GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De redactie van de Hervorming keurt

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De redactie van de Hervorming keurt

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 5 Juni 1891.

het af, dat in de redevoering, die onder den titel van Maranatha het licht zag, „de voorstelling eener oud-Joodsche Christelijke litteratuur" toegepast is op onzen tijd en op onze staatkundige verhoudingen. Met deze „voorstelling eener oud-Joodsche litteratuur" bedoelt ze geheel de voorstelling van 's Heeren wederkomst, met hetgeen de Profeten in Israël, de Christus in zijne redenen, en de Apostelen in hun geschriften ons als beeld van deze wederkomst teekenen.

Dit nu leidt de redactie tot de con­clusie :

Het lezen van deze toespraak moet wel de overtuiging wekken van hoeveel nut het is, afgezien van het belang van eene of andere politieke partij, van hoeveel nut het is voor de zedelijke en godsdienstige volksontwikkeling, dat er omtrent den bijbel en de verschillende voorstellingen in den bijbel heldere begrippen worden verspreid. Voor een volk als het onze, in welks geschiedenis en ontwikkeling de bijbel zulk een groote plaats inneemt, is het van ontzaglijk groot belang, dat de verschillende bijbelsche geschriften worden gekend en verklaard in den tijd, waarin ze ontstonden.

Ze ziet dus in, dat de lezing der Heilige Schrift metterdaad een levens-en wereldbeschouwing kweekt en in standhoudt, die met de hare niet strookt; en daarom stelt ze er prijs op, dat aan het volk duidelijk worde gemaakt, hoe deze voorstellingen der Schrift niet de uitdrukking der waarheid zijn; maar het voortbrengsel van de phantasie.

Ons sterkt dit natuurlijk in onze overtuiging, dat het in hooge mate noodzake-^ lijk is, juist omgekeerd, het geloof in de Heilige Schrift als Gods Woord, met alle ons ten dienste staande middelen, te bevorderen.

Een dezer middelen nu is, dat we uit beginsel niet medegaan met de apologetische methode, die door de orthodoxie van Utrecht gevolgd werd, en in wijlen Prof. Van Oosterzee een "zoo schitterend woordvoerder vond.

De ervaring toch heeft ons geleerd, dat een theologische wetenschap, die er haar kracht in zoekt, om in de eerste plaats de aanvallen eener afbrekende critiek te beantwoorden, haar eigenlijke taak verwaarloost, zich doelloos afmat, en, omdat ze den strijd op het terrein van haar tegenstander aanvaardt, ten slotte zelve in het verkeerde spoor wordt meegetrokken.

Dat we ons daarom niet bekreunen zouden om de resultaten der critiek en ze eenvoudig loochenen, is geheel onjuist.

Waar is alleen, dat we ons niet laten verlokken, om nogmaals de weinige theologische kracht, die zich pas begon te ontwikkelen, allereerst te verspillen aan eindelooze apologetische schermutselingen.

Onze methode is een andere.

Ons streven is er op gericht, om eerst het geloof aan de Heilige Schrift weer vasten wortel te laten schieten; en dan op te sporen, waar formeel de theologische fout ligt, die er zoo duizenden bij duizenden toe verleid heeft, om kort en goed de goddelijke autoriteit der Heilige Schrift te verwerpen.

Het is onze overtuiging, dat de dusgenaamde „wetenschappelijke resultaten" dezer critiek, het noodzakelijk uitvloeisel zijn van wijsgeerige onderstellingen; en dat er dus geen ander middel bestaat, om de onjuistheid dezer critiek aan het licht te doen komen, dan door deze wijsgeerige onderstellingen ter toetse te brengen, en er die andere onderstellingen voor in de plaats te schuiven, die even noodzakelijk tot verwerping van deze critiek leiden, als deze wijsgeerige onderstellingen tot de verwerping van de Heilige Schrift.

We staan onwrikbaar vast in de overtuiging, dat aan ons volk en vaderland geen grooter ramp overkomen kan, dan zoo het geloof aan de Heilige Schrift als Gods Woord onder ons te loor gaat, of ondermijnd wordt; en dat omgekeerd de terugkeer tot dit geloof de grootste zegen is, die ons door Gods genade kon geschonken worden.

En dit nu, en dit alleen noopt ons, daarbij zóó te werk te gaan, als naar ons beste inzicht het snelst tot dit doel leiden kan. Reeds nu ontvingen we dan ook keer op keer de verzekering van tal van broederen, dat ze, dank zij deze methode, hun geloof aan dej^ Heilige Schrift herwonnen hadden.

En het gaat deswege niet aan, dat de Hervorming 9ns als duisterlingen voorstelt, die het licht niet willen zien, omdat we weigeren slag te leveren op de wijze waarop zij dit het liefst wenschen zou.

We zijn zoo vrij zelf te bepalen, wat naar onze beste overtuiging de wijze is, waarop onzerzijds de strijd, om doel te trefüen, moet gevoerd.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 7 juni 1891

De Heraut | 4 Pagina's

De redactie van de Hervorming keurt

Bekijk de hele uitgave van zondag 7 juni 1891

De Heraut | 4 Pagina's