GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Over het optreden van Dr. Hoedemaker

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Over het optreden van Dr. Hoedemaker

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

tegenover de kerk te Heeg, uitte Dr.

Wagenaar in de Friesche Kerkbode roerenden smartkreet: dezen — „De man, die voor Heeg in 's Heeren hand het voornaamste middel is geweest, dat de Kerk tot breking met de Organisatie heeft gebracht.

»Nog als gisteren heugen ons de uren, die door den toenmaligen Hoogleeraar aan de Vrije Universiteit in onze - : : ik vergis mij — in der Synodalen pastorie — werden doorgebracht. Mijne ligging in zake kerkherstel was, toen de professor kwam, hoewel met levendige sympathie voor de personen; die reeds de Doleantie voorstonden, als Dr, V. d. Bergh en Ds. Ploos van Amstel, of voor hun opkomen voor het recht van het Opzienersambt in conflict waren, als Ds, V. Kasteel en Ds. v. Son c. s. — toch nog goeddeels confessioneel en mijn streven om door omzetting van het personeel der kerkelijke besturen (zelf was ik lid van het Class. Bestuur van Sneek en had als secundus voor Ds. Moquette herhaaldelijk de vergaderingen van het Prov. Kerkbestuur van Friesland bijgewoond) op den grondwettigen grondslag van Art. XI een reorganisatie der Hervormde Kerk te verkrijgen.

Wel was ik in de vergaderingen der Hoogere Besturen tot de overtuiging gekomen, dat deze weg onuitvoerbaar zou blijken en op geheele teleurstelling uitloopen, doch ik vond mij in mijne conscientie nog altijd bezwaard om met eene Organisatie te breken, die nog Art. XI had in 't Algemeen Reglement.

„Resultaat echter van velerlei bespreking met zijn Hooggeleerde en van zijn bezielende rede te Sneek gehoord, was, dat ik begon in te zien, dat art. XI een valsche vlag, een ongereformeerd artikel is; dat in den weg van de omwerking van 't personeel der hoogere Besturen geen zegen verwacht worden mocht, en dat het zonde, voor God was langer die hoogere Besturen als kerkelijk gezag te erkennen en hen daardoor te steunen in hun vervolgen van Christus zelven in zijne leden.

„Nog, klinken in mijne ooren na opmerkingen als deze: Art. XI moet weg. Het is niet gereformeerd. De leer der Kerk mag niet gehandhaafd worden in den bedoelden zin; maar de belijdenis der Kerk moet in levend contact met wettige synoden volmaakt, voltooid worden. Daarbij staat in Art. XI, dat de „^eer der Kerk gehandhaafd" worden moet door allen, die in onderscheidene betrekkingen met het kerkelijk bestzmr belast zijn; en deze woorden slaan op het collegiaal kerkbewind, op de Hiërarchie der Besturen, in de andere artikelen van 't Algem. Reglement gesteld. Art. XI is dus negatie van het opzienersambt, een contradictio in terminis; een valsche vlag.

„Niet woordelijk kan ik weergeven, wat ik hoorde; maar de zaken, zooals ik ze toen voor het eerst zag, bij het verrassend licht, dat Z.H.Gel. er over wierp, staan mij nog zoo levendig voor den geest, dat ik ze nooit zal kunnen vergeten.

„Verder overtuigde mijn vriendelijke gast mij van het ongeoorloofde om langer de hoogere Besturen te erkennen en er in of onder te zitten door het volgend beeld: „Als mijne vrouw onze kinderen toevertrouwt aan de kindermeid om met hen te wandelen in Amsterdam en daar komt eene dame aan, die van haar eischt om het opzicht over de haar toebetrouwde kinderen aan haar over te dragen, en mijne dienstbode doet dit en komt zonder kinderen thuis, wat, meent ge, zal mijne vrouw zeggen.? Had de meid recht om het op haar gelegd gezag over te dragen aan een and? r.?

Immers neen. Welnu, zoo is het ook ongeoorloofd voor onze opzieners om het hun toevertrouwd gezag, juist omdat dit gedelegeerd gezag is, af te staan en bij stemming over te dragen aan de classicale en provinciale besturen. Het is zonde zitting te hebben in, te stemmen voor, erkenning te betoonen aan besturen, die het op de ouderlingen gelegde gezag voor zich nemen.

De kerkeraad is van Godswege ve/plicht den besturen aan te zeggen, dat hij met berouw en schaamte terugroept het overgedragen gezag, terugneemt het opgedragen mandaat, als zenc overdracht van gedelegeerd gezag, strijdig met Gods Woord.

„Hierom ook kan God de Heere geen zegen geven op het pogen om door meerderheid van stemmen in de bestuurscoUeg'es kerkherstel te verkiijgen. Dit is Gods eere te na.

„In dezer voege leerde mij prof. Hoedemaker, en de Heere deed het woord, dat hij sprak, zinken in mijn hart, en — mij te sterk geworden zijnde — heeft de Heere mij er toe gebracht om te breken met een toestand, die mij zcnde was geworden voor God.

»Nog verklaarde Z, H. Gel, dat hij nu den doleerenden kerkeraad van Amsterdam kon erkennen, die veel te lang gewacht had met dit standpunt in te nemen. Had hij tegen het conftict grootelijks bezwaar gehad, nu verheugde hij zich met den kerkeraad weer te kunnen samenwerken.

Ook bespraken wij samen de zaak van het petitionnement, dat moest worden op touw gezet, in het belang ook van de goederen der in doleantie getreden Kerken! „Zoo voor-en toebereid reden we naar Sneek. Daar werd de Geest des Heeren vaardig over den spreker. Onvergetelijk is velen honderden dat sierlijk woord over den wortel Isaï's die zal staan tot een banier der volkeren. Nog hoor ik den prediker het Friesche volk neerwerpen in schuld en schaamte en de oproeping klinken door de zaal ^.pm te breken, te breken" met de Organisatie van l8i6'S2; van de Noordergrenzen tot de Zuidergrenzen; en — „lichter zou het zijn de Noordzee af te dammen dan dien stroom te keeren !" Wat me vooral in de ziel zonk, was de nadrukkelijke verzekering: „Dsze beweging is de laatste, na deze 'komt geen nieuwe!" en wat mijn hart raakte, was de keurige schilderij van de jonge maagd, die een martelaar, vastgebonden aan een paal, zag verdrinken in den opkomen den vloed en uitriep : Ik zie den Heiland, gemarteld in een zijner leden." Dit voorbeeld werd toegepast op de vervolging, den doleerenden broederen aangedaan, en den leden der Synode toegeroepen: »Ware uwe hand verdord, eer ze dat schandelijk vonnis teekende!" . . .

„En deze zelfde man onderteekende weinige maanden later opnieuw den synodalen beroepsbrief, erkende daarin uitdrukkelijk de hoogere Besturen voor het „bevoegde gezag" in de Kerk, verbond zich in koelen bloede om de verordeningen der Organisatie van 1816/52 te zullen naleven, en werd rustig predikant onder de Synode! „Deze zelfde Dr. Hoedemaker ging na eenige maanden naar Sneek om de te verdorren hand van Ds. Moquette te drukken.

„Deze zelfde man verscheen ter Classicale vergadering, nam deel aan de stemming voor de hoogere Besturen, ja nam het in beraad, om zelfs lid te worden van een hooger bestuurscoUegie, waartoe hij werd gekozen..,

„Deze zelfde man richtte eerlang een weekblad op, waarin inplaats van het breken met, het blijven onder de Organisatie wordt voorgestaan, en zooveel bitterheid wordt uitgegoten over de „vervolgde" en „mishandelde broeders" van vroeger, dat de Banier er stil van is geworden en Ds. Buitendijk wel aftreden kon,

„Doch voor ééne zaak, zoudt ge denken, zal dominee Hoedemaker zich wachten.

„Als hij nog een greintje eerlijkheidsbesef en schaamte overgehouden heeft, dan komt hij nooit te Heeg.

„De arme gemeente, die hij zelf in 't ongeluk geholpen heeft, kan hij niet komen bestrijden; dat zou beneden alles zijn; dat zou gelijken op het doen desgenen, die zijne slachtoffers eerst verleidt en dan ....

„Helaas, — Prof. Hoedemaker nam een beroep aan — in den ring van Heeg.

„Maar hij had op eene vergadering openlijk uitgesproken, dat hij immers niet tegen de kerk van Heeg optreden zou ...

„De "zonde is een hellend vlak.

„Slechts de eerste stap kost moeite.

„Prof. Hoedemaker was nauwelijks predikant van Nijland — of hij vond er hoegenaamd niets in om naar de vacante Kerk van Heeg te gaan.

„Die dominee Wagenaarwas immers afgezet l „Het trok Dr. Hoedemaker zelfs aan om te Heeg op te treden....

„Och, rukte hem de Heere, die Jeruzalem verkiest, nog als een brandhout uit het vuur.

„Zóó heerlijke gaven; zóó rijk gemoed; zóó veelomvattende kennis — ach, moet ze verspild in het krenken der broederen, in het s naden der Kerken, die zooveel opofferden om in vrijheid den Heere te dienen naar zijn eigen Woord; in het zondig pogen om door de hoogere Besturen kerkherstel te verkrijgen; in het zich en anderen verblinden met de illusie van Gerson, die Huss ten houtmijt dreef en de Hiërarchie van Rome redde."

Ook onze lezers herinneren zich het verslag in December 1886 in onze kolommen opgenomen, van de toespraak vol gloed en bezieling door Dr. Hoedemaker destijds in Friesland gehouden, en waarin hij alle Friesche kerken opriep, om op staanden voet met de Synodale organisatie te breken.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 3 februari 1889

De Heraut | 4 Pagina's

Over het optreden van Dr. Hoedemaker

Bekijk de hele uitgave van zondag 3 februari 1889

De Heraut | 4 Pagina's