GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Onder enkele studenten aan de

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Onder enkele studenten aan de

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Onder enkele studenten aan de Amsterdamsche Stadsuniversiteit ontwaakt een geest van verzet tegen den zedeloozen toon en de zedelooze manieren, die in de studentenwereld aan onze Overheidshoogescholen helaas, heerscht.

Twee hunner zonden er zelfs een brochure over in het licht.

Het jongste dezer twee draagt ten titel: De ontucht in onze Studentenwereld, Amsterdam bij F, W, Egeling, en is van zulk een aard dat het ook in ons blad dient besproken.

De schrijver toch van dit vlugschrift ss een jonge man van gezonden aanleg en die God vreest, en die uit dien hoofde tot de volledige bekentenis komt, dat ook in de wereld van ons Hooger onderwijs alles misliep doordien men van den grondslag der Heilige Schrift afweek, en niets weer in orde kan komen, tenzij men tot de Heilige Schrift terugkeere.

Doch hoore men hem zelf.

Losbandigheid ontstaat z. i. door het verlaten van de Heilige Schrift.

Nu is het mijn vaste overtuigmg, dat de oorzaak en de bron, waaruit al die onheilen, die misstanden voortkomen, met één woord kan genoemd worden en dat is: Losbandigheid.

Losbandigheid ontstaat, wanneer de mensch geen richtsnoer, geen leidsvrouw heeft voor de uitgangen van zijn hart, voor zijne gedachtenwereld, voor zijne woorden, voor zijne daden. De éénige welbeproefde en betrouwbare leidsvrouw is de Heilige Schrift: het boek, waaruit altijd de eenvoudige troost en vrede, waaruit altijd de geleerde wijsheid en verlichting des verstands heeft kunnen putten; het boek, waarin ons het levensbeginsel der kerk van alle eeuwen, de vrede met God, de troost der ziele, de rust voor onze conscientie, de rots en het steunpunt van ons denken wordt geschonken; het boek, dat in zichzelf het getuigenis draagt van Goddelijken oorsprong: waarin ons den loop van het menschelijk geslacht, de historie der volken, de wording der aarde en des hemels, de komst van onzen Redder, den strijd van wie de waarheid liefhebben, de toekomst van de kinderen Gods, ja, het einde dezer wereld wordt geopenbaard; het heilige en met niets vergelijkelijk boek, in verscheiden eeuwen door verschillende schrijvers opgesteld en evenwel de historie van het ééne zaad der vrouw, het zaad Abrahams, de wortel Davids, Jezus van Nazareth, den Koning der heerlijkheid, wien alle macht is gegeven in hemel en op aarde, en die zijn Trooster wil zenden, zoolang zijne kerk hier zal moeten strijden; het geheel éénig boek, één in opvatting, één in samenvatting van alles, wat zich ter oplossing en ter bevrediging aan het menschelijk hart voordoet. AVaar wijst ons — wij hebben zeer weinig gezegd — het menschelijk geslacht een betere, een andere leidsvrouw aan voor ons hart, voor ons verstand, voor onzen wandel, ja, voor ons gansche leven? Welnu, die leidsvrouw heeft men licht geacht! Men heeft de schoone vaas aan stukken gesmeten om te zien, hoe schoon de stukken waren! Men heeft geweigerd in den appel te bijten om te proeven, hoe hij zou smaken! Men heeft het geheel uit het oog verloren om de deelen g h l do h de l l t d t vossdd n sdtctgz z v n verkeerd te kunnen beschouwen en te' vernielen! Men heeft het getuigenis der kerk en der kinderen Gods niet meer met sympathie aangegrepen! Men heeft aan onze studentenwereld haren vasten grond onder de voeten weggegraven; hare leidsvrouw geroofd; men heeft de intellectualisten onder ons gestreeld als met een Eritis sicuti Deus; men heeft haar den heiligsten band voor verstand en hart ontroofd, men kan haar geen anderen er voor in de plaats geven:

Beroofd van heilige banden tot richtsnoer, werd men losbandig.

Deze losbandigheid sloop ook op wetenschappelijk terrein in alle faculteiten.

Hoor slechts, voor wat de aangaat: Theologische

Losbandigheid des harten wordt sterk gesteund door de losbandigheid des verstands.

In alle faculteiten niet alleen hier maar schier over de geheele wereld

De Theologische faculteit.

De Theologen, zoo hier als elders, hebben met de vernielende critiek en de uiteenrukking der Schrift onze confraters overstelpt met eene menigte van handboeken en commentaren of critieken, waarmee het verstand geen raad wist en waarin het hart geen ruste vond. Het getuigenis der kerk en der heiligen werd verachtelijk gemaakt en alzoo liet men de studentenwereld, na haar al haren steun afhandig te hebben gemaakt, dolen op alle wegen, behalve op de wegen der Schrift, die men aan alle zijden had versperd. De regina scientiarum, de theologie, de koningin der wetenschappen, is aan het verderf ter prooi geworden.

Dan de yuridische faculteit.

De juristen, onder invloed van deze verdervende zoogen. godgeleerden, en van het heidensche Rome, verloren allen lust om in den huldigen doolhof der theologie hun richtsnoer te zoeken; beperkten zich in studie tot handboeken, waarin geen rekening meer werd gehouden met den Souverein aller vorsten, den Potentaat aller Potentaten; waarin alleen op deze aardsche dingen werd gelet en de band des menschen met zijnen God werd miskend; waarin het gezag naar het profanum vulgus van de gelyke menschen werd verplaatst; waarin de Gerechtigheid, als attribuut van den eenig Rechtvaardige, niet meer erkend, maar veeleer werd misvormd naar menschelijke overeenkomst; niet meer met heilige sympathie geëerbiedigd, maar veeleer stelselmatig genegeerd.

Evenzoo de Medische faculteit.

Ook onze fratres medici, wier werkkring toch reeds bijzonder op het stoffelijke gericht was, gevoelden den invloed in hooge mate. Ook zij vonden geen rust meer bij de regina scientiarum; lachten veeleer om de veelszins groote verlegenheid en vaak onlogische en onhoudbare positie der nieuwbakken theologen; gingen nog verder in hun materialistische tendenzen; bespotten alle geestelijk bestaan van den mensch; en wat het ergste voor de wetenschap was., hielden geen rekenschap meer met den onbeiekenbaren invloed van den geest op ons lichamelijk bestaan; begonnen te leeren recepten te geven voor toestanden, die alleen door den toestand van den geest bestonden en die alleen door geestelijken invloed met succes konden worden geheeld.

Niet minder de Literarische faculteit:

Onze literatoren werden nu voortaan zonder leidsvrouw henengezonden in het labyrinth van Grieksche en Duitsche wijsbegeerte; niet door de vormen en kunstvaardigheden alleen werd de geest geoefend, maar met de twijfelzucht evoed; alle vastheid en onwankelbaarheid geroofd en onthouden; het Christendom werd bij het beschouwen der geschiedenis van het Cathoicisme een verloren zaak voor den zoeker naar de waarheid, voor den Platonischen geest van on2en tijd (A. Pierson). Wat is waarheid? was et wachtwoord en de slotsom van Pilatus, van e Grieksche philosophie, die in scepticisme indigde, van de Duitsche philosophie en theoogie en evenzeer van onze theologische en iterarische zoekers der waarheid, (cf. de Wacher 1812 No. II.)

En evenzoo ten slotte de Natuurkun^ ige faculteit.

Na het gezegde behoeft het nauwelijks beoog, dat ook door onze natuurvorschers de ereischte vastheid wordt gemist. Alles staat p losse schroeven. De meest ontwijfelbare tellingen worden in twijfel getrokken. De chepping van hemel en aarde door den levenen God maakt plaats voor evolutietheorieën, ie in hun ouderlingen strijd elkander verietigen. Men mist niet alleen vaste grondlag; men wil, men verkiest de losbandigheid, ie, gevoedsterd in de wetenschap, hare vruchen draagt in het onzedelijk leven. Zeldzame onfraters, die, aan alle zijden door eigen weenschap en door anderer praktijk verlokt en' etrokken, nog mochten staande blijven. Gode ij dank, dat ze er nog zijn.

En wat moest nu de vrucht zijn van ulk tuchteloos en losbandig onderwijs? Zie het hier:

Alzoo was voor verstand en hart, en dus oor wetenschap en leven alle vastheid verietigd, waren alle vaste steunpilaren omge-

wroet; de wortel des vredes en der ruste was schijnbaar uitgeroeid. Welnu, hoe kan het apders, dan dat dit dolen op duizend bergen, deze onzekerheid, dit verliezen van allen eerbied, omdat, wat de een opbouwde, door den ander in allen ernst werd neergehaald; dit rusteloos zoeken naar vrede, waar zij niet te vinden, naar vastheid, waar zij niet te bereiken was, hoe kon het anders, dan dat deze radicale en stelselmatige losbandigheid zich in het leven openbaarde ?

Het onzedelijk leven onder onze confraters, de lichtzinnige spot, de oneindige bron van vuile moppen is dus slechts een natuurlijk verschijnsel, een noodzakelijk gevolg. Het staat niet op zichzelf en kan ook niet op zichzelf met succes bestreden worden.

Zeer juist wordt hier dus aangetoond hoe het verkeerde onderwijs stelselmatig en noodwendig ook de zeden bederft.

Juist geoordeeld en soms schoon gezegd.

Slechts één ding vat men niet.

De conclusie van dit opstel moest natuurlijk zijn: Derhalve moet ons Hooger onderwijs weer op den grondslag der Heilige Schrift worden geplaatst, en met de Overheidsschool gebroken.

Doch zie, daaraan denkt deze jonge man zelfs niet.

Bij dat station zal hij eerst later aan­komen.

Intusschen wierd zelden krachtiger pleidooi geleverd voor het goed recht en de noodzakelijkheid eener stichting als de Vrije Universiteit.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 6 april 1890

De Heraut | 4 Pagina's

Onder enkele studenten aan de

Bekijk de hele uitgave van zondag 6 april 1890

De Heraut | 4 Pagina's