GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Amsterdam, 4. Sept. 1891.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Amsterdam, 4. Sept. 1891.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 4. Sept. 1891.

Nogmaals staat de voorloopige Synode der Nederduitsch-Gereformeerde kerken saam te komen.

Ditmaal te 's-Gravenhage.

Naar juiste telling zullen op deze Synode een sootal kerken vertegenwoordigd zijn, zoodat, vergeleken bij Leeuwarden en f Utrecht, deze samenkomst van kerken zich nog steeds uitbreidt. Iets wat te dankbaarder gewaardeerd mag, omdat het aantal Dienaren des Woords nog betrekkelijk zoo gering bleef, en de tegenstand, waarmee de Doleantie te worstelen heeft, eer toedan ainam.

Al mag men dan ook geen hope koesteren, dat de Reformatie van het kerkelijk leven binnenkort meer algemeene afmetingen zal aannemen; en al staat het te duchten, dat geheele kringen van ons volk, die toch oorspronkelijk van Gereformeerden huize zijn, al meer aan de Ethische en Moderne richtingen, zoo maar niet aan het ongeloof en het materialisme in de armen zullen vallen; toch vormt zich almeer in alle deelen van ons land weer een vaste kern, deels onder de Christelijke Gereformeerden, deels onder ons, die toeneemt in kennis van d*e Gereformeerde beginselen en de hand aan den ploeg slaat, om een nieuwen oogst onder het opkomend geslacht voor te. bereiden.

Er is dus alleszins oorzaak tot dank en bemoediging. Nederland is in dit opzicht boven de meeste natiën gezegend. En zoo we maar stil geduld oefenen, rustig als de bij onzen honig puren, en God den Heere werken laten, zal eens de historie getuigen, hoe er in onze dagen de grondslag wierd gelegd voor een wezenlijken ommekeer in onze nationale toestanden.

Droef en jammer is het hierbij, dat deze stille, rustige plichtsbstiachting niet mogelijk bleek, zonder dat een deel der broederen, ter oorzake der kerkelijke spanning, zich tegen ons keerde, en zich s-ims in een felheid en bitterheid Vfrloor, die met den eisch der Christelijke liefde zich kwalijk verdraagt. Doch ook dit moeten we ons getroosten, en ook dit zal onder Gods leiding ten goede medewerken, zoo wij onzerzijds maar de geloo skracht en den zielsmoed bezitten, om de linkerwang toe te keeren, aan wie ons op de rechterwang slaat.

Het inzicht verschilt nu eenmaal.

Wij achten op grond van Gods Woord, dat ook de geestelijke krachten verdampen en verspild worden, tenzij men ze organiseert; en vele onzer broederen oordeelen omgekeerd, dat, zoo er maar geestelijke kracht gekweekt wordt, de organisatie er van eer schaadt dan baat.

Hierbij nu kan men beiderzijds naar overtuiging te werk gaan, mits men ons maar toesta rustig niet het moeilijke werk der orgdnisatie voort te schrijden, zeker als we zijn, dat er op die wijs het best voor de toekomst van ons volk en voor de handhaving vm de eere Gods in deze landen gewaakt wordt.

Zelfs droeve feiten, als nu onlangs voorkwamen, dat de broederen, die tegen ons overstaan, door de consequentie van hun standpunt er toe kwamen, om in da Landsvergadering acht belijders van den Christus door ongeloovigen te vervangen, en uit den Raad der Kroon alle bidders in den naam van Jezus uit te drijven, zijn koren op onzen molen en rechtvaardigen ons pleit voor de Christelijke conscientie.

Slechts rekene men niet met maanden noch met enkele jaren; maar hebbe een oog voor het onloochenbare feit, dat zelfs het vierde eener eeuw nog, o, zoo weinig meetelt voor de geestesrichting van een volk.

We hebben te arbeiden en te ijveren, niet alsof wij nog bij ons leven de wereldgeschiedenis en de geschiedenis van ons eigen volk ten einde zouden brengen. Ons zijn slechts enkele jaren gegund, om in dien reuzenbouw van het Koninklijk der hemelen, ons stukje van den muur te helpen optrekken. En dan gaan wij weg, maar de bouw gaat voort en voort, en Göd voleindt zijn werk door de instrumenten, die Hij dan verwekken zal.

Als pelgrims kwamen we in de wereld, als pelgrims trekken we haar door, en gaan we uit haar eens het eeuwig Jeruzalem binnen. En inmiddels blijft de vraag maar, of we in de spanne tijds, die ons hier gegund wierd, den raad Gods hebben gediend met trouw en met toewijding.

En dat dienen van den raad onzes Gods bestaat nu in die twee die we noemden: het kweeken van geestelijke krachten onder ons volk, en hethtitixA'volorganiseeren van die krachten.

Ook dit laatste, omdat juist die organisatie strekken moet, om, hetgeen gewonnen wierd, een zegen te doen achterlaten ook voor het navolgend geslacht.

Dit besef, dat we vcor de toekomst werken, bezielde geheel onzen schoolstrijd. Waartoe toch.^tvders zooveel liefde gewijd aan het opkomend geslacht ?

En dat heilig besef van voor de toekomst te arbeiden moet ons evenzeer leiden bij onze kerkelijke actie. Immers het is juist in die gezuiverde kerkformatie dat een waarborg geboden moet aan het geslacht, dat na ons zijn zal.

In dat licht bezien nu heeft ook de Voorloopige Synode, die thans weer saamkomt, beteekenis.

Moeilijk was de taak, waartoe vv-e ons geroepen zagen, om te midden van allerlei gewrongen verhoudingen, een kerkelijke organisatie, die 250 jaren oud was, en sinds sta'ionair was gebleven, toepasselijk te maken op onze tegenwoordige verhoudingen.

Toch heeft én de Voorloopige Synode van Utrecht én die te Leeuwarden in dit opzicht kostelijken arbeid geleverd. Veel dat losgewrikt was, ligt weer vast. Er zijn lijnen getrokken, waarlangs we ons met een gevoel van rust en zekerheid voortbewegen. En toch is in geen enkel opzicht van het oud oorspronkelijk bestek der fondamenten afgeweken.

Ook deze Synode zal aan die taak nog hebben voort te arbeiden. Wel zal haar inspanning reeds minder kunnen zijn, en is misschien de dag niet verre nieeS| dat een aarlijksche Synode te veel zou zijn; vooral zoo de Provinciale Synoden al meer opkomen.

De vraag of de Synode der Christelijke Gereformeerde kerk nog tijdig aannemelijke voorstellen voor ineensmelting en saamleven zal inzenden, schijnt ïn gunstigen zin beantwoord te mogen worden.

Zeker zal hiermee aan de stille verzuchting va'i al Gods volk in deze landen een zalige voldoening worden geschonken; en er is geen twijfel aan, of de Voorloopige Synode zal het uiterste toegeven, om wat slechts niet geheel onaannemelijk is, met beide handen aan te grijpen.

Doch ook al kwam het zoover nog niet, toch mag de verwachting uitgesproken, dat ok deze derde Voorloopige Synode het eerlijk werk van de organisatie der geeselijke krachten weer een schrede verder al brengen; en we zijn er zeker van, dat et het oog hierop, ook deze samenkomst al gedragen worden door de liefde, de elangstelling en het stil gebed der broeeren en zusteren.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 6 september 1891

De Heraut | 4 Pagina's

Amsterdam, 4. Sept. 1891.

Bekijk de hele uitgave van zondag 6 september 1891

De Heraut | 4 Pagina's