GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Officieele berichten uit de Ned. Geref. kerken.

21 minuten leestijd Arcering uitzetten

Voorloopige Synode Van de Ned. Ger. Kerken

EERSTE ZITTING. {16 Januari)

De hervatte' yergadering is aangevangen op 16 Januari 1889 te Utrecht.

De iste zitting wordt geopend met het zingen van Ps. 67: ia en zb, gebed en het lezen van I Cor. 12, waarna de presentielijst wordt nagegaan en vastgesteld.

Tot de verkiezing van een tweeden Scriba, overgegaan zijnde, wordt Dr. Wagenaar gekozen De ingekomen stukken zullen in handen van verschillende commissiën van advies worden gesteld. Daarna brengen Deputaten in zake de hereeniging hun rapport uit, waarbij gevoegd is een concept-acté van inèensmelting, met bijlagen, gelijkluidend met die, welke aan de Synode der Chr. Geref. te Kampen door haar Ueputaten gisteren is ingediend. De prealabele quaestie over de handelwijze der, Deputaten na de bekende Asser besluiten wordt eenparig in dien zin beantwoord, dat de Voorloopige Synode de gedane stappen onder dankbetuiging goedkeurt en het Concept in behandeling neemt. De wijze, waarop dit Concept tot stand kwam, wordt toegelicht en daarna de morgenzitting door Ds. G. Ringnalda met gebed gesloten.

Na de pauze gaat Ds. Lion Cachet 'voor in gebed, en wordt verder de inhoud van de Concept-acte toegelicht. Daarna wordt over de algemeene strekking van deze acte de discussie geopend, die na ernstige beraadslaging, waarin, vanzelf het geheele Concept uitvoerig ook in bijzenderheden besproken wordt, eindigt met de eenparige aanneming van dit Concept

'Daarna sluit Ds. Ploos-van Amstel deze zitting met dankzegging.

TWEEDE ZITTING, {if Januari.)

' Deze zitting wordt geopend met het zingen van Ps. 90 ys. 9, gebed en het lezen van Psal, m 80: Na hét vaststellen dër noltulen werd rapport uitgebracht over een verzoek tót splitsing der kerk te Stad-en Ambt-Vollenhove, strekkende om dit Verzoek, althans nu, af te slaan, overeenkomstig' het' besluit der Classis. Er wordt besloten, dèr' Classis beiricht te zenden van 't mgekomen verzoek, onder verwijzing nakr het ter 'dien adnzien in de zomerzittingen bepaalde en de verzoekers naar hithne Classis te verwijzen, als''waar hun bezwaar tegen het geno üieri besluit tèt tafel behoort te komen.

Vervolgens wordt rapport uitgebracht over ettelijke vragen, door dè gecomljineerdeClassis 'Sneek, c. a; ingezonden, a. over de Vrije Gereföïmeerde Iterk te De Lemmer en haar leeraar, en hunne verhouding tegenover de Ned. Gereformeerde kerken, conform 'twelk wordt 'besloten, b. over de strekking en inrichting van het praeparatoir examen (voor candidaten van de Vrije Universiteit.) Over dit punt wordt gediscussieerd en vervolgens 't rapport te dezen weer tot na de pauze in handen der comniissie van advies gesteld, wairna Ds. Sikkel de morgenzitting rnet dankzegging sluit.

' Ia' de rniddagzitting, door Dr. Kuyper met gebed geopend, brengt de commissie een gewijzigd rapport in, houdende een voofloopige regeling > ah het praeparatoir examen, zoowel voor candidaten aan de Vrije Universiteit als voor anderen'. Na uitvoerige discussiën wordt zulk eene regeling vastgesteld, waarbij wordt bepaald, dat na i Juli in geen geval een candidaat beroepbaar zal zijn, die niet het praeparatoir 'examen heeft afgelegd.

Voorts wordt, naar een ingekomen vraag en 'daarover uitgebracht rapport, besloten, dat in Friesland 'voortaan drie Classes zullen zijn: de Classé Doküum, die van Franeker en de gecombineerde ' Clkssej Leeuwirden, Sneek en Heerenveen. Voorts wordt, naar aanleiding van het oordeel der Classis Leiden, Gouda en Den Haag over hare splitsing, besloten haar te machtigen tot splitsing in dier voege, dat de QX& i^xs' Leiden afzoiïderlijk zij en Gouda en Den Haag gecombineerd blijven.

Na bespreking van enkele voorstellen komt het rapport van Depataten voor 't examen aan de orde met het advies van de daarvoor aan-'aarïgewezen coriimissie. Beider behandeling wordt'aangehouden tot na de behandeling van het iiigèkornen rapport over art. VIK.

Nóg "wordt behandeld een ingekomen schrijven van Ds. Van Lingen, met rapport daarover van eene commissie, in wier handen dit schrijven was gesteld. De 'behandeling dezer zaak wordt tot morgen verdaagd en deze zitting met dankzegging door Ds. B. Van Schelven gesloten.

DERDE ZITTING. {18 Januari)

De zitting'van heden werd geopend met psalmgezang, gebed en lezing uit Gods Woord.

Daarna worden de notulen gelezen en wordt een gewijzigd rapport uitgebracht over het schrijven van Ds. "Van Lingen. Na langdurige en ernstige discussie wordt besloten met meerderheid van stemmen om het schrijven in handen te stellen van de gecombineerde classis Arnhem, met verzoek om twee Deputaten te benoemen die met twee Deputaten der Synode deze zaak met den emerilus-predikant Van Lingen behandelen; alsmede om een missive te richten aan de classes, die wijst op de zonden der kerken. Tot deputaten in zake Ds.

Van Lingen Worden benoemd de broeders De Hartog en Van den Bergh; om bedoelde missive op te stellen broeder Kuyper in overleg met de broeders Ploos van Amstel, Van den Bergh en Klaarhamer. Nu wordt ontvangen een bericht van de Sjfnode van Kampen, dat een amendement Beuker-Littooy is aangenomen, hetwelk wordt medegedeeld. Hierop wordt de morgen-vergadering gesloten.

De middag-vergadering, met gebed geopend, houdt zich allereerst bezig met de amendementen der Synode van Kampen, over wier voorgestelde wijzigingen de onderhandelingen voortduren, waarna deze zitting met dankgebed gesloten en de voorlöopige Synode verdaagd wordt tot aanstaanden Dinsdag. ;

VIERDE ZITTING. {22 Januari)

De vergadering mei gebed en het lezen van Gods Woord geopend zijnde, wordt tot 2en scriba wegens absentie van Dr. Wagenaar aangewezen Ds. Boonstra en brengen de twee Deputaten, brs. Kuyper en Van den Bergh, rapport uit over hunne zending naar de Synode te Kampen ter toelichliiig van dè' voorstellen, onzerzijds voorgesteld, waaruit blijkt, dat in een tweetal punten bezwaren bleven, bestaan.

De verdere behandeling dezer zaak wordt uitgesteld tot morgen en nu overgegaan tot de behandeling van het ingediende' rapport over Art-VIII, waarover vóór de pauze de algemeene beraadslaging wordt gevoerd.

Als na de pauze de zitting herojDend was met gebed, werden de aan het slot van dat rapport voorgestelde punten achtereenvolgens aan de orde gesteld, hier en daar gewijzigd, en na uitvoerige discussie vastgesteld, zoodat nu de uitvoering van Art. 8 is geregeld. Dit rapport zal terstond wordeh gepubliceerd en dit besluit terstond in werking treden.

Nu komt in discussie het Rapport der Deputaten voor 't examen, met daarover uitgebracht advies van eene Commissie, waarbij verscheidene punten ter sprake komen, de deputaten worden gecontinueerd, met dien verstande; dat in plaats van Ds. v. Lingen, Ds. Hoekstra wordt benoemd en het getal Deputaten met twee wordt vermeerderd, de brs. Sikkel en Wagenaar. Daarna wordt deze zitting met dankzegging' gesloten.

VIJFDE ZITTING. {23 Januari.)

De vergadering der Voorlöopige Synode van heden 23 Jan., werd met psalmgezang, gebed en lezing des Woords geopend door Dr. G. Van Goor, die door afwezigheid van den praeses Ds. P. Van Son, als voorzitter optreedt en als assessor vervangen wordt door Ds. B. Van Schelvent. Na de arresteering der notulen bepaalt de Synode dat personen, die naar aft. VIII wenschen toegelaten te worden tot de bediening des Woords, indien zij wonen in de provinciën Holland, Utrecht, Friesland,

Overijsel, Drenthe en Groningen, zullen worden geëxamineerd door de Classis van Amsterdam; en indien zij wonen in de provinciën Gelderland, Zuid Holland, Zeeland, Noord Brabant en Limburg door de Classis van Rotterdam.

- Vastgesteld wordt de nadere formuleering van een aangehouden punt in zake de missive van Ds. Van Lingen, en van de verhouding der Kerken tot een mogelijk gravamen, zoolang nog niet èene vergadering kan bijeenksmen, tot beoordeeling daarvan bevoegd.

Aan de orde komt het rapport der Deputaten in zake de hereeniging met de Christelyke Gereformeerden. De Synode vereenigtzich eenparig met het voorgestelde uitgangspunt, om, op den grondslag van het wederzijds aanvaarde, den weg tot hervatting der onderhandelingen open te houden. In overeenstemming daarmede wordt aan een vijftal Deputaten, waartoe de dusver gehandeld hebbende broederen benoemd worden, het recht gegeven de aan te wijzen Synodale Kerk uit te noödigen eene synode bijeen te roepen^ Het rapport aangaande het gehouden Congres van regeer-ouderiingen wordt onder dankbetuiging aangenomen. Aangaande de onderhandelingen met de Ledeboerianen wordt het besluit van den vorigen zomer gehandhaafd, terwijl deputaten in zake de Zondagsrust en de verhouding tusschen patroon en werkman diligent worden verklaard. Na de beantwoording van enkele ingediende particuliere vragen wordt bepaald dat, behoudens het recht van deputaten voor de onderhandelingen met de Christ. Gereformeerden tot verschuiving van den datum, de eerstvolgende Synodale vergadering zal worden gehouden in de laatste week van Juni 1890. Als.-Synodale kerk wordt aangewezen de kerk van Leeuwarden.

Na dankbetuigingen aan ..^e kerken te Utrecht en Arnhem en aan de adviseerende leden, wordt de vergadering na dankzegging gescheiden.

Beslait ter Synode i» zake deKanipcnsche aiueiidemeuteii.

De Synode qq., gezien de telegrammen en het schrijven haar door dé Synode van de Chr. Geref. Kerk te Kampen vergaderd, toegezonden, besluit hierop als volgt: Met dankzegging aan den Heere onzen God constateerende,

i". dat tusschen haar en de Synode van Kampen algeheeie overeenstemming verkregen is over het pHchtmatige en van God gebodene der Vereeniging, alsook over de beginselen, en de formuleering dier beginselen, waarvan daarbij behoort te worden uitgegaan;

2". dat i^isgelijks algeheeie overeenstemming verkregen is over elf van de veertien punten, die ter uitvoering door de Deputaten waren voorgedragen, ook wat aangaat het Reglement van 1869 en het eventueele contract voor combinatie van kerkeraden;

en 3°. dat het nog niet kunnen slagen in de 'poging om reeds terstond ook op de twee eenige iiog in geschil zijnde punten overeenstemming van formuleering te bereiken, beiderzijds de harten met droefheid vervuld heeft; besluit, eer zij scheidt, aan de Christ. Geref.

Kerk te berichten, dat de Ned. Geref. kerken te allen tijde bereid blijven, op den grondslag van hetgeen nu beiderzijds wel aangenomen wierd, de onderhandeling over de twee nog open gebleven punten te hervatten,

deputeert voor mogelijke onderhandelingen van dien aard Dr. Van Goor, Dr. Van den Bergh, Dr. Kuyper, Dr Rutgers en Ds. Sickel, met last, om desnoods de Synodale kerk te verzoeken, een Synode dezer kerken voor de voortzetting der onderhandelingen saam te roepen,

en besluit, wat aangaat de aanraking die inmiddels reeds tusschen de kerken van beide formatiën niocht voorkomen, i

I*. dat de Deputaten bo vengenoemdj bij manier van correspondentie, zoo hiertoe een weg geopend wordt, de Ned Geref kerken door bijwoning der Synodale vergadering van de Chr. Geref. kerken op haar Synode kunjien representeeren;

s". dat de Classicale vergaderingen in gelijken zin een of meer broederen deputce. en kunnen, om bij manier van correspondentie, de classicale vergadering der andere groep bij te wonen, en deputaten ter correspondentie van haar Classis te ontvangen;

3°._ dat' ditzelfde geschieden kan tusschen de beide Kerkeraden in eenzelfde plaats; 4°. dat, waar eenige Kerkeraad onzerzijds nu' reeds in eenige combinatie wenschte te treden met den Kerkeraad der Christ. Geref. kerk in diezelfde plaats, de voorstellen hiertoe in zijn te zenden bij de Classis, die hierover niet dan na ingewonnen advies van de bovengenoemde Deputaten besluiten zal;

5°. dat bijaldien eenige Kerkeiraad tot Dienaar des Woords wenscht te beroepen een leeraar der Chr. Geref. kerk (hetwelk, met het oog op eventiieele hervatting der onderhandelingen, thans zeker niet schijnt aan te raden), zulk een Kerkeraad deze zaak brengen zal voor de Classis, die hierover, niet dan na ingewonnen advies van de Deputaten bovengenoemd, besluiten zal;

6°. dat in plaatsen waar reeds een Kerkeraad van Christelijke Gereformeerde zijde gevestigd is, niet tot bevestiging van een Kerkeraad onzerzijds zal worden overgegaan, dan nadat door of vanwege de Classis (tenzij deze dit schadelijk acht) pogingen zijn aangewend, om hierover met den Kerkeraad der Chr.

Geref.' kerk tot zeker overleg te komen of ook eenige samenwerking mogelijk zij, en opdat in elk geval alle miskenning van de reeds bestaande kerkformatie worde gemeden ;

7°. dat Deputaten bovengenoemd en alle kerkelijke vergaderingen zich bij hunne adviezen en handelingen ten deze zullen te gedragen hebben naar deze regelen:

a. dat geene overeenkomst worde aangegaan, die niet uiterlijk binnen den termijn van één jaar geheel opzegbaar zal zijn, en steeds onder beding dat alle bepalingen dezer overeenkomst, die aan de uitvoering van een door beide Synoden te-sluiten overeenkomst in den weg mochten staan, door zulk eene overkomst zullen geacht worden te zijn vervallen; b. dat bij alle correspondentie wederkeerigheid worde bedongen;

c. dat men zijn eigen organisatie onzerzijds stipt in orde houde, door het bijhouden van de boeken, het benoemen van ouderlingen en diakenen, en het opkomen in onze classis; d. dat dè geldelijke lasten en baten duidelijk over en weer gestipuleerd worden; e. dat de Dienst des Woords zonder dien der Sacramenten nooit basis van onderhandeling zij;

, èn/. dat in plaatsen waar reeds een Christ. Geref. kerkeraad is, en de onzen pas optreden en dat in zeer kleinen getale, b. v. de 30 zielen niet te boven gaande, onzerzijds minstens één ouderling en één diaken worden benoemd en de classis bij de combinatie als kerkeraad handele; en voorts draagt zij aan den voorzitter en den abactis op, een afschrift van dit besluit met begeleidend schrijven té doen toekomen aan de Chr. Geref. kerk, onder het adres van Dr. H. Bavinck, als daartoe van de zijde dezer kerk aangewezen;

en eindelijk om dit besluit onder de officieele berichten der kerken té publiceeren. ' Dr. VAN GOOR, Praeses.

Ds. J. C.' VAN-SCHELVEN, Abaetis.

' Wtrécht, 23 Januari 1889.

'Besluit der Synod» in zakehèt Pr».«païatoir E.Tamrn.

In zake de strekking en de inrichting van praeparatoir examen voor candidaten in de Theologie, heeft de voorlöopige Synode.het volgende vastgesteld:

de strekking van dit onderzoek is: chadelijke propositiën en ongeschikte beroepingen te voorkomen ; en wijl een definitieve beslissing, in den tegenwoordigen stand van zaken, omtrent deze aangelegenheid nog niet kan gegeven worden, de inrichting van dit examen voorloopig op de volgende wijze te doen geschieden:1°. Onderzoek naar de stukken door den examinandus over te leggen, n.l.: . Attestatie van de kerk, waarin hij de laatste twee jaren verkeerde.

b. Bewijs van goed afgelegd candidaatsexamen in de Theologie, bij eene Hoogeschool, belijdenis doende van d« Gereformeerde religie. c. Testimonium van een Theologische Faculteit als boven, aangaande zijn academische loopbaan.

2°. Het uitspreken van eene leerrede over een tekst, acht dagen tevoren hem opgegeven, welke leerrede drie dagen tevoren op schrift door hem moet ingediend worden.

3*. Onderzoek naar de bekwaamheid in uitlegging van Oud-en Nieuw Testament, waartoe aan den examinandus tjvee hoofdstukken zijn op te geven, één uit het Oude, en één uit het Nieuwe Testament.

4°. Onderzoek naar de kennis der leerstellige godgeleerdheid.

Bij dit examen, af te nemen in de classis, waarin hij domicilie heeft, zijn geen deputati Synodi tegenwoordig, tenzij het stuk sub 1°^ niet door den examinandus is overgelegd» In dat geval moet onderzocht worden, ot hij blijken geeft van een wetenschappelijke ontwikkeling, die op gelijke hoogte staat met die geëischt wordt voor het candidaats-examen in de Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit; daartoe zullen de Brs. De Hartog, Kuyper en Rutgers aan dit examen deelnemen.

Na gunstigen afloop wordt aan den candidaat toegestaan, als proponent of candidaat tot de Heilige Bediening, op verzoek van een kerkeraad voor een enkele maal den dienst des Woords te vervullen en publieke en private catechisatiën te houden, en belooft hij niets te zullen leeren, danWat in overeenstemming is met de belijdenis der Gereformeerde Kerken.

De aanvraag tot het examen en de inlevering der stukken zal tijdig geschieden.

De kosten worden gedragen door de Classis.

Zij die niet in het bezit zijn van de stukken bedoeld sub 1°. b, storten echter eenhonderd gulden in de kas van de Classis.

Dit besluit treedt in werking na i Juli 1889; na dien datum zal niemand, die in de hier bedoelde termen valt, beroepbaar zijn, tenzij hij dit praeparatoir examen met goed gevolg hebbe afgelegd.

Namens de voorlöopige Synode te Utrecht: J. C. VAN SCHELVEN, Scriba.

D. BOONSTRA, Scriba.

Besluit der Syiiode itf'iaKie'-'ae fehcMTan Ds, van Lingen.

In zake de missive van Ds. Van Lingen besloot de Synode'.

1. dit stuk aan de classis van Arnhem te zendeti, met verzoek om twee Deputaten te benoemen, ''die met tvree Deputaten harerzijds deze zaak zullen afdoen, en zulks in dien geest dat zij aan Ds. Van Lingen berichten: a. dat de Synode deelt in zijn leedwezen over de voor onze kerken smadelijke gevolgen, die de openbaarmaking zijner bezwaren, alvorens ze kerkelijk in behandeling waren gebracht, gehad heeft;

h. dat de Synode Ds. Van Lingen niet kan beschouwen als gewoon lid, want dat hij is emeritus-predikant, en deze roeping in Gods kerken na de reformatie evenzeer behield, , als de Hervormers hunne ordening uit de Roomsche kerk;

c. dat hij derhalve verplicht was geweest als emeritus predikant zijn bezwaren, zoo hij kerkelijke behandeling noodzakelijk achtte, bij zijn classis te brengen, opdat ze langs dien weg desnoods bij de Synode mochten komen; d. dat de Synode, hoewel zij verplicht zal zijn voortaan, klachten langs onordelijkcn weg ingekomen, buiten behandeling te laten, in dit geval, wijl hierin waarschijnlijk bij vergissing gedwaald is, ' gaarne den broeder ter wille is;

e. dat zijn klacht in zake de procedure der geschorsten te Amsterdam, noch deze Synode, noch eenige kerk in doleantie, noch zelfs den kerkeraad van Amsterdam geldt, maar uitsluitend die toenmalige leden der Amsterdamsche kerk, die geschorst zjjnde, dezen weg insloegen. en ƒ. Wat aangaat de klachten over allerlei gebrek en misstand, die, zij het ook in min geordenden weg, dan toch onder hare aandacht zijn gebracht:

dat met ootmoedigen zin voor God den Heere moet beleden, hoe ook in het optreden onzer kerken, niet enkel uit de gestadige werking der zonde in veler hart, maar met name ook uit de nawerking van menige krankheid, die wij uit ons verleden onder de Synodale Organisatie, naar ons thansjgevormd kerkverband hebben medegebracht, velerlei ingeslopen misbruik moet verklaard, dat wel niet aanstonds geheel is weg te nemen, maar toch in de kracht des Heiligen Geestes en in den geest der barmhartigheid moet tegengestaan;

dat de kerken, en in haar de geloovigen, naar eisch van Gods Woord goed zullen doen, zoo zij, bij de opsporing en bestrijding van deze krankheden en zonden, niet te zeer aan bijkomstige uitwendigheden blijven hangen, als processen, toga's, houten of steenen gebouwen en wat dies meer zij, maar onder de leiding des Heiligen Geestes en bij het licht des Woords meer rechtstreeks bedacht mogen zijn op den dieperen wortel der zonde-, die nog zoo veelszins ons kerkelijk leven beroert, en dat zij in dien geest en zin, vooral zullen te bestrijden hebben:

1 °. het nawerken van den hiörarchischen en clericalistischen zuutdeesem eenerzijds, en ander* zijds het inwerken van Pelagiaansch-revolutionaire denkbeelden, die ons, nadat wij aan het juk der Synodale Organisatie ontkomen zijn, onder de wilkeur van menschelijk inzicht zouden brengen, in stede van onze kerken eeniglijk te doen buigen voor het heerlijk regiment van • onzen Koning en Heere;

2°. den schadelijken invloed, dien elke reformatie der kerken, waar die niet anders dan door breking met het kerkverband tot stand kan komen, zoo licht oefent, doordien vroegere banden met vele broederen en zusters verbroken wierden; iets wat er zoo licht toe verleidt, om de eenheid van het Lichaam van Christus en de gemeenschap der heiligen uit het oog te verliezen; zich op te sluiten in eigen kring; en alzoo den weg te ontsluiten voor sektaristische enghartigheid;

3*. de miskenning van andererijver voor Go4 ook al ging die o. i niet ia den rechten weg, waardoor gevaar ontstaat dat ingenomenheid met eigen weg van Reformatie leiden zou tot mindere waardeering van anderer bedoelen en alzoo tot geringschatting van het Lichaam van Christus en van de werkingen Gods tot opbouwing hiervan ; iets wat tevens zoo licht verleidt tot het gebruiken van min heilige wapenen.

4'. het niet doen maar nalaten van hooge dingen, die men in beginsel terecht beweert en als stelsel predikt, zooals daar zijn de bewering dat men ambtelijk bewerken zal, wie nog niet met ons optrekken ; de bewering dat wij nu doen zullen wat anderen nalieten in de handhaving van goede tucht over leer en leven; en niet minder de bewering, dat terwijl vroeger onfermingloos gehandeld wierd, thans de geest der barmhartigheid ons zou leiden;

5°. het drijven van onordelijkheid in kerkelijke aangelegenheden, alsof onze afwerping van het Synodale juk niet strekte, om alsnu in den van God geordenden weg te wandelen en ons elk in onze roeping daaraan te onderwerpen, maar te verloopen in de wilkeur der bandeloosheid;

6°. het liefdeloos voorbijzien van de noodzakelijkheid, dat in deze eerste beginselen onzer nieuwe Reformatie, allerlei gebrekkigs nog een tijdlang moet geduld en gedragen, en slecht.s wederzijdsche liefde en ontferming voorkomen kan, dat dit gebrekkige geen vasten voet krijge of veler hart met wanhoop sla en verhittere ; 7*. het eenzijdig nadruk leggen op de formeele zijde der reformatie, zonder dat het wezen der kerk, die door deze reformatie gered moet, tot zijn recht kome, en daardoor het aanzeggen aan den goddelooze dat hij geen vrede kan hebben en aan den rechtvaardige dat het hem wel zal gaan, de zorge voor de zwakken en geestelijk kranken in de gemeente, het .uitdrijven van allerlei dwaling, het behoorlijk verzorgen der leeraars, de dienst der Barmhartigheid, der Zending en zoo veel meer op den achtergrond zou geraken;

8*. de miskenning van de geestelijke beteekenis van het Kerkverband en daardoor van de eenheid van het lichaam des Heeren, die zich openbaart in het verzuimen vaii tucht onder de opzieners en kerken onderling, in het eigenwillig zich-niet gedragen naar hetgeen door de kerken overeenkomstig Gods Woord in Classis en Synode besloten is, en in het niet mede dragen der geestelijke en stoffelijke nooden van andere deelen van het lichaam Christi;

en 9=. dat toch vooral moge bestreden worden de schriklijke werking van de zonde, die in velerlei ongereformeerd leven in huis en gezin, in velerlei hoogmoed en onheilige heerschzucht, alle eeuwen door - de kerken ontheiligd heeft, en ook onder ons nog zoo telkens te betreuren valt. Biddende daarbij de Synode van haar verheerlijkten Heere en Koning, dat zijn voorbede voor den Troon des Vaders voor zijn kerken waken moge, en dat^ waar de oude vijand nimmer aflaat zijn strikken tot verwoesting der kerke Christi uit te zetten, alle geloovigen in den gebede waken en strijden mogen om deze strikken, die ook voor hun voet verborgen en gespannen liggen, te ontdekken en er met Gods hulpe aan te ontkomen, — zijns Verbonds tot eeuwige gedachtenisse en zijn 5faam ter eer.

DR. VAN GOOR, praeses.

Ds. J. C. VAN SCHELVEN, abactis.

Utrecht, 23 Januari 1889,

De Ned. Geref. kerken van Noord-Brabant en Limburg hebben in hun classicale vergadering van 8 Januari 1889 besloten, voortaan (gelijk reeds te Fijnaart was geschied) tot nauwgezet opvolgen van artt. 79 en 80 der Dordsche Kerkenordening en tot wering vaa alle willekeur in deze het optreden van kerkeraden krachtens »het ambt der geloovigen" te binden aan de medewerking der betrokken classes, zoodat tot zoodanig optreden niet mag overgegaan worden, tenzij de classis zich te vergeefs tot den ter vrijmaking zijner kerk ongezinden kerkeraad hebbe gewend.

De classe heeft tot deputaten in deze zaak gemachtigd: elke ontkomene kerk voor hare genabuurde nog niet vrijgemaakte z^isterkerken.

Zonder deze toepassing als regel te willen aanbevelen, - meent de classe het binden van optreden krachtens het ambt der geloovigen aan verplichte inmenging der classes naar genoemde artikelen aan alle classes ten zeerste te moeten aanbevelen.

Ingevolge opdracht van genoemde classis;

J. H. FEEINGA.

• Class. Correspondent.

De kerkeraad der Nederd. Gereform. kerk te Helder maakt met hartelijken dank melding van den stoffelijken steun voor den kerkbouw, te dezer plaatse ontvangen van de ondervolgende kerken:

Spijk ƒ 5, Vlaardingen ƒ 19.05', Stad ah.

Haringvliet ƒ 4, Baambrugge ƒ 5, Helmond ƒ 2.55, St. Anna-Parochie f 13, Makkum ƒ 6, fgift van Ds. B. e. a.) Anjum ƒ 11, Nieuw Heivoet / 5, Zuidwolde ƒ 3, Delft ƒ 56.51», Waarder ƒ 17 50, Velp ƒ 17, Nijkerk ƒ 10 en Lollum ƒ 2.75. Totaal ƒ 177.47.

Aangezien de som, totnogtoe ingekomen, niet groot is, en de gemeente alhier gering in ledental is en weinig draagvermogen bezit, neemt hij de vrijheid nogmaals beleefd te herinneren aan zijne, aan de kerken verzonden circulaire van 30 Augustus jl., waarin om steun bij den voorgenomen bouw werd gevraagd.

Noord-Holland is voor het meerendeel onder de macht van het .ongeloof, dat is een algemeen bekend en treurig feit; verblijdend in de hoogste male is het daarentegen, dat ook daar, door de gunste onzes Gods, in verscheidene gemeenten de Reformatie^ doorwerkt en reeds eenige kerken tot openbaring kwamen. Toch dient in het oog gehouden te worden, dat juist die kerken, waarin de Reforma-

tie krachtens het ambt der geloovigen tot stand kwam, uiterst zwak zijn, en veel steun, zoowel stoffelijk als geestelijk, behoeven van de zusterkerken, die door den Heere op beider gebied ruim werden gezegend.

Daarom dan ook heeft de kerkeraad nogmaals den moed aan die kerken te vragen: »Help ons en draag een steentje bij", de kleinste gave zal met dank worden ontvangen.

De ongeschiktheid tot het houden van godsdienstoefeningen in het gebouw, waar tot heden toe, tegen hoogen huurprijs, vergaderd werd, en de omstandigheid, dat andere geschikte lokaliteit hier niet te verkrijgen is, doen ons verlangend uitzien naar het oogenblik, dat wij een eigen gebouw kunnen betrekken.

De lïeere onze God zelf binde u onze nooden op het harte en bewege u om Christus' wil tot milddadigheid, opdat wij ons, kon het zyn spoedig, ; in staat gesteld zien, een eenvoudig, klein gebouw, voor den dienst des Woords geschikt, te kunnen laten optrekken.

De kerkeraad voornoemd.

Ds. W. DEN HENGST, Fraeses.

P. REIJUNG, Scriba,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 27 januari 1889

De Heraut | 6 Pagina's

Officieele berichten uit de Ned. Geref. kerken.

Bekijk de hele uitgave van zondag 27 januari 1889

De Heraut | 6 Pagina's