GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Net Calvinistische karakter van den Heidergschen Catechismus,

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Net Calvinistische karakter van den Heidergschen Catechismus,

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dr.A.ZAHN.

Verder wordt de vraag van alle kanten bezien, hoe ver de Voorzienigheid Gods zich over de zonden uitstrekt? Dat God ook de zonden tot zijn doel regeert, ontschuldigt de goddeloozen niet, omdat hun doen een geheel ander is dan Gods doel; De leer van de Voorzienigheid wordt zeer duidelijk in den zin der Gereformeerde dogmat.iek behandeld. Alle menschelijk doen staat onder de bepaalde leiding Gods (jer. lo:23). Verder wordt de verhouding der menschheid en der Godheid in Christus juist verklaard; een korte schets van het leven des Heeren gegeven (in de heerlijke bergpredikatie maakt hij de wet los van de valsche uitleggingen der-Farizeërs), de nederdaling ter helle als zijn helsche pijn, kwaal en verschrikking voorgesteld. Bij de leer

van den Heiligen Geest wordt geloochend, dat de ware geloovigen Hem weder verliezen kunnen. OoR David bezat hem nog (Ps. SI • 13)» Hij ziet op de verblijdende en troostende gaven des Heiligen Geestes, die vanwege zijn zware zonde van hem geweken warea; de Geest zelf was echter niet geweken. Bij de bespreking van de uitverkoren gemeente wordt ontkend, dat de uitwendige roeping tot zaligheid genoeg is; Hij helpt haar niet zonder die inwendige roeping. De onzichtbare kerk is daarom slechts onzichtbaar, omdat het binnenste der ware geloovigen God alleen bekend is. In haar, waarmee rnen verbonden moet zijn, heeft men de rechtvaardigmaking, d. i. de vrijspraak van de zonden en het toekennen van het recht ten leven. Bij de Sacramenten ontwaren wij weer de Gereformeerde leerwijze; zij zijn de zegelen, die aan den grooten genadebrief Gods, zijn Woord, gehangen zijn. •

In het Avondmaal moet men een lichamelijk en geestelijk eten onderscheiden. Geestelijk eet ik het gekiiiiste lichaam van Christus en zijn vergoten bloed, dat'is Christus' lijden en sterven in het geloof aannemen en door den Heiligen Geest met Christus vereenigd worden. De Sacramenten zijn, naar hunne natuur, zichtbare teekenen en zegelen, maar niet vaten, waarin de hemelsche goederen besloten zijn De symboliek des Avondmaals, de waarachtige en wezenlijke tegenwoordigheid van het lichaam en bloed van Christus in het Avondmaal, het gedachtenismaal, worden voornamelijk beschreven.

De uitvoerige beschouwing van 4e wet, het eene gebod der begeerte (het lode) leidt tot de vraag, wat de Schrift j onder volmaakten verstaat, zooals de heiligen soms ge-[ noemd worden. Daar wordt gesproken van de volmaaktheid volgens hét Evangelie, welke wij hebben in Christus door de genade der rechtvaardiging. Met het gebed sluit het-onderzoek, dat een grondige, diepe, waarlijk praktische en theologische inleiding op het wezen der Christelijke waarheid is, Kirchntr zegt in zijn boek over de keurvorstinnen en koninginnen op den troon der Hohenzollerns: »Prinses Wilhelmine werd bij haar onderwijs door den hofprediker Andreae met theologische spitsvondigheden volgepropt!" Zóó oordeelt een modern theoloog over een schitterend examen na grondig - onderwijs ! In allen gevalle is men van deze hoogte in den tijd van het Rationalisme en toen later de Luthersche Catechismus in de Gerefor meerde Domkerk te Berlijn ingevoerd werd verre afgedaald.

De belijdenis had plaats op dé wijze, die in de Gereformeerde' kerk van Anhalt en de Paltz .aangenomen was i). De prinses beantwoordt de vragen ; of zij de beleden leer van harte gelooft, of zij die met een godzalig leven versieren wil, of zij .daarin volharden wil, met: »Ja, vanharte ja, door de genade van onzen Heere Jezus Christus.'' Daarop knielt zij neder en wordt ingezegend met de woorden: »God, Vader, Zoon en Heilige Geest, geve u

i) Vgl. Die Anlialiinischen Agenden in Zahn's »Hct goed recht der Gereformeerde belijdenis in Alhalt, 1866." •

zijn genade. Hij bevestige u in allé goed, dat Hij in u begonnen heeft, en verzegde het door zijn Heiligen Geest tot den dag der volkomen verlossing. Amen."

II.

Zoo er één leer is, die voorwerp van strgd geweest is, dan is het die van de uitverkiezing. De Brandenburgsche vorsten, die onder hunne hofpredikers soms ook leeraars hadden, die de algeraeene genade op den voorgrond stelden, zonder de leer der voorbeschikking te ontkennen, verboden dikwijls, dit laatste stuk tot voorwerp der kanselpolemiek te maken. Toen dit ook in Cleve-Mark-Gulik plaats had, heeft de synode der Evangelisch-Gerefcrmeerde kerken in 1719 daartegen bij Frederik Wilhelm geklaagd en deze heeft den 26sten Juli verklaard, dat hij er niet aan dacht, iemands geweten te binden of de vrije prediking van die leerstelling, welke door al de Evangelisch Gereformcertle kerken, als waartoe 7vi/zelven be/iooren, aangenomen en in wier symbolische boeken en openlijke confessies ze opgenomen zijn, te verbieden. Daarna wordt dan zeer \erstandig gewaarschuwd, om de verborgen leer van Gods eeuwig raadsbesluit met uiterlijke praal, met heftigheid en liefdelooze veroordeeling der dissentieerenden te behandele i. Men moet volgens de geloofsbelijdenis der Gereformeerde kerk prediken, maar zich van alle zondige kibbelarijen bij dit diepe mysterie onthouden.

DE GAAY FORTMAN.

u geen verschil. Na uw sterven bestaat er ook voor u geen tijd meer. Ge zijt in de eeuwigheid, waarin geen oogenblikken meer geteld worden. Eens sluit ook in uw herinnering de komst des Heeren op de wolken, onmiddellijk aan uw stervensuur aan.

Dus baat het niet, of ge dien doorlachten dag al verre stelt. Uw sterven, kan zeer spoedig zijn. En vlak achter dat sterven ligt voor u de wederkomst des Heeren.

Tusschen uw indalen in den kuil en dat ontwaken op de roepstem van den Zoon des menschen, ligt voor uw tijdsbesef niets. Steeds dreigt dus dat komen. Het staat altoos voor de deur.

En of we al, gelijk in de dagen van Noach, gedachteloos van dag in dag glijden en voortleven als ware het alles één spel, zoodat we aten en dronken en ten huwelijk gaven en ten huwelijk genomen werden, eeiis breekt in dat spelend leven met een gedruisch als van een slag uit de wolken de dag in, waarop Christus uit den hemel nederdaalt, om al wat dan nog leven zal of dan reeds ten grave zal zijn, voor zich te dagen en te oordeelen.

In Noachs dagen geloofde men daar ook niet aan.

De ééne dag kwam gelijk de andere ging. De dagen geleken aldoor op elkander als twee droppelen waters. Men lachte en dronk, men braste en baadde zich in goddeloosheden. En morgen zou het weer zoo zijn.

Tot ze opeens schrikten; opschrikten, zooals ze nog nooit geschrikt waren; en het gerucht van den wassenden, zv/ellenden vloed van mond tot mond, van dorp tot dorp liep; en ieder vluchtte voor rijn leven, en op zijn dak of in een boom of op een berg te ontkomen zocht; maar zonder dat er ontkomen aan was. Want God sloop ze met zijn wateren na en haalde ze in tot op de hoogste bergen.

En dit nu is het Maranatha, dat ér nog eens zulk een dag komt. Een dag nog ontzettender. Een dag waarop geen regenboog in de wolken volgen zal. De dag waarop het uit zal zijn. Uit voorgoed. Voor heel onze historie. Voor alle volk. Voor heel deze wereld. Uit ook voor u.

En dat de Christus komen zal, niet als eens tot Bethlehems kribbe, in nederheid, om te «oeken wat verloren was en het verlorene te redden, neen, maar als Salomo in zijn heerlijkheid, als een Koning in zijn glorie om te triumfeeren.

Verhoogt, o, poorten, dan uw boog: Rijst, eeuwge deuren, rijst Omhoog, •• Opdat ge uw Koning moogt ontvangen. Wie is die Vorst, zoo groot in macht? . Het is het hoofd van 's hemels legermacht, Hem eeren wij met lofgezangen*

Maar in den afglans van dat Maranatha moet dan ook uw ziel, moet uw persoon, moet uw leven staan.

Hij komt, dus moet om hem als uw middelpunt zich heel uw aanzijn bewegen. Niet gij het middelpunt, en hij er bij om u te verlossen. Niet een leven in de burgermaatschappij buiten hem om, en voorts een Jezus Yoor uw ziel er bij. Neen, maar hij en hij alleen het middelpunt, waarom alles zich keert en wendt. De maatstaf, waarmee ge de waarde of onwaarde afmeet van uw bestaan, uw aanzijn, uw doen en uw karakter. Aan hem alles gemeten, gelijk hij eens over alles oordeelen zal.

Alsof hij eiken morgen en eiken avond uw leven voor het oog uwer ziele afwoog, zoo gij uw leven voor zijn oog afwegend in uw verbrijzeling en in uw gebed. En nu zijt ge hoofd voor hoofd talentbewaarders I

Ge zijt door uw Heere aangesteld, niet om als droomers tedroomen of als dwepers te dwepen of als veelpraters in uw woorden zonder eind te zijn.

Neen, hij heeft u aangesteld, om een werk te werken, om iets te doen, om iets uit te richten; niet om toeschouwers en nietsdoeners te zijn, maar om 'te dienen, om dienstknechten en dienstmaagden in het huis van uw God te zijn.

En daarom vertrouwt Hij ü talenten toe. Hoevele doet er niet toe. Dat is zeer onderscheiden. Met zijn yrijmacht hoopte Hij de talenten bij den één op, en zond den ander bijna ledig heen. Maar ook wie he minste ontving, ontving toch iets. Altoos minstens één talent. En een talent is een Grieksche naam voor een schat van altoos hooge waarde. Een talent gold ook naar de laagste berekening nog altoos omstreeks zeshonderd gulden; Weshalve niemand recht heeft, om als de Heere van één talent bij den minst bedeelde spreekt, dit ééne talent derwijs gering te schatten, dat het puur met niets gelijk zou staan.

En wat is er nu onverantwoordelijker dan dat juist deze kleine schatbewaarders hun roeping in de kerk zoo weinig verstaan?

Gelijk in de natuur, die God schiep, is het ook in zijn kerk die Hij uitverkoor, de schaarsch bedeelden zijn de meest talrijke, en tegen tien personen met vijf of dertig met drie talenten, zijn er stellig tienmaal dertig aan wie slechts één talent wierd toebetrouwd.

. En na, acht ge, dat dit minder beteekenen zou, en dat teloorgaan van deze enkele talenten er minder toe doen zou? Maar tel het na, en overtuig u van het tegendeel. Die tien hebben saam slechts vijftig, die dertig slechts negentig, saam dus honderd veertig talenten, terwijl de houders van het enkele talent, om hun meerder aa, ntal, saam alleen drie honderd talenten bezitten.

Denk dus eens na wat onmetelijke schade er aan Christus' kerk wordt toegebracht, doordien juist die bewaarders van het ^; ZXY/^ talent vaak zoo traag en loom zijn en hun talent st'l in • de aarde verbergen. o, Het baat niet en het bouwt de kerk niet, of al die enkele rijkbedeelden met hun vijf talenten dubbel woekeren. Het leven van uw kerk en van uw kring verarmt, zoo de broeders en zusters van het enkele talent in werkeloosheid voortspelen, en hun talent in de aarde verborgen blijft.

Uit enkel officieren vormt ge geen leger, zoo de gewone soldaten bij hun haardsteden blijven. Met enkel architecten bouwt ge geen paleis, zoo de man die de truffel hanteert den steiger niet op wil.

En zoo ook in Christus' kerk komt ge er niet, enkel door predikers en profeten en herauten en voorgangers, neen, er moet ook machtig uitbreken de stille woekering met de talenten van dienende liefde, van zoekende ontferming, van schuchtere nederigheid, van teeder mededoogen, van kalme zelfverloochening, van ongemerkt kruisdragen, van verborgen gebeden, en wat talloos tal van talenten de Heere, min chitterend, maar toch v? -n het eêlste goud

aan zijn dienstmaagdeo en dienstknechten heeft toevertrouwd. o, Blijf toch niet van verre staan. Leef niet als de spin alleen voor uzelven, maar puur honig als de bij, om voor anderen het zoet te vergaderen.

De dienst des Heeren is zoo wegsleepend heerlijk, maar wie zijn talent in de aarde begraaft, verspeelt zijn heerlijkheid. En daarom mocht het uwe begraven zijn, graaf het nog heden op en begin er het woekeren mede.

Maranatha !

KUYPER.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 29 januari 1888

De Heraut | 4 Pagina's

Net Calvinistische karakter van den Heidergschen Catechismus,

Bekijk de hele uitgave van zondag 29 januari 1888

De Heraut | 4 Pagina's