Officieele berichten uit de Ned Geref. kerken.

Zondag 22 Juli 11. was voor de Ned. Geref. kerk te Winterswijk een verkwikkelijke dag. Haar beroepen herder en leeraar, die reeds 31 Dec. 11. het beroep, onder beding van onderwerping aan de onderzoeking volgens art. 8 D. K. had aangenomen, en wiens examen, door verschillende omstandigheden, vertraging had ondervonden, werd des namiddags tot ons ingeleid en bevestigd door den consulent, Ds. J. H. F. Gangel van Aalten.

Naar Hand. 20:28 bepaalde de bevestiger inzonderheid den leeraar bij het hooge gewicht van zijne bediening en de gemeente bij den heiligen ernst van hare roeping.

Des avonds trad de nieuwe leeraar, Ds. J. M. Stroes, voor ons op, en verbond zich aan de gemeente met een schriftuurlijk program voor de bediening des Woords, naar 2 Cor. 4:5.

Beide leerredenen werden met stichting en blijkbare aandoening door een talrijk gehoor gevolgd. De Heere gebiede over den ons geschonken blijden dag een rijken zegen tot eer zijns Naams en tot opbouwing van de muren zijner kerk in ons midden.

De kerkeraad der Ned. Ger. kerk te Winterswijk.,

G. W. A. VooRTWIs, Scriba.

Aan den Eerw. Kerkeraad der Nederl. Herv. Gemeente te Oostwold. Weleerw. en Eerw. Heeren !

De ondergeteekenden, lidmaten der Ned. Herv. Gemeente te dezer plaatse, wenschen zich, mede namens eenige anderen, in alle liefde, naar aanleiding eener ernstige aangelegenheid der gemeente, tot U te richten met een vriendelijk en bescheiden, doch dringend verzoek.

Het kan Uwe aandacht toch niet ontgaan zijn, dat in deze gemeente scheuringen zijn ; scheuringen, die niet kunnen bestaan voor het oog van een heilig en rechtvaardig God; dat er in deze gemeente een geest rondwaart, welke niet is uit God, maar uit den Booze, daar er toch geen tweedracht in de gemeente des Heeren mag bestaan, allerminst voortduren — 1 Corinthe I.

Het is onze meening, dat gij als Opzieners der gemeente, en dus als huisverzorgers Gods, U deze dingen niet genoeg aantrekt, althans Uwe dure roeping in dezen niet vervult. Gelijk toch een huisvader als er oneenigheid in zijn gezin is, (waardoor de vrede Gods wijkt en hetwelk 's Heeren zegen tegenhoudt) verplicht is, daarvan de oorzaak op te sporen en er een einde aan moet maken, alzoo ligt het toch van Godswege op Uwen weg dezen ban uit het midden der gemeente weg te doen.

Het zij verre van ons al de schuld op een ander te werpen, neen, ook voor den Kerkeraad wenschen wij het uit te spreken, dat wij ons aandeel in de vele zonden, om welke de gemeente voor God schuldig staat, voor onze rekening hebben.

Toch meenen wij dat er voor den tegenwoordigen treurigen toestand der gemeente, schoon het al niet de eenige mag zijn, toch ééne bijzondere oorzaak is.

Wel openbaarde zich, ook reeds vroeger, toen de rechtzinnige en moderne partij elkander de overwinning betwistten, de gemeente zeer onchristelijk, én moest ook reeds zulk een strijd in de gemeente des Heeren Jezus Christus ondenkbaar zijn, (r Cor. i vs. i3«), toch doet het het geloovig hart nog meer smart aan, waar er verdeeldheid bestaat tusschen hen, die zeggen aan de belijdenis vast te houden, en eenzelfde dierbaar geloof deelachtig te zijn.

En waar het nu aan allen bekend is, dat die scheuring is ontstaan, toen een deel der gereformeerden is terug gegaan, als sommigen hunner broederen in andere plaatsen des lands, vanwege hunne gereformeerdheid door de zoogenaamde Besturen werden vervolgd; (welk deel toen weer voor de Besturen boog of partij koos), zoo vragen wij van U dat gij in ernst voor het oog des Heeren, U buigende onder Zijn Woord, bedenkende ook de belofte door U afgelegd, onderzoekt, of het niet meer dan tijd is, om onder zulk een Bestuur weg te ^ gaan, opdat het ons niet nog meer ontzenuwe.

Naar onze meening heeft volgens Gods Woord in Christus Kerk, een Bestuur dat zegt, dat bij hem de hoogste wetgevende, rechtsprekende en besturende macht berust, geen recht van bestaan, daar de Heer der gemeente tot Zijne apostelen heeft gezegd, dat het alzoo in Zijne Kerk niet zal zijn; volgens Mattheus 20 : 25-28 ; zie ook Mattheus 23 : 10.

En waar het nu bovendien gebleken is, dat zulk een Bestuur, dat jaren heeft gedoogd, dat de Koning der Kerk niet in Zijn Kerk werd geëerd, dat de belijdenis met voeten werd getreden, de sacramenten ontheiligd, Gods Woord verworpen, is begonnen te vervolgen, toen Kerkeraden die de Kerk weer tot hare oorspronkelijke inrichting wilden terugbrengen, zulke Kerkeraden en leden heeft afgemaakt, is het, dunkt ons, van Godswege geboden, zulk een meesterachtig, onwettig Bestuur de gehoorzaamheid op te zeggen, met hetzelfde of liever met meer recht, dan waarmede onze vaderen den tiran Philips, die ook zijne waardigheid verzaakte en misbruikte, hebben afgezworen.

Doch daar wij weten, dat wij allen voor dwaling vatbaar zijn, zoo stellen wij ons gaarne onder Uwe tucht, en zijn bereid onze meeningen te laten varen, indien gij ons mocht kunnen overtuigen, dat ze niet op Gods Woord gegrond, doch daarmede in strijd zijn.

Moge dit woord, uit den drang des harten tot U gericht, een welwillend oor bij U vinden, en geve de Heilige Geest U licht en wijsheid, om ons hierop een antwoord te geven, dat Hem welbehagelijk zij.

Met hoogachting

Uw dw. dr.,

(w. g.) O. KNOTTNERUS KZN.

(w. g.) G.H. KONING.

Oostwold, 20 Juli 1888.

Woensdag 18 Juli is een buitengewone classicale vergadering gehouden te Nijkerk. Behalve de afgevaardigden uit kerken der classis, waren aanwezig: de examinatoren met de deputaten door de synode aangewezen.

Na opening met gebed door Dr. Van den Bergh, als consulent der roepende kerk, werd onder zijn presidium een aanvang gemaakt met het examen van broeder Mulder. Eerst hield hij een prediking over Epheze 6:18, 19, waarna deze beoordeeld werd.

Daarna werd hij onderzocht in de navolgende vakken: Kennis der Heilige Schrift, Geref. Geloofsleer, Vaderl. Kerkgeschiedenis en Kerkrecht.

Na ernstige beraadslaging werd vervolgens besloten om hem toe te laten tot de bediening des Woords, nadat hij voldoende verklaring had gegeven omtrent de verhouding tot de Christelijke Gereformeerden.

Vervolgens werd een vraag omtrent simonie gunstig beantwoord en de vereischte verklaring, in de post-acla genoemd, onderteekend.

Goedgekeurd werd onderstaand adres aan den Minister van Waterstaat:

Aan .Zijne Excellentie den Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid. Excellentie!

Met groote ingenomenheid hebben ondergeteekenden, kerkeraadsleden uit de classis Harderwijk, kennis genomen van het besluit om met 15 Juli den dienst der posterij op Zondag te verminderen.

Wel moeten ondergeteekenden met verootmoediging erkennen, dat het smartelijk is, dat zulk een besluit noodig was, daar de invloed van de kerken in ons land reeds voldoende had moeten wezen, om de Christenen zelven aan te sporen geene bestelling op Zondag meer te vragen, en de postbeambten te dringen, zelven om Zondagsrust te verzoeken.

Toch stemt het tot dank aan den Heere, dat op de gebeden van velen en de stemmen van vereenigingen in den lande, Uwe Excellentie het middel mocht wezen, om bedoelden maatregel te verordenen.

Moge deze maatregel door andere, onder den zegen des Heeren, gevolgd worden. Zij het aan ondergeteekenden vergund met bescheidenheid mede te deelen, hoe duizenden zich zeker zouden verheugen, en stpfFelijk zoowel als zedelijk gebaat worden, indien ook thans het verkeer op spoortreinen, tramways, stoombooten enz. mocht op Zondag verminderd worden en bij het verleenen van concessiën aan bepalingen te dezen opzichte gedacht worden.

Bewerke en sterke de Heere God Uwe Excellentie zoowel als het geheele Ministerie bij den gewichtigen arbeid, haar door Zijne Majesteit den Koning opgedragen, en moge Nederlands burgerij in handel en wandel de werking van Gods Woord doen blijken! Uwer Excellentie

dienstwillige dienaren,

A. TEN HovE, Nunspeet.

B. VAN ESSEN, Barneveld.

G. E. KNOTTENBELT, Barneveld.

E. VAL JZ., Nunspeet.

W. VAN DEN BERGH, Voorthuizen.

R. FERWERDA, Harderwijk.

P. DE VROOM PZ., Harderwijk.

W. J. BERENDS, Nijkerk.

A. MIDDELKOOP, Nijkerk.

W. VAN Loc, Ermeloo.

A. G. VAN ZEGGELAAR, Voorthuizen.

Besloten werd een diaconale classicale conferentie te houden in September te Harderwijk en een vergadering met de gemeenteleden op den dag na de class, vergadering.

Eene commissie werd gevormd om de classis van advies te dienen in zake van een kerkbode. De vergadering eindigde ongeveer te 5 uur met gebed.

A. MIDDELKOOP, scriba.

Zondag 22 Juli is voor de Ned. Ger. gemeente te Oosterbierum een onvergetelijke dag geworden.

Onder het plechtig zingen der gemeente van Psalm 118:11, 12, werd voor het eerst de kansel in het nieuwe kerkgebouw betreden door den Weleerwaarden heer Ds. Ploos van Amstel, bedienaar des Woords te Reitsum.

Na den zegen van God drieëenig afgebeden te hebben, gaf ZEw. te kennen, allereerst, dat hij het begrijpelijk vond, hoe deze gemeente, hier voor het eerst gezeten en vergaderd, aangedaan zou zijn door een gemengde aandoening van vreugde en smart. Van vreugde als zij dacht aan de trouwe haars Heeren, wien het behaagd heeft in zijne barmhartigheid, en goedertierenheid haar hier weer eene geschikte vergaderplaats te geven in dit gebouw. Van smart, als zij er aan dacht, hoe zij om haar vasthouden aan het Woord des Heeren uit hare bezitting verdreven en van hare goederen beroofd was geworden. Vervolgens toonde hij op zeer duidelijke wijze an en staafde hij met feiten de volstrekte onhoudbaarheid van.eene plaats in het synodale genootschap, voor elk, die voor Gods Woord beeft en daarnaar wenscht te leven en te regeeren, of ook daarnaar geleid en geregeerd wenscht te worden, wijl de hiërarchie het gezag van Gods Woord niet duldt, en blijven onder deze alleen kan op voorwaarde, dat men knielt en bukt voor haar reglementen, wat te doen gelijk staat met verloochening van Christus Jezus als den eenigen Koning der kerk.

Eindelijk bepaalde spreker er de gemeente bij, naar den tekst uit i Petri 2 : 4, 5, dat het eigenlijk, het geestelijk huis des Heeren niet is een gebouw van doode, maar van levende steenen, dat het is de gemeente des levenden Gods, gebouwd op het fondament der apostelen en profeten, waarvan Jezus Christus is de uiterste hoeksteen, de tempel des Heiligen Geestes, waarin de gemeente gebouwd wordt tot een heilig priesterdom om geestelijke offeranden te offeren, waaraan de geloovige gebouwd wordt als een levende steen. Niet »een harde" en toch wel weer »een harde steen", kneedbaar gemaakt en gekneed door den Heiligen Geest, en daarom zachtaardig, verdraagzaam, klevende. En daarom weer zóó hard, zóó scherp, zóó pal staande voor de eer van God en zijn Woord!

Het geheel werd met onverdeelde aandacht aangehoord door de talrijk opgekomen schare.

Stelle de Heere God dit goede woord, en at er verder in den naam des Heeren tot de emeente zal gebracht worden, tot een rijken egen, en ontvange Hij, die het Hoofd der geeente, de Koning der kerk is en blijven al, de eere en de heerlijkheid!

Namens den kerkeraad, K. PASMA.

Oosterbierum D. P. '88.

Namens de gecombineerde classes Sneekraneker-Heerenveen van de Ned. Geref. keren (doleerende) wordt aan de andere kerken ede gedeeld:

dat 26 Juli 1.1. te Sneek heeft plaats gehad ene buitengewone classicale vergadering;

dat onder medewerking van de »deputati ynodi" Dr. W. van den Bergh en Dr. G. van oor in deze vergadering een onderzoek is edaan naar de kennissc, de belijdenis en den andel van den Eerw. heer P. J. Wymenga, octorandus in de heilige godgeleerdheid aan e Vrije Universiteit, en door de kerk van ollum beroepen tot haar herder en leeraar;

dat dit onderzoek geëindigd zijnde, door de ergadering is geoordeeld, dat genoemde heer P. J. Wymenga tot de bediening des Woords in de Ned. Geref. kerken mocht worden toegelaten.

Daarna is de gebruikelijke verklaring voor de bedienaars des Goddelijken Woords, vastgesteld in de Nat. Synode van Dordrecht 1618/19, door den toegelaten broeder onderteekend.

T. D. PRINS, Scriba.

Wons, 27 Juli 1888.

NOORDEN. Nadat ook alhier door enkele leden der gemeente een verzoek om reformatie bij den kerkeraad was ingediend en een weigerend antwoord ingekomen was, verklaarde een der ouderlingen, P. v. d. Bijl, alleen aan dit verzoek gehoor te willen geven. Onder leiding van den consulent werd toen de kerkeraad aangevuld en gekozen de broeders P. Rijlaarsdam tot ouderling, P. v. d. Neut en P. G. de Jong tot diakenen.

De gekozenen - werden 22 Juli in hunne ambten bevestigd door den consulent, waarna in de kerkeraadsvergadering van 27 Juli met de synodale organisatie gebroken werd. (De Heere stelle ook hier zijn kerk nog tot een lof en eere Zijns Naams!)

H. J. REUIJL, Cons.

De provinciale diaconale conferentie voor Zuid-Holland' zal' onder leiding van bedienaren des Woords D. V. plaats hebben op ro October e.k. te Delft in »Stads Doelen" aanvangende des morgens te 10 ure.

Toegang hebben alle predikanten en kerkeraadsleden der Ned. Gereformeerde kerken en verder allen, die instemming betuigen met de Drie Formulieren van Eenigheid.

He Diaconie der Ned. Geref. kerk {doleerende) te Delft,

L. DEN HOED, Praeses.

M. KOUWENHOVEN, Scriba.

De voorloopige commissie tot oprichting van een provinciaal diaconaal gesticht voor idioten in de provincie Gelderland hield Vrijdag 13 Juli te Apeldoorn hare eerste vergadering-

Besloten werd op de aanstaande provinciale diaconale vergadering, te houden te Arnhem, het voorstel in te dienen, op te nemen in het gesticht allereerst: kinderen en dezulken, die voor ontwikkeling vatbaar blijken. Ten tweede: niét alleen idioten uit de provincie Gelderland, maar ook uit de andere provinciën op te nemen.

De commissie houdt zich te dien einde aanbevolen giften voor dat doel, ook van buiten de provincie, te ontvangen, die door den diaken E. van Aken te Harderwijk in dank zullen ontvangen worden.

Namens de commissie,

A. JONKER GZN.

Apeldoorn, Juli 1888.

Ingevolge opdracht der voorloopige Synode van Nederd. Geref. kerken, bijeen gekomen te Utrecht den 2 5 sten Juni 1888, brengende ondergeteekenden onder de aandacht dier kerken, dat in De Heraut., onder de rubriek Officieele berichten uit de Nederd. Geref. kerken, behooren te worden ingezonden alle kerkelijke berichten, die voor het gemeenschappelijk leven onzer kerken van belang zijn; namelijk: alles wat op kerkelijke beroepingen en examens betrekking heeft; korte berichten aangaande hetgeen in classicale vergaderingen besloten is; mededeelingen van deputaten; berichten aangaande cqnferentiën in zake reformatie, diakonie enz. enz., opdat de onderlinge belangstelling daardoor worde gevoed en de opbouwing der kerken, mede langs dezen weg, bevorderd worde.

Deze berichten zullen moeten geteekend zijn door den voorzitter of scriba van kerkeraad, classicale vergadering of commissie., of wel door deputaten., en behooren des Donderdags vóór twaalf uur aanwezig te zijn op het bureel van De Heraut te Amsterdam.

De beschikbare ruimte in Z'^.fi^rff^i? bedraagt in het geheel slechts één of rl/2 kolom in ieder nummer. Kortheid van formuleering bevordert dus den.spoed der opneming.

J. C. SIKKEL.

J. C. VAN SCHELVEN, Scribae Synodi.

Utrecht, 28 Juni 1888.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen