GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

TWEE REUZEN.

DE AFRIKAANSCHE OLIFANT EN HËT NIJLPAARD.

II.

Toen de deuren van den wagen werden geopend, drongen de vier jonge olifantjes, trompettend van vreugde, zich tegen hun pleegvader aan met zulk een kracht, dat hij maar moeite had hun liefkozingen te verdragen. Het vervoer van het spoorwegstation naar den dierentuin was een zonderling schouwspel. Zij volgden hun geleider niet, doch drongen zich dicht tegen elkaar en zoo vooruit, dat hij met alle macht met den rug tegen hen moest leunen om niet ter aarde geworpen te worden. Zij wilden namelijk elk zich tegen 'den rug van Casanova dringen, en daar één menschelijke rug voor vier olifantenkoppen, zelfs als de olifanten nog klein zijn, geen plaats heeft, doch hoogstens voor twee, zoo zochten zij, die geen plaatsje veroverd hadden, gedurig de gelukkigen te verdringen. Dezen waren genoodzaakt met alle kracht, die een olifant ten dienste staat, hun plaatsje te behouden. Hierdoor weer was Casanova gedrongen om, wilde hij niet geheel van hen omringd worden en aldus volstrekt niet vooruit komen, den twee buitenwaarts gaanden zijn ellebogen aan te bieden, waarmede zij zich eindelijk tevreden stelden. Natuurlijk dat de dieren hem toen met viervoudige kracht voortduwden.

Hoogst vermakelijk was het, als hun pleegvader des morgens hen kwam zien. Zij herkenden hem reeds van verre, spitsten de ooren, staken den snuit hoog in de lucht, trompett'en eenparig, en drongen zich zóó vast tegen de deur, dat Casanova steeds de grootste moeite had binnen te komen, en het weggaan was even moeielijk. Op de reis door Afrika waren zij hem als honden gevolgd. Ook nog te Triest wat het evenzoo, doch de lange spoorwegreis had hen zóó vreesachtg gemaakt, dat zij zich alleen bij en in onmiddellijke aanraking met hun pleegvader rustig gevoelden.

Deze jongelui waren gevangen in de landen der Bogos in het noorden van Abèssinië. Ongeveer twintig tot dertig inboorlingen te paard en een te voet, de zoogtr^.s.zxaA& z'waaTddrager die zich tot op het beslissende oogenblik achter het zadel van een zijner kameraden vastklemt, zijn voor zoo iets noodig. De ruiters hebben alleen lichte lansen, waarmede zij voortreffelijk weten om te gaan, De zvvaarddrager draagt een geweldig scherp geslepen zwaard met recht lemmet, dat met beide handen gevoerd wordt.

Is de nabijheid van een kudde olifanten, die een geschikt jong met zich voert, ontdekt, dan rennen de ruiters hun aanvoerder volgend, om de dieren te omsingelen, wat deze echter dikwijls weet te verijdelen. Is dit evenwel gelukkig volbracht, dan bestaat de moeilijkheid hierin om de moeder-olifant met haar jong, dat zich steeds bij haar bevindt', van de troep af te zonderen. Hierbij blijkt hoe de inboorlingen buitengewoon bekwame ruiters en, B koene jagers zijn. Enkelen springen in volle vaart, hun lansen drillend, midden onder de olifanten om ze uiteen te drijven, terwijl de B anderen waarbij zich de zwaarddrager bevindt, de bewegingen van hun slachtoffer nauw­ k keurig volgen om, zoodra de gelegenheid zich voordoet, zich tusschen hem en de kudde te werpen.

Onderwijl nu de eene bende het meerendeel der kudde bezig houdt en hun voornemen, hun kameraad te bevrijden verijdelt, door hen van hem af te jagen, omsingelen de anderen het dier, en werpen het met hun lansen tot het stilstaat Op dit oogenblik glijdt de zwaarddrager van het paard en zoekt zijn offer ongemerkt van achteren te bereiken, terwijl de anderen door een schijnbaren aanval, de opmerkzaamheid van het dier tot zich trekken, tot een geweldige houw met het zwaard op den hiel der achterpooten de pees doorsnijdt. Somtijds gelukt het den zwaarddrager gelijktijdig met een tweeden hotuw den anderen poot te verlammen, meest echter is daartoe een tweede aanval noodig, daar het dier ook nog op driepooten, zij het dan ook moeilijker, zich bewegen kan. Met den tweeden houw is zijn lot beslist. Hij is geheel verlamd en onder de lansstooten der aanrennende ruiters zinkt hij weldra doodelijk getroffen ineen.

De zaak kan evenwel ook dan nog gevaarlijk worden. Het moérdelooze jong heft een klagelijk geschrei aan, en voor den weggejaagden troep is dit dikwijls het teeken tot een wanhopige poping ter bevrijding. Om die af te wenden is een groote mate van bekwaamheid noodig. Ook laat zich het jong volstrekt niet goedwillig vangen. Dikwijls moet het eerst door de hoeven der paarden tam gemaakt worden, daar men het erhaalde malen overrijdt om het zijn machteoosheid duidelijk te maken. Eerst dan wordt et tusschen twee paarden gebonden e» naar et kamp gevoerd, waar men het met den poot an een boom bindt.

De droefheid van het jonge dier is roerend en grappig tegelijk. Roerend door zijn weeend klagen, grappig door de wonderlijke houdingen die het aanneemt. Zoo b. v. gaat het ikwijls bijna op den kop staan, terwijl het erst met de achterpooten en dan al rukkend et de voorpooten tegen een boom steunt. eze toestand duurt gewoonlijk eenige dagen, edurende welke het ook voedsel weigert. ijn klagen doet bij nacht de overige olianten naderbij komen, zoodat vuren moeten orden onderhouden om hen van een poging ot bevrijding af te houden.

Zoodra de gevangenen echter de aangeboden elk aannemen is het ijs gebroken, en alle inderliefde die deze dieren bezitten, wordt u op de nieuwe verplegers overgebracht. venwel, niet zelden gaat het ook anders toe. an de acht olifanten, welke de jagers van asonova vingen, ging de helft verloren; de en aan wonden en kwetsuren, die hij van de oeven der paarden ontvangen had, de andere it droef heid over het verlies hunner moeder en et gemis hunner vrijheid, zoodat zij standvastig lle voedsel weigerden en een vrijwilligen honerdood stierven. Dat zij in dit opzicht in het lgemeen een gevoelig gemoed hebben, bewijzen ok de verdere lotgevallen van de naar Europa vérgebrachten. Nadat zij een korten tijd in de eener diergaarde waren geweest, moesten zij iet alleen weder hun verpleger missen, toen asanova hen verkocht, maar werden zij ook an elkander gescheiden. Het gevolg was dan ok, dat na eenige maanden nog slechts één ich in leven bevond.

(Wordt vervolgd)

Een vreemd antwoord.

Onlangs zou de onderwijzeres van een school ts van Columbus vertellen. Zij noemde den aam, en vroeg toen aan een kleinen jongen; »Weet gij wel wie Columbus was ? " De knaap dacht even na en zei toen lachend: »Ik weet het! Columbus is een vogel." 't Was geen dom kind dat dit antwoord gaf. egrijpt ge ook hoe hij er aan komen kon?

HOOGENBIRK.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 26 februari 1888

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 26 februari 1888

De Heraut | 4 Pagina's