GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Na de uitnemende critiek

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Na de uitnemende critiek

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Na de uitnemende critiek, door De Hoop op de encycliek van den kerkeraad van Delftshaven geleverd, kan De Heraut tot de details van dit stuk het zwijgen doen.

Niet alzoo tot zijn algemeene strekking. Die strekking toch is geen andere, dan om onder den vroomsten schijn voet te geven aan een pantheïstische beschouwing over de kerk van Christus, en dit raakt uiteraard een algemeen belang, dat ook in ons blad mag en moet ter sprake komen.

We denken er hiermee van verre niet aan, om Ds. Bolhuis c. s. persoonlijk van bewust pantheïsme aan te klagen. Integendeel, ook van dezen tegenstander onderstellen we liefst het beste, en volgaarne nemen we ook te zijnen opzichte aan, dat hij de gemeente op een dwaalspoor leidt, zonder te weten, of zelfs te vermoeden wat hij deed.

Toch kan over de zaak zelve onder deskundigen nauwlijks twijfel bestaan. Dit stuk predikt metterdaad: Kerkelijk pantheïsme.

Men vergist zich toch totaal, indien men waant, dat het pantheïsme alleen ziet op de denkbeelden die men zich van het hoogste Wezen vormt.

Dat is niet zoo.

Er is ook een zedelijk pantheïsme, dat betrekking heeft op ons oordeel over de onderlinge verhouding van ^oed en kwaad.

En nu is op dit terrein pantheïstisch elke zienswijze, die 't zij onder goddelooze, 'tzij onder vrome vormen, in het kwaad een verschijnsel ziet, dat men niet aan moet tasten, dat men moet laten geworden, waar men geen hand tegen op mag heffen, en/ dat vanzelf door een proces tot gewenschte uitkomst zal leiden.

Is zulk pantheïsme nu goddeloos en brutaal, dan predikt het ruwweg de vrijmaking van het vleesch, en belijdt dat er ook in Nero een openbaring Gods was.

Maar is het vroom, felijk bij Ds. Bolhuis, dan zegt het u, dat ook in het zondig verderf der kerk een oordeel Gods openbaar wordt, en dat ge daarom dat zondig bederf der kerk dragen moet en het niet moogt wegnemen., want dat uw roeping is om stille te zijn, en dat de Heere het zal maken.

Dat nu is een misleidend zeggen, en wel misleidend dddrom, omdat het een regel en gebod, dat bij een deel van Gods oordeelen zeer zeker geldt, overbrengt op een ander deel van zijn oordeel, waarbij het niet geldt.

Onze vaderen namelijk ónderscheidden zeer juist tusschen tweeërlei oordeel Gods. Een oordeel Gods bestaande in een lijden, waartegen Hij ons geen middel op de hand had gezet. En een geheel ander oordeel Gods, bestaande in een kwaad, dat Hij ons juist geboden had met de door Rem ons verleende middelen te bestrijden.

Bij de eerste soort oordeelen voegt ons stille te zijn en te bidden, of de Heere, om Christus' wil, ons onze zonde vergeven mocht en de plage van ons wenden.

Maar bij de andere soort oordeelen zou stille tQzijn ons zeer schuldig stellen voor God, en Ds. Bolhuis c. s. zouden bij zulk soort plagen de eersten zijn, om zulk stilzitten als Schuldig voor God te verdoemen.

Zulk een plage is b.v. oorlog en muiterij onder een volk. En wie zou nu, als de vijand ons land met zijn benden overstroomde, ooit aan koning en volk den raad durven geven: Verdedig uw volksbestaan en onafhankelijkheid niet! I)

Denk aan Willem I, denk aan Maurits, denk aan Willem III, aan al onze geliefde Oranjevorsten, en ge gevoelt hoe Ds. Bolhuis deze allen ongemerkt als werkers, als on gerechtig en., als opstandelingen tegen Go veroordeelt. Of was soms de plage van Spanje niet om onzer zonden wil over ons gekomen?

I) Dat de profeet zulk een raad soms rno.est geven, was omdat God hem dit op bijzondere wijze had geopenbaard. Thans echter, nu zulk een bijzondere openbaring niet bestaat, misleidt Ds. Bolhuis de schare en misbruiktfop ergerlijke wijze de Schrift, door zich op zulk voorbeeld te beroepen.

Evenzoo is het met hongersnood.

We zouden Ds. Bolhuis c. s. wel eens willen zien, als er hongersnood uitbrak, en de menschen in Delftshaven stierven van honger aan de deur van zijn pastorie, en de regeering nam maatregelen om koren uit Amerika en Rusland aan te voeren, of hij dan ook zeggen zou: „Dat moogt ge niet doen, o, koning, dat is een oordeel Gods, waaronder we ons te buigen hebben; de Heere alleen kan deze plage opheffen. ­ Heeft Hij ook de olie in de kruik en he meel in het vat niet vermenigvuldigd? "

Hij zou het niet durven. Hij zou het om zijn menschelijk hart niet willen ook!

Zulk een plage is ook pestilentie.

En we verzekeren u, als Ds.Bolhuis, c. s. in Delftshaven pestilentie zag uitbreken en ­ de artsen wierden geroepen en gingen het klaaghuis binnen, en zochten heul en redding aan te brengen, dat hij niet zeggen zou: „ArtSj dat moogt ge niet doen. Dat is een oordeel Gods. Daar moeten we stille onder zijn. De Heere alleen mag hier werken. Of is Hij niet nog de Machtige die Naaman van zijn melaatschheid genas.'" En zoo nuwook is het hier.

Ook een plage is kerkbederf. lijk verwoestende plage.

En ook deze plage overkomt ons om onzer zonde wil. En wee den mensch, die ook bij deze plage Gods oordeel over zijn eigen zonde en de zonde zijner vaderen niet erkennen wil. Want natuurlijk is ook deze plage ons overkomen van de hand Gods. Of zal er een kwaad in stad of kerk zijn, dat de Heere niet doet?

Maar terwijl nu de Heilige Geest de zielen van Gods kinderen in deze schuld inleidt en ze daaronder verootmoedigt en uitdrijft naar de eenige Fontein, die voor Israel tegen de zonde en de ongerechtigheid gegeven is, doet die Heilige Geest tegelijk nog iets anders.

Hij leidt ons namelijk tegelijk in paden van gehoorzaamheid en drijft uit, om het overtreden gebod weer na te leven, en de verwaarloosde roeping weer op te vatten.

Gelijk bij de plage in den oorlog, het volk te wapen vliegt en den vijand afslaat; en bij de plage van hongersnood de lieden zich opmaken om koren te halen; en bij de plage der pestilentie arts en medicijn wordt te hulp genomen, - zoo ook drijft dan de Heilige Geest zijn getrouwen aan, om aan het zondigen van Christi kerk een einde te maken, en hem, den Gezalfde Gods, weer de eere te geven.

En als er dan lieden opstaan, die, onder vroom geroep, gelijk Ds. Bolhuis, manen: „Een oordeel Gods. Zit dus stille. En laat het bederf voortgaan. En doe niet naar uw roeping!" dan toornt de Heilige Geest daar schrikkelijk tegen, en zet door het Woord zijn zegel op elk pogen, om in de paden van gehoorzaamheid terug te keeren.

Schuldbesef en zeer diepe verootmoediging kunnen noch echt noch gemeend zijn, zoo ze niet tot een weerkeeren in de paden der gehoorzaamheid leiden.

Dan zijn het woorden, maar er is geen betoon van kracht. Althans niet van een kracht die de Heilige Geest in den onmachtige werkt, en hem tienduizenden doet verslaan.

En daarom heel dit schrijven van Ds. Bolhuis c. s. doet niet alleen niets aftegen het werk der Reformatie, maar het is een verdonkering van de waarheid, en een onder vrome woorden bepleiten van een gansch tegenschriftuurlijk, door God veroordeeld pantheïstisch stelsel over het kwaad.

Over de verdere dolingen in dit stuk zwijgen we.

Veroordeeld zou anders moeten worden:

I°. het ongeoorloofd en gedachteloos dooreenwarren van de bijzondere bedeeling der dagen, toen God de Heere door bijzondere inspiratie en wonderen werkte, en de tijden waarin wij nu leven.

2°het ongeoorloofd en gedachteloos dooreenwarren van wat eertijds voor de kerk van Israel gold en nu waar is als regel voor de kerk des Nieuwen Verbonds.

3°. het ongeoorloofd en gedachteloos dooreenwarren van wat de Schrift over de burgerlijke Overheid en over de .kerkregeering leert.

En 4°. het ongeoorloofd en gedachteloos verzwijgen van datgene, wat hetgeen wordt aangevoerd uit de Schrift, eerst in zijn rechte licht plaatst. Ds, Bolhuis c. s. beroepen zich altoos op de èéne reeks uitspraken van de Heilige Schrift, maar de andere die er naast staat en ze toelicht, laten ze stelselmatig weg en verzwijgen ze. Ze leeren een halve Schrift, en ze halveeren u Gods heilig Woord, : en prediken het alzoo valschelijk.

Doch ' dit alles laten we in het midden.

Hoofdzaak was het ons, aan te toonen, hoe Ds. Bolhuis c. s. blinde leidslieden der blinden zijn geworden, en door gemis aan onderscheiding en doordenken, onder zeer vrome termen, een valsche, onschriftuurlijke theorie prediken, die thuis hoort in de school der pantheïstische wijsgeeren, maar die rechtstreeks indruischt tegen de waarheid die is naar de Schrift Gods.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 20 november 1887

De Heraut | 4 Pagina's

Na de uitnemende critiek

Bekijk de hele uitgave van zondag 20 november 1887

De Heraut | 4 Pagina's