GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de Hervorming wordt ons een en ander medegedeeld omtrent de houding van het Classicaal bestuur in zake de Synodale motie tegen Ds. Bax.

We lezen daar:

Men weet dat de Algemeene Synoiie der Ned. Herv. kerk van dit jaar bij motie haar afkeuring uit sprak «over de wijze, waarOp de heer Bax, predikant te Zaandam, deel neemt aan den strijd 'tegen privaat bezit en de bestaande inrichting der maatschappij."

Den volgenden morgen werd op voorstel van Dr. Bronsveld, voorzoover blijkt uit de Synodale Handelingen zonder eenige discussie, besloten van die motie kennis te geven o. a. aan het Classicaal Bestuur van Haarlem onder wiens opzicht de Zaandam sche predikant staat.

Zonder eenige discussie; en dit is te meer bevreemdend, omdat vóór aanneming der motie een voorstel was verworpen om het Classikaal Bestuur van Haarlem een soort van berisping toe te dienen, om het althans te nopen kerkrechtelijke maatregelen tegen den heer Bax te nemen.

Wat beteekende nu de opzending der motie ?

Het Classikaal Bestuur van Haarlem heeft er zich niet toe willen bepalen de kennisgeving der Synode op oneerbiedige wijze voor kennisgevbg aan te nemen. Het heeft aan de Algemeene Synode der Ned. Herv. kerk het volgende schrijven gericht:

Wij ontvingen overeenkomstig besluit der .Synode dezes jaars afschrift van de motie door haar in zake den predikant Bax te Zaandam aangenomen.

Wij gevoelen ons gedrongen u te berichten, dat het ons, ook na de Acta Syjiodi te hebben geraadpleegd, niet duidelijk is, wat door de Synode met die kennisgeving is bedoeld.

Immers, terwijl door ons in de wijze van optreden van den heer Bax niets gezien is, wat ons zou kunnen nopen langs kerkrechtelijken weg tegen hem op te treden, is de Synode in gebreke gebleven ons de redenen harer afkeuring te ontvouwen-

Wij hadden dit toch mogen verwachten, indien de Synodale kennisgeving moet beschouwd worden als een zijdelingsch verwijt dat het Classikaal Bestuur van Haarlem in zijn plicht zou zijn te kort geschoten en een zijdelingsche wenk om alsnog dit beweerd verzuim te herstellen.

Uw College vergunne ons hieraan de opmerking toe te voegen, dat de wijze waarop het reeds ten vorigen jare en thans weder in dit jaar door motiên van zijn gevoelen doet blijken, ons wel aan eenige bedenking onderhevig schijnt.

Indien er al geen bezwaar tegen bestaat, dat uw College over onderwerpen van algemeenen aard bij motie zich uitspreekt, anders wordt dit wanneer daarin gelijk ten vorigen jare en thans weder geschiedt over handelingen van personen en kerkelijke besturen een afkeurend oordeel wordt uitgesproken, buiten de waarborgen om die door de Kerkelijke reglementen voor een juist oordeel worden gegeven en zonder dat den daardoor getroffenen de mogelijkheid verblijft om zich tegen een onjuist oordeel te verweeren.

Bovendien komt het ons voor dat een dergelijk incidenteel door u uitgesproken afkeuring niet kan strekken tot vermeerdering van den geest van welwillendheid, die tusschen de verschillende kerkelijke besturen behoort te bestaan, en, wanneer dergelijke motiën geen practisch gevolg hebben, evenmin tot verhooging der waardigheid van het hoogste kerkelijke college

Wij veroorloven ons dit ons gevoelen met de ons betamende bescheidenheid aan uw oordeel te onderwerpen.

Men herinnert zich dat ten vorige jare door de Sy node een. motie werd aangenomen, waarin de leer van het Nieuw Malthusianisme werd veroordeeli, en de Haarlemsche kerkeraad werd geprezen, die deswege een van de leden zijner gemeente onder centuur had gesteld. Het Classikaal Bes.uur had toen geoordeeld dat de reglementen den kerkeraad daartoe den weg niet openden. Ofschoon de Synode die uitspraak van het Classikaal Bestuur niet veroordeelde, werd door de Synodale motie aan zijn uitspraak toch vrij wel de moreele beteekenis ontnomen. Toen heeft het Classi kaal Bestuur zich daarover niet beklaagd. Maar 'tis niet te verwonderen, dat het der Synode thans bescheideiJijk voor de vraag plaatst of dergelijke wijze van doen wel tot hare bevoegdheden behoort.

We voorspelden het wel, dat de Synode van deze motie niet veel genot zou beleven.

Omtrent het vonnis-Thyra lezen we in hetzelfde blad, een protest tegen de uitspraak VDn den rechter, waarbij de delinquent uit zijn ambt als predikant is ontzet.

Wij hebben er verleden week geen melding van gemaakt, omdat we eerst van _ de onjuistheid ons wilden vergewissen. En nu schijnt het toch inderdaad zoo, dat overeenkomstig den eisch van den officier van justitie de rechtbank in Den Haag Dr. Thijra het bekleeden van het predikants ambt heeft verboden.

Zonderling — en bedenkelijk tevens. Op welken grond mag dit geschied zijn? Volgens het Wetboek van Strafrecht, Ait. 28, kan iemand bij rechterlijke uitspraak het recht ontzegd worden tot het bikleeden van amiien of dat van be paalde ambten,

tot uitoefening van bepaalde beroepen. Kan hier van andere ambten of beroepen sprake zijn dan van die waartoe door de Staals'^-tn^u. be voegdh«id wordt'verl«end? Kan men bij rechterlijk vonnis worden ontzet uit de betrekking van commissaris of directeur eener so ciëteit of eener andere privaatrechtelijke onderneming? Hoe kan de Staat bevoegdheden ontnemen die alleen door een kerk of kerkgenootschap kunnen worden verleend?

In de reglementen der Ned Herv. kerk althans wordt de mogelijkheid geopend, dat iemancl, die uit zijn ambt ontzet is, wordt gerehabiliteerd, — kan de Staat door zijn vonnis die mogelijkheid te niet doen? Of moet eerst het vonnis zelf te niet worden gedaan? En op welke wijze?

Wij gevoelen dat, hoe men over de zaak zelf denke, hier voor het oogenblik alles afhangt van het be staande recht. De vraag is dus: kunnen met de beroepen en ambten in Art. 28 van het-Wetboek van Strafrecht bedoeld zijn kerkelijke beroepen of ambten? Wij vernemen dat er zijn die hierop bevestigend antwoorden, op grond van het feit, dat den predikant rijkstrakteraent wordt uitbetaald. Een zeer zwak argu ment toch, naar 't ons voorkomt. Vooreerst immers zouden dan bij rechterlijk vonnis alleen uit hun ambt kunnen ontzet worden predikanten van gemeenten, waar rijkstraktement is; daar zijn er ook zonder. Maar dan ook: het rijkstraktement wordt bij zoogenaamde ahandopening" voor iedere vacature toegezegd vóórdat de kerkelijke gemeente den predikant heeft beroepen; de «handopening" is niet anders dan «de machtiging ten einde aan den te beroepen leeraar het be drag der laatstelijk aan de standpkats verbonden inkomsten te kunnen aanbieden." De kerkelijke ge meente wordt dan in staat gesteld den predikant traktement aan te bieden; maar eijnelve biedt het aan, aan hem dien »y aanstelt Predikanten rijks ambtenaren te noemen op grond van het rijkstraktement dat der gemeente wordt toegelegd, is een onjuiste uitdrukking. Hoe het rijkstraktement aan het predikantsambt zijn uitsluitend kerlselijk karakter zou kunnen ontnemen is niet gemakkelijk te begrijpen; en zoo blijft de vraag nog altijd: kan het Strafwetboek bij mogelijkheid kerkelijke ambten gerekend hebben onder de ambten bedoeld in Art. 28? Met andere woorden: Wie bezit in Nederland buiten de kerkgenootschappen zelven eenig recht om te beslissen, wie wel, wie niet in den dienst van een kerkgenootschap mag staan?

De Algem. Synode der Ned. Herv. Kerk komt eer lang bijeen, zou 't niet raadzaam zijn, dat zij zich in deze za.ik, die natuurlijk afgezien van den door het vonnis getroffen persoon, een groot beginsel raakt, wendde tot den Minister van Justitie ?

Zulk een protest is stellig geraden. Maar gelgk de Standaard reeds opmerkte, er staat metterdaad een zeer bedenkelijk artikel in ons Strafwetboek, dat, letterlijk opgevat, tot de genomen conclusie kon leiden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 10 december 1893

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 10 december 1893

De Heraut | 4 Pagina's