GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Zending.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zending.

DE KWAAL EN 'T GENEESMIDDEL

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Moslemen en Christendom.  III.

Het ligt in den aard der zaak, zoo vervolgt de heer Schot, dat de Islam, omdat hij is een godsdienst, uitermate of alleen tot heerschen geschikt, dddr waar hij overheerscht wordt of in zijn heerschzucht beperkt, allicht verzwakken en terrein verliezen kan. Maar èn in Engelsch-èn in Nederlandsch-Indië, wint de Islam sinds de vestiging der Europeanen veld. Dat dit een bewijs van levenskracht zou zijn, meenen wij te mogen betwijfelen; wij schrijven het toe aan het slechte voorbeeld der Christen-Europeanen èn aan de vrees voor den Islam, waardoor men dezen godsdienst meer vrijheid laat.

En wat de uitbreiding in vroeger eeuwen betreft, al die groote veroveringen zouden op den duur toch nog niet het bestaan van den Islam hebben verzekerd; daarvoor was nog gansch iets anders, iets gewichtigers noodig. De overwonnenen moesten geheel doordrongen worden van den Islamietischen geest, — eerst dan had de Islam hen veroverd, — en dat resultaat werd verkregen door bekeering tengevolge van dwang eenerzijds en vrees en onverschilligheid op het stuk van godsdienst aan den anderen kant. Zij die uit overtuiging Islamsch werden, zullen wel de minderheid hebben uitgemaakt.

Dat in het Oosten de gehechtheid der Christenen aan hun godsdienst aanmerkelijk moest afnemen, door de menigvuldige twisten en verdeeldheden, ligt voor de hand ; een algemeene onverschilligheid moest ontstaan, en juist die algemeene onverschiligheid kwam den Islam ten goede.

Ook de weinige oorspronkelijkheid, of liever het gebrek aan oorspronkelijkheid van den Islam — eene samenvoeging uit verschillende godsdiensten, — maakte de bekeering zeer gemakkelijk, te meer daar het voornaamste de geloofsbelijdenis was, en op de vervulling der andere voorschriften niet al te streng werd gelet.

Des schrijvers slotsom is dat de Islam de kiem van afmatting, verslapping en geestdooding in zich draagt. Langzamerhand werd de kolossale Mohammedaansche eenheid verbroken en toen het fanatisme verdween, openbaarde zich een afsterving der Islamsche maatschappij, die al sterker en sterker werd.

Te veronderstellen, dat het Mohammedanisme den weg baant voor een zuiverder geloof, voor beschaving en verlichting, is zeer zeker een ongelukkige begoocheling, waarmede, helaas! nog velen zich bedriegen De Islam zelf voert het bewijs met zich om, dat zulk een veronderstelling ten eenenmale ongegrond, nooit voor verwezenlijking vatbaar is. Het Islamisme heeft overtuigend getoond, zijn belijders niet te kunnen voeren op den weg van beschaving en vooruitgang; zelfs heeft het die beschaving verhinderd en vernietigd.

Ja, geen stelsel is beter geschikt om zijn belijders af te sluiten van het licht der waarheid, dan de Islam.

Als ieder die zich een strijder voor de waarheid noemt, ook het zijne bijdraagt om de waarheid te doen zegevieren in de thans vervallen Islamsche wereld, dan mag niet betwijfeld worden, dat het reeds diep gezonken volk weder krachtig opstaan en een gelukkige toekomst tegemoet gaan zal.

Wat vooral de aandacht verdient, is het betoog des schrijvers omtrent de "bestrijding van den Islam." Schadelijken invloed, zegt hij, moet de Islam uitoefenen op alles waarmede hij in contract komt. Wie dienen daartegen iets te doen, en wat kan er tegen dat alles gedaan worden ?

De eerste vraag is zeer gemakkelijk te beantwoorden. Wie anders toch zal tegen het Islamisme dienen te handelen dan hij, die, door een verhevener stelsel gedrongen, streeft naar waren vooruitgang, verlichting en beschaving? De volken, die de zegeningen genieten en waardeeren van het Christendom, dienen hier al het mogelijke aan te wenden tot keering van den heilloozen, beschaving en voorspoed tegengaanden stroom.

Er is dikwijls veel verricht, met ontzettende inspanning van krachten. Doch dat er in de laatste tijden voldoende gewaakt en gewerkt wordt tegen den godsdienst van Arabië, durven wij niet toestemmen. Ja, eer zouden wij geneigd zijn aan aan te nemen, dat door een verkeerd begrepen humaniteitsbeginsel men er toe gekomen is, om geen gevaar te zien, daar waar toch gevaar is en blijft bestaan. Al was het alleen maar uit een politiek oogpunt, zoo diende men den Islam te beteugelen, omdat hij een leer is, een godsdienstig politiek stelsel, dat uitermate geschikt blijkt om het politiek evenwicht voortdurend in gevaar te brengen, en daarvoor steeds wordt aangewend.

Wat noodig is ? vraagt hij. Allereerst vermeerdering van verkondigers der Christelijke beginselen, en — al wat Christen is moet hem steunen, eeren. Dat is nog zoo niet. Waar de Moslem bespeurt dat het meerendeel der Christenen zich van de missionarissen afwendt, wordt het dezen bijna onmogelijk gemaakt met vrucht te arbeiden.

Behalve aan onverstandigen of onedelen godsdiensthaat of onverdraagzaamheid, is de minachting van de zending toe te schrijven aan onbekendheid met de verderfelijke strekking van den Islam en met het beschaving wekkend licht van het Christendom. Daarom is het zoo noodig, dat de Islam meer een voorwerp van onderzoek zij, meer dan thans door ieder gekend worde; zoodoende zullen van lieverlede allen het belang beseffen dat de maatschappij heeft niet alleen bij de bestrijding van den Islam, maar ook bij de waardeering van hen die ontberingen en allerlei moeiten, des noods schande, verdragen en schade lijden, om het Evangelie en de daaruit voortvloeiende verlichting en beschaving te brengen waar nu nog zooveel duisterheid is.

Op zeer veel plaatsen heeft de Islam bij de bevolking ingang gevonden door de stipte vervulling van de uiterlijke voorschriften van dien godsdienst, welke zij waarnam bij de meeste der Moslemen, en door den grooten ijver welken de Moslemen aan den dag legden tot verbreiding van hun geloof. De Moslem, in de meening verkeerende, dat zijn godsdienst, zijn moraal de beste is, om een volk gelukkig te maken, schaamt zich niet, om, waar hij dit kan, die moraal, dien godsdienst aan andersdenkenden te openbaren. Hoeveel te meer moeten wij desgelijks doen, die weten en gevoelen welk een geluk het is der Christelijke beschaving deelachtig te zijn! De Christenheid vooral moet door handel en wandel de waarde, de levendmakende kracht van haar godsdienst doen gevoelen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 22 juni 1890

De Heraut | 4 Pagina's

Zending.

Bekijk de hele uitgave van zondag 22 juni 1890

De Heraut | 4 Pagina's