Gelijk we een vorig
Gelijk we een vorig maal reeds mededeelden, ontvingen we van den heer Mr, F. Graaf van Bylandt, te 's-Gravenhage, namens het bestuur van de Nederlandsche afdeeling der Evangelische Alliantie een uitvoerig stuk, dat destijds geen plaats kon vinden.
Hoewel het ook nu amper gaat, willen we het toch beleefdheidshalve niet langer uitstellen.
Het was van dezen inhoud:
Hooggeachte heer redacteur.
Uwe opmerking, houdende bezwaren tegen liet centraal bestuur der Evangelische Alliantie, vervat in nummer 521 van De Heraut, werd door ons privatim medegedeeld aan den secretaris van dat bestuur te Londen, den heer generaal Field, met verzoek om dienaangaande ingelicht te worden. Wij ontvingen daarop van genoemden heer een antwoord, waarvan wij meenen den korten inhoud niet te mogen achterhouden.
De resolutie, die in September r883 door broeders te Amsterdam is opgesteld en aan den generaal werd medegegeven, is 4 October daaraanvolgende ter tafel gebracht voor het centraal bestuur. Kort daarop had de jaarlijksche conferentie te Norwich plaats en het antwoord van het centraal bestuur is u waarschijnlijk van uit die plaats toegezonden, doch schijnt u niet te zijn geworden, weshalve een afschrift uit de notulen van het centraal bestuur hier volgt:
Extract from minutes of Council Oct. 4. 1883. «General Field also read a communication from Professor Kuyper endosing a series of resolutions, passed at a meeting in Amsterdam on the subject of membership in the Alliance, and the views of those who take part in its conferences upon which the follo\ving minute was adopted:
„This Council express their thanks to Professor Kuyper for his communication and they would assure him that it is, and always has been, their earnest desire loyally to uphold the Basis adopted at the formation of the Evangelical Alliance in 1846 which includes as its first article the important doctrine of »the Divine inspiration, authority and sufficiency of Holy Scripture" and at this year's Conference of the British Branch, the subject is brought prominently forward as an address."
With reference to the last point of Professor Kuyper's communication, the Council will remit the consideration to a committee which will be here after appointed to make arrangements for the next general Conference." Vertaling: »Generaal Field las 00k eene mededeeling van professor Kuyper voor, behelzende eene reeks van resoluties, genomen op eene samenkomst te Amsterdam, rakende het lidmaatschap der Alliantie en de inzichten van hen, die deelnamen aan haar samenkomsten. Hierop werd het volgende i)esloten :
»Dit hoofdcomité betuigt zijn dank aan professor Kuyper voor zijne mededeeling en het wil hem de verzekering geven, dat het hun ernstige wensch is en altijd was om de basis, aangenomen bij de vorming der Alliantie in 1846, oprechtelijk hoog te houden, welker eerste artikel is het gewichtige leerstuk van de Goddelijke ingeving, het gezag en de algenoegzaamheid van de Heilige Schrift.
In de algemeene vergadering van den Britschen tak zal over dit onderwerp in het bijzonder gehandeld en gesproken worden."
Wat het laatste punt van professor Kuyper's mededeeling aangaat, dit zal door het hoofdcomité aan een commissie ter overiveging gegegeven worden, die naderhand benoemd wordt om de voorbereidingen te treffen voor de volgende algfimeene samenkomst."
Voorts is ons gezonden een afdruk der uitnoodiging van het Deensche comité voor de conferentie te Kopenhagen in September 1884, waarin het volgende staat:
»At this meeting, as in the preceeding ones, the principles laid down in the year 1846 will be stricdy adhered to ; and, after consideration, we ha^e taken the resolution, that only those who acknowledge those articles of faith will be allowed to take part in the procedings."
Vertaling: »0p deze bijeenkomst, gelijk op de vroegere, zal men zich stiptelijk houden aan de beginselen, welke in het jaar 1846 zijn vastgesteld ; en na overleg hebben wij besloten om alleen hen, die deze artikelen van geloof erkennen, toe-te laten tot deelneming aan de verhandelingen."
Dit is dus handhaving van den grondslag der Alüantie.
Ook in de uitnoodiging van het Londensche d hoofdbestuur voor deze conferentie werd weder d om vastgehouden aan de basis der Alliantie; in de gedrukte oproeping vindt men 't volgende: o »The fundamental principles of the Gospel, as set forth in the Basis of the Evangelical Alliance, will govern all the procedings of the Conference."
Vertaling: »De fundamenteele beginselen van het Evangelie, gelijk zij zijn vooropgesteld in de basis der Evangelische Alliantie, zullen alle verhandelingen der bijeenkomst beheerschen." Eindelijk veroorloof ik mij nog, hierbij te voegen den afdruk eener oproeping tot het houden van eene reeks bijzondere samenkomsten tusschen rz Maart en 13 April 1888, om voor het gezag, de Goddelijke ingeving en de volle genoegzaamheid der Heilige Schrift een getrouw getuigenis af te leggen. (Het Engelsche stuk in 't origineel, waarvan de vertaling aldus is: )
«Gedurende de laatste maanden heeft het hoofdcomité der Evangelische Alliantie mededeelingen ontvangen van geëerde Evangelienaars en leeken uit alle deelen des lands en van verschillende kerken, om het gewicht te betoogen van eenige bijzondere poging om in den huldigen dag klem te leggen op de grondwaarheden van het Evangelie. De volledige ingeving der Heilige Schrift, de Persoonlijkheid van den Heiligen Geest-en zijne tegenwoordigheid en macht in Gods Kerk, benevens andere waarheden van het Christelijk geloof, worden weggeredeneerd door sommige uitnemende leeraars; de zoendood van onzen Heer en Heiland wordt licht geacht en in sommige gevallen zelfs verworpen. Onder deze omstandigheden laat de behoefte zich sterk gevoelen aan een getrouw getuigenis voor de hoofdwaarheden van het Evangelie door mannen Gods, die het vertrouwen der Christenen genieten.
Het hoofdcomité stelt daarom voor, eene reeks bijzondere bijeenkomsten te houden in verschillende brandpunten in en rondom Londen, waarop dusdanig getuigenis aan God en aan zijne waarheid gegeven kan worden." Een comité is gevormd uit leden ran het hoofdcomité der Alliantie en anderen, om de schikkingen voor deze bijeenkomsten te maken, die tusschen 12 Maart en 13 April zullen gehouden worden.
Volgen de onderwerpen, waarover men het eens is, dat verhandelingen kunnen gehouden worden:
I. De Schrift: i, Haar inspiratie. 2. Haar gezag. 3. Haar algensegzaamheid.
II. De zonde. r. Haar ingang (entrance) door den val van Adam. 2. Haar uitbreiding; algemeene verdorvenheid. 3. Haar gevolgen ; eeuwige straf.
III. Verlossing, i. De Heere Jezus Christus, Gods eeniggeboren Zoon. 2. De Heere Jezus Christu.; , het zoenoffer voor de zonde. 3. De Heere Jezus Christus, de rechtvaardigmaking der geloovigen. 4. De Heilige Geest, de oorsprong en het onderhoud van het geestelijk leven. enz.
Na kennisneming dezer stukken hopen en vertrouwen wij, dat uw oordeel zal gewijzigd worden. Er blijkt immers uit, dat de Evangelische Alliantie niet den moed mist om kordaatweg voor de onvoorwaardelijke autoriteit van Gods Heilig Woord op te komen, maar daarvoor steeds trouw opkwam en volgens verklaring van den secretaris zal blijven opkomen. Voorzeker zou ook geen onzer lid van het Nederlandsche comité wenschen te zijn en te blijven, indien niet aan dezen grondslag werd vastgehouden,
' Met plaatsing van dit stuk in een volgend nummer van De Heraut zult u ons verplichten. Met broedergroete en heilbede,
namens het comité,
's-Gravenhage, 9 Jan. 1888.
Hoe kunnen we anders, dan aan onze Haagsche broederen onzen hartelijkcn dank brengen, voor de belangstelling hunnerzijds in deze aangelegenheid betoond.' Van hun sympathie waren we dan ook reeds vooraf verzekerd. Immers, op verzoek der Amsterdamsche sectie heeft ook de Haagsche sectie zich in 1883 geheel met de voorgestelde resolutiën van Dr. Kuyper vereenigd.
Dit neemt echter niet weg, dat kwalijk valt in te zien, wat de Haagsche broederen zich als uitwerking van boven afgedrukt stuk voorstellen.
Indien we ons toch niet vergissen, geeft dit stuk wat niemand vroeg, en onthoudt het ons het eenige, wat keer in de opinie kon brengen.
Het biedt wat niemand vroeg, te weten: de verzekering: i". dat de grondslag der Evangelische Alliantie ook insluit de belijdenis van de ingeving, de genoegzaamheid en de doorzichtigheid der Heilige Schrift (auctoritas, sufficientia etperspicuitas); 2". dat de directeuren niets liever wenschen, dan dat van dezen grondslag niet worde afgeweken; en 3". dat ze ten einde dit doel te bereiken, steeds verklaren niemand te noodigen dan die dezen grondslag aanvaardt. Ware dit nu betwist, zoo zouden we begrijpen, wat het baat, ons dit nogmaals te bewijzen. Nu dit echter, althans door ons, volmondig erkend wordt, vorderen we hier geen stroobreed meê.
Wat toch was de klacht der Amsterdamsche sectie.' Dat de grondslag der Evangelische Alliantie niet deugde.' Neen.
Dan, dat de directeuren er vanaf wilden.' Evenmin. 01 dan ten minste, dat ze dezen grondslag schuil hielden.' Ook dat niet.
Neen, de eenige klacht was een heel andere. Deze namelijk: dat op alle groote conterentiën der Evangelische Alliantie theologen als woordvoerders waren opgetreden, uit wier geschriften bekend was, dat ze de inspiratie der Heilige Schrift op Ethische wijze prijsgaven.
Wisten nu directeuren dit niet.' o, Gewisselijk.
Wenschten ze dan niet paal en perk te sttllen aan deze klinkklare schending van hun program en dit spelen met het eerlijke woord.' Zeer stellig.'
Alleen maar ze dtirfden, zoo oordeelde de Amsterdamsche sectie, de zaak niet oorzetten tdt vrees dat hun conferenti'én an zouden misbtkken.
Heeft Amsterdam hierin nu juist gezien, f bracht het een onwaardige bescliuldiging in.'
Dit punt is nu uitgemaakt.
Generaal Field vond de beschuldiging nwaar en sprak op de meeting te Amterdam van een „blow" zooals nog nooit an de Evangelische Alliantie was toegeracht.
Goed, was het antwoord. Overtuig ons an van ongelijk. Ziehier resolutiën die daartoe strekken kunnen.
Indien metterdaad de internationale vergadering, die eerlang te Stockholm (Kopenhagen) saamkomt, deze resolutiën aandurft, dan bekennen we van harte ongeijk en zullen toestemmen, dat we ons
hebben vergist. Generaal Field, meer krijgsman dan theoloog, dacht blijkbaar niet anders, of dit zou er uitnemend doorgaan. Maar wat gebeurde te Londen.'
Te Londen bracht men de zaak in de ergadering der Engelsche directeuren, en eze gaven ons een vriendelijk woord, en ezen ons nog eens op den grondslag; maar ver de laatste resolutie van Dr. Kuyper, aar het juist op aankwam, lieten deze eeren zich zelfs niet uit, en beloofden alleen, ze in handen te stellen van de regelingscommissie voor de Kopenhaagsche meeting.
Dit zal dan ook wel geschied zijn.
De regelingscommissie heeft deze resolutie ontvangen, maar, in plaats van, gelijk verzocht was, de algemeene vergadering om een votum over deze resolutie te vragen, heeft de regelingscommissie heel de resolutie stillekens in den doofpot gestopt. Dit vreezende, en om het te voorkomen, heeft daarom de steller dezer resolutie zich in April 1884 persoonlijk te Londen nogmaals tot den secretaris gewend, en hem in de Evangelical Alliance Offices, Adamstreet, Strand, herhaaldelijk bezocht. Wel verre echter van hier uitzicht op slagen te ontvangen, ontving hij de gulle en openhartige bekentenis, dat er niet wel kans bestond om de resolutie te laten doorgaan, daar dit te velen vervreemden zou. Toch zou ze worden opgezonden.
Daarop is de meeting te Kopenhagen gehouden. En.... de resolutie is zelfs niet voorgesteld.
Was dit zwakheid.
Ons dunkt het was erger, het was de noodlottige nawerking van een onbedachtzaam verleden.
De Evangelische Alliantie, die in haar grondslag voor de Heilige Schrift opkwam, heeft in elke groote conferentie, waartoe zij overging, steeds gepoogd mannen van naam als sprekers te doen optreden; en daarbij minder gelet op hun trouw aan het Woord dan op hun beroemdheid als persoon. Ook toen de Evangelische Alliantie in Amsterdam saamkwam, waren het onze Ethische mannen, die zij zelve gezocht heeft, al wist ieder, of kon althans weten, hoe ten volle deze met den grondslag der Evangelische Alliantie gebroken hadden.
Zelfs was er een oogenblik sprake dat wijlen Prof. Hofstede de Groot zou zijn uitgenoodigd.
Het feit, dat de brief van generaal Field verloren ging, doet dus niets ter zake.
Dit is bijkomstig.
Het hoofdpunt waarop het aankomt is, dat de resolutie, die een dam tegen de bsrafeling der Schrift kon opleveren, niet ; aangedurfd, maar in stilte gesmoord is. Sn onze Haagsche broederen, die zelven deze resolutie ondersteunden, moeten, dunkt ons, niet minder dan wij van de beteekenis van dit feit doordrongen zijn.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 22 januari 1888
De Heraut | 4 Pagina's