Naar aanleiding van wat We een vorig maal onder de Pers over orgel en piano

Naar aanleiding van wat We een vorig maal onder de Pers over orgel en piano uitspraken, zond een houder van een orqelen pianomagazijn ons onderstaand schrijven:

Naar aanleiding van eene opmerking door UEd. onlangs in de Heraut, en nu in het laatst verschenen nummer weer over het gebruik der piano, is het dat ik beleefd UEd deze letteren zend, om, mocht het zijn er wellicht iets in is dat UEd overdenking waardig was. Vooreerst zij gezegd dat ik mij verblijd, dat deze zaak in de bladen beschreven wordt. Geheel ben ik het met ÜEds. opmerking eens dat de piano zoo zelden goed gebruikt wordt, en dat er voor Clirist. gezinnen een gevaar in steekt. UEd. zult gevoelen dat het mijn natuur niet streelt op vermindering van piano's aan te dringen daar ik het grootste deel mijner verdienste hiervan geniet. Toch mag ik door genade zeggen, liever alles vaarwel gezegd dan 's Heeren eer niet te zoeken. Dikvrijls kom ik in moeielijkhedén vooral wat verhuren betreft, waar ik vooruit niet anders kan zien of het instrument wordt in dienst des duivels gebruikt, en heb dan ook dikwijls geweigerd welk geldelijk voordeel er ook aan verbonden was. Voor een met veel schoonheidsgevoel bedeeld en kunstminnend Christen geloof ik dat er in elke kunst gevaar schuilt.

Nobele verklaringen, waaraan hij dan den wensch toevoegt, dat deze gewichtige zaak beter ingedacht moge worden, ook met het oog op de propaedeuse die naar veler oordeel het pianospel ook voor het orgel geelt.

Gelijk men licht begrijpen zal, was dit schrijven van een deskundige ons koren op onzen molen, waarvoor we hem danken.

Nadere bespreking zal dan ook wel volgen.

Maar eer men toekomt aan de bespreking der technische quaestie, moet eerst de paedagogische quaestie voor de verantwoordelijkheid der ouders zijn gelegd.

Ook in tal van Christ engezinnen geven Christenouders er geld, soms veel geld voor uit, om hun kindereu een keurige piano ter bespeling te bieden, en daarna lessen op de piano te laten geven; een uitgave waarvoor ze zich dan rijkelijk beloond dichten, zoo hun zoons of dochters smaak in dit spel hebben, en het er tot zekere hoogte in brengen. En wel heeft men dan veelal ook een orgel, maar van veel minder kaliber; wordt op het orgel qeen les gegeven; en is een uitvoeiing op het orgel iets, waar, except bij het zingen van een psalm, zelden aan wordt gedacht.

Zoo heerscht dus de piano, evengoed in onze Christelijke gezinnen, als in de gezinnen der wereld; en zelfs op Christelijke kostscholen zou men wel achten, dat de opvoeding niet compleet was, zoo er geen pianoles werd gegeven, maar om orgelles denkt bijna niemand.

Dit brengt dan de zonen en dochters uit deze gezinnen vaak weer in aesthetische aanraking met de lieden der v/ereld.

Vooral wie het tot op zekere hoogte in het pianospel bracht, moet dan ook eens naar een concert.

Van het concert gaat het dan naar de opera.

Van de opera naar de gewone komedie. En zoo dringt in meer dan één vroom gezin, juist door dat pianospel, een geest en een usantie in, die koud voor Jezus maakt en warm voor de kunst.

En dit nu mag niet. Dit is tegen de Doopsbelofte. Dit is zonde voor God.

Iets waar we vollen nadruk op leggen, niet om de piano als muziekinstrument op zichzelf af te keuren; want wat zou dairtegen zgn?

Maar wel, omdat de piano het modeinstrument van onze eeuw is geworden; het gewone instrument onzer wereldsche kringen; en daardoor een instrument dat tot een macht en een invloed is gekomen, waarvan de schadelijke gevolgen voor den godvruchtjgen levenstoon en bij de opvoeding onzer kinderen niet uitblijven.

Zulk gevaar nu dreigt van het orgel niet. En daarom blijft het onze leuze: Laat bij onze opvoeding, laat in onze Christelijke kringen het orgel de eereplaats gaan innemen, en de piano bijzaak worden.

Vooral thans nu de orgels zoo veel verbeterd en zoo goedkoop zijn geworden, is dit uitnemend wel mogelijk.

Het orgel verleidt uw, kinderen maar leidt ze op. niet,

En bij het orgel gaat de geestdrift en de lofverhelfing van het gemoed niet naar den afgod van de kunst uit, maar naar God den Heere.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen