GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

„Nochtans is ons hart niet achterwaarts geweken.”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Nochtans is ons hart niet achterwaarts geweken.”

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nochtans is ons hart niet achterwaarts geweken, noch onze gang geweken van uw pad. Ps. 44:19.

Verstaat ge wat het is, eene szaaksgerechtigheid" voor uw God te hebben?

Onze vaderen legden daar zulk een nadruk op5 en het is geen blijk van hooggestemden ernst, dat nien hier thans zoo zelden van spreken hoort.

Laat een paar voorbeelden u zeggen, wat onze vaderen met dit s^aai^gerechtigheid" bedoelden.

Dat Rebekka niet alleen haar man, den ouden Isaak, bedroog en misbruik van zijn blindheid maakte, maar zelfs haar kind, haren Jacob, liegen en bedriegen leerde, was diep zondig; dat had ze niet mogeii doen; en dit haar wanbedrijf mag en kan in geen enkel opzicht vergoelijkt worden.

Maar al zondigde ze nu in haar wijze van doen, en al deed ze haar kind zondigen, daarom stond ze _ nog niet op één lijn, met een boo: : e vrouw, die liegt en bedriegt, om baar'boozen lust bot te vieren.

Wat Rebekka beoogde^ om] namelijk den zegen van Isaiik op Jacob en nie't op Ezau te doen komen, was een op zichzelf volkomen zuivere zaak; was in overeenstemming met de profetie voor de geboorte van den tweeling; en moest alzoo naar Gods heilig bestel.

Hoezeer Rebekka dan ook persoonlijk verliep in ongerechtige 'wegen, de zaak die ze voorhad was daarom niettemin een zaak van gerechtigheid, en dit is het wat onze vaderen' noemden, dat ze hier een szaaksgerechtirfieid" had.

Of, om een ander voorbeeld te noemen, dnt David met een eed zwoer, dat hij zijn oogleden geen slaap zou gunnen, eer hij woningen zou gevonden hebben voor den Machtige Jacobs, iets wat kennelijk doelt op zijn plan, om den Heere een tempel te bouwen, was een groote onvoorzichtigheid, en dien eed heeft hij niet kunnen houden.

Maar dat er een tempel van Jehova op Sion moest verrijzen, en dat de begeerte in zijn hart was, hiertoe den eersten stap te doen, was op zichzelf een gerechtige zaak, en zoo had ook David hierin een szaaksgerechtigheid".

Zoo nu moet het ook verstaan worden, als de psalmdichter in Psalm 44 zegt: »Dit alles is ons overkomen, nochtans hebben wij U ni t vergeten, noch hebben valschelijk gehandeld tegen uw verbond. Ons hart is niet achterwaarts geweken., noch onze gang van uw pad."

Ook toen Israël zoo bitterlijk geslagen uit den krijg terugkeerde, dat het klaagde: »We zijn geacht als schapen ter slachting", was het zich toch bewust een szaaksgerechtigheid" voor God te hebben, en sprak het daarom zijn weeklage voor zijn God uit: »Om uwentwil worden wij den ganschen dag gedood."

Zoo moet het dan ook verstaan worden, als David in Psalm 18 roemt: De Heere vergold mij naar mijne gerechtigheid., Hij gaf mij weder naar de reinigheid mijner handen."

Iets wat in het minst niet zeggen wil, dat David zijn schuld voor zijn God niet kende en bekende — de Psalmen toonen dit doorgaande wel anders — maar alleen, dat hij in de zaak., die hij voorhad., recht voor zijn God stond., en in die szaaksgerechtigheid" den grond van zijn zijn vertrouwen vond.

Dit maande vanouds Gods volk, en maant ook nu nog Gods kinderen, om de-deugdelijkheid en de gerechtigheid eener zaak nooit naar de uitkomst af te meten.

Niet in voorspoed en niet in tegenspoed; niet bij zichzelven en niet bij anderen.

Ongeoorioofd is het te oordeelen, gelijk dit nog zoo gedurig, en soms zelfs door anders vroede mannen wordt gedaan.

Ondernam men iets, dat naar wensch ging en meeliep, dan zegt de wereld, o, zoo licht, ? dat ge

hierop succes laadt", en zegt men in onze kringen zoo vaak, dat de Heere deze zaak »kennelijk gezegend heeft." '

En dit is liu wel Verleidelijk, maar het is, met Gods Woord en de historie voor oogen, toch zoo glad mis.

Of ziet' ge niet gedurig, hoe zeer slechte zaken telkens snellen wasdom hebben, in het oog loopend vooruitgaan, en van dag tot dag winnen? Hoe menige kroeghouder werdjniet schatrijk, terwijl menige eerlijke bakker ternauwernood rondkomt. Wat worden er aan. de goddelooze speel-tafel niet schatten bij schatten verdiend, terwijl zoo menig landbouwer die slooft van 's morgens vroeg tot laat, het hoofd nauwlijks boven water kan houden!

En hoe wilt, hoe kunt ge dan naar het uitwendig slagen, naar voorspoed ot tegenspoed op uwen weg ooit uitmaken, of de Heere met u is of tegen u is ?

Is het lijden van den onschuldige niet het bange thema, dat in Job, in de Psalmen, in de Spreuken, in de Profeten gedurig bezongen, en in Job eerst voorbeeldend, daarna in den Christus werkelijk, 'zoo bang getoond is?

Ziet ge ook nu nog, in onze dagen, niet aller-, lei ongeloof en ongerechtige zaak bloeien en tieren en de hooge hand erlangen, terwijl gij met wat ge voor de zaak des Heeren doet, telkens voor nadeelige saldo's, voor allerlei moeilijkheid, en bange tekorten staat ?

Neen, waarlijk, als het u meeloopt, moogt ge nooit op grond van uw voorspoed zeggen, dat uw zaaïc goed^ noch ook als het u tegenloopt, op grond van uw tegenspoed ztggtn-, dat uw zaak slecht was.

Op zichzelf heeft noch voorspoed noch tegenspoed iets met de deugdelijkheid of met de gerechtigheid van uw zaak te maken.

Toen het Sanhedrin en Pilatus over Jezus triumfeerden, was zijns de zaaksgerechtigheid^ en wachtte hun het oordeel.

Maar natuurlijk gaat dit dan ook door bij uw oordeel over anderen.

En nu is het opmerkelijk, hoe juist bij dat oordeel over anderen onze zelfzucht ons vaak parten speelt.

Loopt het ons zelven meê, dan zijn we, o, zoo geneigd, hierin een goedkeuring^ van onze zaak, de kroon van Godswege op ons werk, den kennelijken zegen des Heeren te zien.

Maar loopt het anderen tegen, dan is de geneigdheid vaak even sterk, om in hun tegenspoed het teeken van Goddelijke afkeuring, een oordeel Gods over hun bestaan en bedrijf te zien.

En al zulk oordeel, dat wordt afgemeten naar de uitkomst, kan toch geen oogenblik bestaan.

Zeker, de Heere kan ons tegenkomen op onzen weg, en ook anderen op hun weg stuiten, doordat Hij hindernis na hindernis doet opkomen en elk pogen slaat met mislukking.

Maar noch uit het opkomen van die hindernissen, noch uit die mislukking blijkt ooit op zichzelf, dat er een Oordeel Gods in is, het kon ook zijn een Goddelijke beproeving, die Hij noodig keurde, opdat de deugdelijkheid der zaak straks, zijn Naam ter eere, in te heerlijker glans blinken zou.

Neen, de vraag of bij ons of bij anderen eene » zaaks^«rechtigheid" of een zaaks(? «gerechtigheid" is, kan nooit, mag nimmer naar de uitkomst beoordeeld worden.

Wel na de «'«(/uitkomst, maar die komt pas bij de wederkomst des Heeren, en het verheft II op zondige wijze in voorspoed, en werpt u bij tegenspoed in even zondige moedeloosheid ter neder als ge nochtans op wat gij voorshands van de uitkomst ziet, uw oordeel doet rusten.

Of er een szaaksgerechtigheid" bij u is, moet niet de uitkomst, mag niet voorspoed of tegenspoed, maar kan alleen Gods Woord tdtwijzen.

Niet de afloop, overeenkomstig of tegen uwen wonsch, maar alleen de wil en de ordinantie des Heeren beslist voor of tegen de gerechtigheid uwer zaak.

Zelfs van de martelaars is het reeds vanouds gezegd, dat niet hun martelaarsmoed en martelaarsglorie, maar alleen de belijdenis waarvoor ze stierven, het zegel op hun bloedige offerande drukte.

Ja, eer kondt ge nog zeggen, dat in tegenspoed, dan dat in voorspoed, het Goddelijk waarmerk ligt voor de gerechtigheid van uw streven; maar natuurlijk, ook dit is nooit een zekere maatstaf; want geeft God den zijnen meest het kruis, soms toch geeft Hij hun op aarde ook bij genade de eere.

En daarom, of uw zaak gerechtig voor God is, moet, voor de rechtbank van het Woord, tusschen Hem en uw ziele worden uitgemaakt.

Ook niet wat anderen zeggen, heeft het recht van uitwijzen; ook al sterkt u zoo vaak het gelijke inzicht van uw broederen.

Neen, Gode alleen komt hier het oordeel toe.

Hij besHst, Hij keurt goed of af in uw binnenste, niet op zichzelf, maar dank zij uw stille onderworpenheid aan zijn heilig Woord.

En hebt ge voor die vierschaar een jzaaksgerechtiffheid, " ook al loopt dan alles u tegen, en al valt een ieder over uheen, dan gaat ge door in de mogendheid des Heeren HEEREN, en eens zal uw zaak als de zake van den Zone Gods bekend worden.

Toch schuilt ook hierbij een gevaar, waartegen ge op uw hoede moet zijn.

Ge kunt namelijk een szaaksgerechtigheid" voor uw God hebben, en tóch zondigen op velerlei manier in de wijze waarop ge uw doel nastreeft.

Reeds aan Rebekka en aan Jacob bleek ons dit.

En komt er dan tegenspoed, dan ligt zeer zeker in dien tegenspoed geen getuigenis tegen de gerechtigheid uwer zaak, maar kan er wel degelijk een oordeel Gods over uw zonde in liggen.

Dan moogt ge daarom wel roemen in de szaaksgerechtigheid" die niemand u ontrooven kan, en zou het slechts ongeloof zijn, indien ge u die liet ontrooven, maar dan hebt ge toch . persoonlijk u voor uw God te verootmoedigen, voor Hem in de schuld te vallen, en ook in dezen tegenspoed-een kastijding van Gods hand te zien, die u van zonde afmaant.

Zoo mengt zich de stemme Gods in elke uitkomst.

Zelfs bij voorspoed vraagt ge u dan af, of allicht, in dien voorspoed, die u, niettegenstaande uw persoonlijke zonde, gegund werd, niet een verzoeking ligt, die u tot overmoed zou kunnen prikkelen.

Maar hetzij voorspoed of tegenspoed uw deel wordt, wie gerechtig in zijn zaak staat blijft roepen: «Nochtans is mijn hart niet achterwaarts geweken, " ook waar hij op hetzelfde oogenblik voor zijn God neerknielt, en zijn persoonlijke zonde voor zijn God met tranen-belijdt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 29 april 1894

De Heraut | 4 Pagina's

„Nochtans is ons hart niet achterwaarts geweken.”

Bekijk de hele uitgave van zondag 29 april 1894

De Heraut | 4 Pagina's