, zoo hadt gij tot_ God mogen bidden, dat Hij onze harten neigde tot Zijne zaak en — wachten. Want volgens de uitlegging van het vijfde gebod in den H. Catechismus onderwerpt zich des Heeren volk aan hen, die over hen gesteld zijn, want God regeert hen door hunne hand.”

Volkomen naar hiertegen op: waarheid merkt De Hoop

Dit riekt naar de pauselijke hiërarchie. «Bloot omdat wij, uwe regeerders, zelfs in zoo allerbelangrijkste zaa als de reformatie der Kerk, van een ander gevoelen zijn dan gij, hadt gij, leden der Gemeente, u daarbij moeten neerleggen", of wel: »gij hadt mogen bidden, dat de Heere onze harten neigde tot Zijne zaak en.... wachten." Doch waar is zulk een wijze van doen ergens in de Schrift aangegeven ? En wat zou er geworden zijn van geheel het werk der Reformatie in de XVI eeuw indien LUTHEE, ZWINGLI, CALVIJN, KNOX en de andere Hervormers van hetzelfde gevoelen geweest waren als hier door den Kerkeraad wordt voorgestaan? Juist zoo spraken de Pausen van Rome en hunne Kardinalen : »gij, gemeenteleden, moet berusten, in wat loij goed oordeelen, en gij moogt hen, die over u gesteld zijn, niet tot hun plicht roepen." Doch de Hervormers stoorden zich niet aan zulke aanmatigingen en gingen biddend voort met werken, in plaats van lijdelijk te wachten. Zoo deden ook de Pelgrimvaders, die eenmaal in Delftshaven een toevluchtsoord vonden en van daar scheep gingen naar Amerika, om er een vrijen staat te stichten in gebondenheid alleen aan de Schrift. En dus is het de plicht en roeping van ieder Christen om, zoo zij, die m de Kerk over hem gesteld zijn, niet doen wat naar Gods Woord geschieden moet, dezen daartoe bij herhaling op te wekken, en zoo die Opzieners dan weigeren naar Gods geboden te handelen, met voorbijgaan van die Opzieners, naar aanwijzing der Schrift te handelen.

Dat »'s Heeren volk zich onderwerpt aan hen, die over hen gesteld zijn" is volkomen waar, mits dezen niets eischen wat tegen Gods gebod indruische, ook Ursinus zegt (Verklaring van den Catechismus op het Vde gebod). »En naardien zij om het ambt moeten geëerdi worden; welk ambt hierin bestaat, dat zij de minderen besturen volgens den wil van God waarvan zij dienaren zijn; zoo is het duidelijk, dat men hen slechts moet gehoorzamen, voor nooverre grenzen van dit ambt niet overschrijden”.

De onvergeeflijke fout van dezen Neo-Kohlbrtiggiaanschen redenaar is, dat deze heeren wel eerbied afeischen voor hun eigen ambt, maar voorbijzien, dat de geloovigen eer ze hier aan toe komen, eerbied behooren te hebben voor het ambt van den Christus.

Daar komt geen hunner voor op!

Bovendien is deze kras autocratische taal door de Neo-Kohlbrüggianen uit Duitschland geïmporteerdder Nederlanden, God zij lof, nog niet.

Een Duitscher is gewend aan hooghartig abferttgen, een vrije zoon

In De Hervorming is ditmaal gevolg gegeven aan ons beleefd verzoek, en zijn onze bedenkingen tegen de voorstelling van den heer Ds Van der Meulen welwillend en volledig opgenomen.

We bieden aan de redactie voor dit betoon van ridderlijken zin onzen dank.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 6 november 1887

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 6 november 1887

De Heraut | 4 Pagina's