GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Verslag van de Algemeene Vergadering der Nederlandsche Vereeniging van Vrienden der Waarheid

Bekijk het origineel

Verslag van de Algemeene Vergadering der Nederlandsche Vereeniging van Vrienden der Waarheid

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

tot Handhaving van de Leer en de Rechten der Gereformeerde Kerk, Woensdag 23 Mei 1888, des voormiddags te 10 uur, in het Gebouw van den Werkenden Stand, Kloveniersburgwal No. 87, te Amsterdam.

Geen groote zaal was noodig om den afgevaardigden en leden een voldoende plaats %an te bieden, want het aantal was klein en dit was niet te verwonderen.

Indien de uitdrukking niet al te vreemd klonk, zou men thans spreken van de «liquidatie" der vereeniging. Toch behoefde zulk een kleine opkomst ons niet te ontmoedigen. Integendeel, het bewijs werd daardoor geleverd, dat zij, die de vereeniging met hunne gaven en krachten hadden gediend, zeer goed hebben ingezien wat eigenlijk haar doel was.

Was dit doel nog niet geheel bereikt, toch waren er thans andere middelen aan te wenden, en met Gods hulpe worden deze middelen toegepast.

Nadat door de vergadering was gezongen Ps. 89 : i en 3, werd door den voorzitter gelezen Hand. 11 van vers 10 tot het einde en een zegen over dit samenzijn gevraagd.

Het voorgelezen woord geeft gereede aanleiding, aldus 'prak de voorzitter, Dr. F. L. Rutgers, om ons te overtui­ gen van het goed recht voor onze handelingen. Evenals door hen, waarvan in dit hoofdstuk Wordt gesproken, is door ons het woord gepredikt, zonder dat wij een andere roeping konden aangeven, dan het ambt der geloovigen.

Evenals hunnen arbeid werd ook de onze met blijdschap begroet, en met ootmoedigen dank aan God mag worden verklaard, dat Gods zegen op dien arbeid heeft gerust.

Evenals de geloovigen toen, past het ook ons, om daar, waar de ambtsdragers weer het werk der reformatie ter hand namen, niet langer als geloovigen te prediken, maar de »regeling" aan de ambtsdragers, van Godswege daartoe geroepen, over te laten. De gevolgen daarvan zullen niet uitblijven, en de barmhartigheid, door God gewerkt, zal openbaar worden. Barmhartigheid niet alleen in stofTelijke, maar ook in geestelijke gaven, waardoor de kerken worden, gediend en het koninkrijk Gods bevorderd.

Aan het verslag, door den secretaris uitgebracht, wordt het vo'gende ontleend:

In 19 van de 31 afdeelingen werd de reformatie der kerk ter hand genomen; op 114 plaatsen werd door de evangelisten hulp betoond, door het houden van 2092 spreekbeurten en 235 catechisatiën.

De godsdienstonderwijzers J. A. Mulder, N. van der Blom, C. Vleesch en J. Brederveld, en de broeders E. M. RuUman W. Voordewind enj. J. Opstal van Amsterdam, en G. Klumper, van Kampen, die reeds voldoende waren voorbereid voor het examen van godsdienstonderwijzen, bewezen mede hunne diensten.

Nog werden aan de vereeniging verbonden de broeders A. Punt en H. J. Hazelhoff. Eerstgenoemde werd ontslagen door de conf. vereeniging, omdat het z. i. niet aanging, wel hel woord te prediken en er niet naar te handelen. Eveneens ontving broeder Hazelhoff zijn ontslag omdat hij, de waarheid der belijdenis erkennende, op een leven overeenkomstig deze belijdenis prijsstelde. De broeders Bakker en Kwant werden ontslagen.

Was het broeder Bakker, van wien sedert 1875 ^^ ^^' Stuurders vele moeilijkheden ondervonden, het werd hem niet toegerekend, zoolang het de personen van het bestuur gold.

Nu echter deze tegenwerking openlijk en beslist de vereeniging en haar streven betrof, meende het hoofdbestuur, na broeder Bakker herhaaldelijk te hebben vermaand, doch zonder eenig resultaat, hem niet langer in dienst der vereeniging te kunnen houden.

Het aantal leden der vereeniging was belangrijk verminderd en bedroeg thans 2044. Onder hen, die bedankten, waren, helaas, vele predikanten. Van slechts vier afdeelingen werden verslagen ontvangen. Aan een tweetal studenten werd subsidie verleend. Een geschrift, de rede, door Ds. B. van Schelven op het Gereformeerd Kerkelijk Congres uitgesproken, werd verspreid, terwijl het maandblad, voorheen onder toezicht van broeder Bakker, thans van broeder W. de Jong, wordt uitgegeven. Dank zij de medewerking van de bestuursleden Ds. B. van Schelven en broeder W. C. Breen, maar vooral van Ds. N. A. de Gaay Fortman, neemt dit tijdschrift in degelijkheid toe.

De bestuursleden S. J. Seefat, W. C. Breen en W. A. Vrolijk Sr., het vorige jaar herbenoemd, hadden deze benoeming aangenomen.

Thans moest nog, behalve in de vacaturen, door de periodieke aftreding ontstaan, worden voorzien in de plaats . van broeder Genne, die als lid van het hoofdbestuur had bedankt.

De penningmeester, die daarna verslag uitbracht, deelde 9. m. mede, dat 'de opbrengst der contriburiën belangrijk was verminderd en hoewel de som der collecten grooter was dan andere jaren, moet men toch blijven bedenken, dat de uitgaven eveneens belangrijk zijn toegenomen.

Aan contributiën werd ontvangen ƒ 3425.60, aan collecten ƒ 10347.i6^ terwijl het nadeelig saldo ƒ 124.906 bedraagt.

Door de broeders Tromp, De Vries en De Waal werd deze rekening nagezien en accoord bevonden en daarna door de vergadering goedgekeurd.

Hierna werd pimt 6 der agenda aan de orde gesteld, luidende :

Wat kan onze vereeniging doen om een zuiver kerkelijk optreden van alle hare evangelisten en oefenaars te bevorderen ?

Hoofdbestuur.

Ds. Van Loon vraagt, wat men onder zuiver kerkelijk optreden bestaat, terwijl Ds. Hulsebos op het verschil van de benamingen evangelisten en oefenaars de aandacht vesdgt.

Door den voorzitter wordt medegedeeld, dat »evang.ehEten en oefenaars" is gebezigd om duidelijk te maken, dat men hiermede bedoelt alle broeders, die thans de kerken dienen, zoowel hen, die als vaste evangelisten zijn aangesteld, als die broeders, welke geen examen bij de vereeniging hebben afgelegd.

Daar de aanvrage door de kerken gedaan wordt, zoo is daardoor duidelijk, dat het optreden thans niet meer voor de vereeniging geschiedt. Daardoor heeft dus hun optreden een meer kerkelijk karakter verkregen. Zal dit echter zui­ - ver kerkelijk zijn, dan moeten zij, die door oefening of - bijbellezing de kerken dienen, ook door de classes zijn tOnderzocht en goedgekeurd, en de bedoeling van de vraag is, hoe deze goedkeurmg te verkrijgen.

Twee wegen staan daarvoor open. Men kan den evange.

listen aanraden dit onderzoek aan te vragen, of ook, de vereeniging kan voor hare evangelisten aanvraag tot dit onderzoek doen.

Vreest men, dat die broeders, welke reeds jaren de kerken hebben gediend, in opdracht der vereeniging, in sommige zaken als jaartallen enz. niet zoo vlug meer zijn als zij, die eerst kort geleden een examen deden of zich er pas voor hadden toegerust, dan zouden deze oudere broeders een bewijs van de vereeniging kunnen overleg gen. Wel heeft dit bewijs geen kerkelijke beteekenis, maar de classes zullen daar toch zeker wel rekening mede willen houden.

Dat de aanvrage van de kerken moet uitgaan is zeker, maar de vereeniging kan zich, als zoodanig, hiervoor niet tot de kerken wenden. Wel kunnen de broeders aan de kerken verzoeken, zulk een aanvrage te bewerken. Daar men dit punt niet door stemming wilde uitmaken, werd de bespreking over dit punt hiermede gesloten.

Na de pauze werd de uitslag der stemming bekend gemaakt. Herkozen waren de aftredende leden Dr. F. L. Rutgers, D.s. G. Ringnalda en R. Versluys Jz. terwijl in de vacature, door het bedanken van broeder Genne ontstaan, werd voorzien door de benoeming van broeder J. IT. de Waal Malefijt te Zeist.

Punt 7, luidende:

»Mig of kan onze vereeniging blijven voortbestaan, nu de taak, die zij, door den nood gedrongen, op zich nam, weder aanvaard is door onze Gereformeerde kerken zelven? "

Hoofdhesttinr,

lokte een belangrijke bespreking uit. Mag de vereeniging nog blijven voortbestaan? Zoo ja, hoe kan zij dan, in de gegeven omstandigheden, nog aan hare roeping beantwoorden? Welk is het doel der vereeniging: evangelisatie of reformatie? Het laatste was doel, het eerste werd vaak als middel gebruikt. Echter, thans moet worden gezorgd, dat dit middel geen doe! wordt, en ook dat de vereeniging niet als een kerkje in de kerk blijft bestaan.

Het bevorderen der reformatie door de kerken bij te staan, waar vooralsnog een geregelde organisatie ontbreekt, dit is het werk, dat thans der vereeniging is aangewezen.

Is evangelisatie vaak als brug gebruikt om tot de kerken te komen, thans is het zaak om de stoffelijke hulp als brug te bezigen, waardoor men het terrein der kerken zonder schade kan verlaten.

De vereeniging mag en kan., ja moet dus blijven voortbestaan, mits men in het oog houde, dat zij hoe eer hoe beter het werk aan de kerken of classis moet overlaten. Sommige broeders waren van meening, dat waar er nog zoo tal van plaatsen zijn, waar de kerk nog niet tot reformatie gekomen is, de vereeniging op die plaatsen eene roeping heeft te vervullen.

Hoewel niet wordt betwist, dat er zeker nog tal van kerken kunnen zijn, die als Gereformeerde kerken zich zullen openbaren, toch moet de vereeniging hiertoe geane pogingen meer aanwenden. Dit te onderzoeken, ligt thans niet meer op haren weg, nu de kerken weer op den ouden voet in classis en daardoor in wettig verband zijn vereenigd.

De vereeniging moet niet ontbonden worden, maar toch moet eene vraag dienaangaande een volgend jaar op de agenda worden gebracht, in de hoop, dat de kerken dan zóó vereenigd en verbonden zijn, dat zij de administratieve hulp der vereeniging niet behoeven.

Het antwoord op vraag 8, welke luidt:

Hoe moet eene afdeeling onzer vereeniging voortaan werkzar.m zijn in een gemeente, waar de reformatie der kerk is tot stand gekomen ?

Rotterdam.

was niet moeielijk te vinden. Is de taak van de afdeelingen in zulke plaatsen, wat het houden van samenkomsten en bedestonden betreft, door de kerk overgenomen, is de arbeid, om bij stemmingen enz. het recht der Gereformeerde kerk onder het genootschap te handhaven, thans onnoodig, dan blijft er niets anders over dan door stoffelijke bijdrage de vereenigipg te steunen.

Edoch, op de algemeene vergaderingen hebben slechts afgevaardigden recht van stemmen. Wil men dus voorkomen, dat op deze vergaderingen de bestuurders niet alleen als stemgerechtigden fungeeren, dan dient ervoor gezorgd, dat de afdeelingen blijven bestaan, die toch wel ééns per jaar kunnen worden opgeroepen, om de punten der agenda te bespreken en hun stemgerechtigde afgevaardigden te kiezen Sterk werd afgeraden om bijeenkomsten te beleggen ter bespreking of behandeling van zulke zaken, die uiteraard bij de kerken behooren; hierdoor loopt men gevaar eene afdeeling te dienen, maar de kerk te schaden.

Na het zingen van Psalm 86 : 6 werd de vergadering door Ds. B. van Schelven met dankzegging gesloten.

DE URE DES GEBEDS.

In het lokaal »Frascati" werd des avonds eene bijeenkomst gehouden, waarin de werkzaamheden en belangen der vereeniging den Heere werden opgedragen.

Vooraf sprak Ds. H. Hoekstra van Utrecht, naar aanleiding van Zefanja 3 : 18 en 19, over de belofte des Heeren, aan hen, die «bedroefd zijn om der bijeenkomst wil" Na gewezen te hebben op de bedreiging tegen de grove afgodendienaars en tegen degenen, die het met den Heere en Mammon wilden houden, herinnerde spreker aan de vermaning, tot Juda in Jeruzalem gesproken, om zich nauw, zeer nauw te onderzoeken. Vervolgens wees hij erop, hoe met »de bedroefden om der bijeenkomst wil" diegenen worden bedoeld, die leed dragen en in het zwart gaan over de wegneming van den tempeldienst. Het werd dezen godvreezenden Joden wel niet geheel belet om saam te komen en met elkander de boeken van Mozes en de profeten te lezen; zelfs werden zij door den vijand uitgenoodigd liederen Zions te zingen; doch hoe zouden zij liederen zingen in samenkomsten, waar men God niet volkomen naar den eisch van zijn heilig Woord kon dienen? Niet omdat zij geen stichting, geen waarheid konden vinden, waren zij bedrukt, maar omdat aan Hem, die dit alles bewerkte, niet volkomen de eere kon gegeven worden, treurden z%.

Evenzoo moeten ook wij niet rusten, vóór God in onze bijeenkomsten niet alleen aangeroepen en geprezen, maar naar zijn Woord en ordinantiën volkomen gediend en geëerd wordt. Troostvol is dan de belofte voor hen, die daarnaar verlangen en deswege bedroefd zijn, want zij zullen verzameld worden, en te dien tijde zullen al hunne verdrukkers worden verdaan.

Menigmaal reeds heeft God zulks betoond en nog vaak klinkt de lofpsalm op de lippen van zijn volk; »Hij heeft een krachtig werk gedaan door zijnen arm; Hij heeft verstrooid de hoogmoedigen in de gedachten hunner jiarten. Te dien tijde zal de Heere niet alleen de verdrukkers verdoen, maar ook de hinkenden behoeden, en de vitgcstootenen verzamelen en Hij zal hen stellen tot eenen lof en eenen naam, in het gansclie land, waar zij beschaamd zijn geweest.”

per dan onderstand • • en eerst echte barm-]iartigheid.

I0°. De diaconie sta naar vermeerdering van inkomsten, doch wachte zich voor kapitaliseering.

Een goede diakonie moet zijn »arm, doch veler armoede lenigend."

Bronnen voor hare inkomsten opene ze:

a. in kerkcollecten;

b. in deurcollecten;

c. in erflatingen; geen sterfbed zonder een erflating der liefde;

d. in inschrijvingen;

e. alle maand ga rond van huis tot huis de diaconiewagen, die inzamele giften in natura, tot deksel, voedsel, brandstof, enz., enz.

II°. Aangesteld worden, nevens de diakenen, diaconessen, bij voorkeur bejaarde, eenzame weduwen of andere zusters, die uit hun huishouding zonder schade eens kunnen worden gemist, opdat gebruik gemaakt wordt van de liefde, kieschheid, teederheid en vindingrijkheid der vrouw. De diaconessen geven leiding aan de particuliere barmhartigheid door oprichting en bestiering van dames-cemitcs en vrouwen-en jongedochtersvereenigingen tot het bereiden van spijzen voor arme kranken en kraamvrouwen, en het vervaardigen van kleedingstukken enz.

12°. Door geregeld huisbezoek zoeken diakenen en diaconessen met de werkelijke behoefte, zonde i) en tegenspoeden der armen, vooral der verborgen armoe, bekend te worden, het vertrouwen te winnen, en afdoende te helpen; ot anders zooveel mogelijk heiligenden en verzachtenden invloed uit te oefenen.

I3°. In nationaal verband opene de diaconie inrichtingen ter verpleging van ongeneeslijke kranken; ter genezing van krankzinnigen; ter onderwijzing van blinden en doofstommen, enz.

I4°. Naar buiten uit werke de diaconie ter afschaffing der slavernij en zoeke alom vernietiging van den handel in vrouwen.

I5°. Tegen het kwaad der bedelarij berame de diaconie in meerdere vergaderingen maatregelen.

I6°. De diaconie opene of ondersteune in de groote steden tehuizen voor vrouwen.

I7". De diaconessen strekken hun reddende liefde uit tot gevallene en uit de gevangenis ontslagen vrouwen.

I8*. Ook allen verderen philanthropischen arbeid leide de diaconie, met schuldbesef over verzuim en groote waardeering voor wat particulieren opnamen en tot stand brachten, in een spoor, dat er aansluiting gevonden worde aan het door Christus ingezet ambt.

I9°. Diaconieën, die over ruime inkomsten beschikken, ondersteunen diaconieën, die het onmisbare niet kunnen bijeenkrijgen. Een provinciale diaconiekas worde opgericlit, en hieruit de met te veel armen bezwaarde diaconieën geholpen In dezen weg is wering te verkrijgen van het kwaad en den last der bedelarij door de heidebcv.'oners, enz.

20°. De overheidsarmenzorg, allereerst ten opzichte der weezen en idioten, worde stelselmatig overbodig gemaakt. Staatssubsidie worde nooit gezocht, 't Is de eer der kerk barmhartigheid te betoonen, eerst den huisgenooten des geloofs, verder dien, die buiten zijn.

2I°, Opgericht worde een tijdschrift voor het diaconaat.

22°. In groote steden benoeme men althans één diaken, die zijn leven wijdt aan het ambt, en uit de kerkelijke inkomsten bezoldigd wordt.

23°. De diakenen verdeelen ter fine van huisliezoeken de gemeente in wijken, en zoeken hulp bij de jongelingsvereenigingen. In Amsterdam worden tot het diaconaat geroepen de oudere studenten der Vrije Universiteit,

24". Uit het College-diakenen, dat overal, zoo mogelijk, uitgebreid worde, worden afzonderlijke leden benoemd tot opzichtoefening over afzonderlijke categorieën van ellendiger, als weezen, weduwen, idioten, kranken, gevangenen, ontslagenen, enz.

Zoo trede de diaconie kloek en teeder op, om weer voor Christus' kerk te heroveren de eeretaak, om tot verbazing en zaliging der wereld orgaan te zijn voor Christi barmhartigheden, en te heroveren voor de kerk des Zoons den eerenaam van »moeder".

Dit is prachtig, dit is practiscb, dit is overtuigend gezegd.

Heel een program van nieuwe, van betere diaconale werkzaamheid.

Aan Dr. Wagenaar onze dank er voor! Moge Friesland provinciaal voorgaan!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 3 juni 1888

De Heraut | 4 Pagina's

Verslag van de Algemeene Vergadering der Nederlandsche Vereeniging van Vrienden der Waarheid

Bekijk de hele uitgave van zondag 3 juni 1888

De Heraut | 4 Pagina's