GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

LACHEN EN WEENEN.

II.

Niet lang daarna ging Democritus op reis en wel naar Egypte, waar ook veel te leeren viel. Immers we lezen reeds, dat Mozes onderwezen werd > in al de wijsheid der Egyptenaren". Vijf jaar lang bleef de jeugdige Griek aldaar en werd er door de priesters en geleerden onderricht. Maar nog wist hij niet genoeg naar zijn zin, zoo besloot hij dan naar Babyion te reizen. Daar maakte hij kennis met de Chaldeeuwsche sterrenkijkers, en leerde ook het schrift en de taal der Babyloniers. Vandaar trok hij naar Perzië, vanwaar zijn eerste leermeesters gekomen Waren, en leerde daar nog vele dingen bij hetgeen hij reeds wist. Zelfs bezocht hij later Indië en kreeg er denkelijk onderwijs van de priesters of Braminen.

Na al dit reizen en trekken, en toen er, naar het scheen, niet meer te leeren viel, keerde Democritus naar zijn vaderland terug. Hij was als ik zei een rijkmanszoon. Doch reizen kost geld. Vooral was het duur in dien tijd, toen men niet per derde klasse spoor op één dag zoover kon reizen als vroeger in een week. Toen onze vriend dan ook in Abdera kwam was zijn geld op. Doch dat kon hem weinig schelen; hij had kennis verkregen. Hij ging zeer eenvoudig wonen, at en dronk weinig en trof gelukkig nog een zijner broeders aan, die Damasus heette.

Deze, ziende dat zijn broeder een welgevuld hoofd maar een leege beurs had, zorgde dat ook in die laatste weer wat kwam en zoo kon Democritus leven.

In Abdera bestond een wet dat iemand die het erfdeel zijns vaders verkwist had niet plechtig mocht worden begraven. Op een plechtige begrafenis waren de Grieken voor hun dooden zeer gesteld. Nu was die wet nog zoo kwaad niet, maar het was een rechte Abderietendwaasheid, dat zij die wet ook wilden toepassen op Democritus. Want al was hij zijns vaders erfdeel ook kwijt, verkwist had hij het zeker niet, maax veeleer nuttig besteed. De man was echter zoo wijs niet op zijn stuk te staan, en daar hij er zoo op gesteld was plechtig begraven te worden — wel te weten na zijn dood — besloot hij te trachten weer wat geld te krijgen. Ook zijn familie drong daarop aan, want het zou een schande zijn als de zoon van een aanzienlijk man niet een behoorlijke begrafenis kreeg.

Zoo ging dan Democritus op zekeren dag naar de markt en begon daar, gelijk gebruikelijk was, tot het volk te spreken. Hij deelde hun mee, dat hij hun een boek zou voorlezen 't welk s hij had geschreven. Het heette: de groo'e g wereld. l

Dat leek de Abderieten wel. Want in dien tijd bestonden er nog geen kranten of ook »extratijdingen" en waren er heel weinig boeken. Wie weten wilde wat er in de wereld omging moest het hooren van de enkele reizigers, of wel hij ging nieuwtjes vernemen op de markt. Uit het boek der Handelingen kunt gij zien, dat het nog in Paulus' tijd te Athene zoo toeging. Op de markt kreeg men allerlei te zien en te hooren. o M d J 4 W

Nu begon Democritus zijn boek voor te lezen eiken dag een deel. Toen het eindelijk uitwas hadden de hoorders het zoo mooi gevonden, dat zij den schrijver en lezer vijfhonderd talenten schonken en bovendien standbeelden van brons oprichtten tot zijn eer. In alle geval bezat hij nu genoeg om niet te behoeven te vreezen voor een oneerlijke begrafenis. I P l „ t

Na zoo lang in den vreemde gereisd te hebben, ' begon Democritus met — wat hij mij dunkt het eerst had moeten doen — zijn eigen land rond te reizen, om daar de wijze en geleerde lieden op te zoeken en zijn voordeel te doen, met hun gezelschap. Wat echter heel mooi in hem was, was dat hij niet met zijn kennis en wetenschap praalde, maar zich zeer nederig hield. Zelfs was hij zoo bescheiden dat hij liefst niet bekend wilde zijn. Ongetwijfeld sprak hij menig wijze die veel minder wist dan hij zelf. Hij ontmoette ook den bersemden Socrates, en sprak met hem. Doch 't schijnt dat Socrates niet eens geweten heeft wie de vreemdeling was, die hem opzocht, schoon de naatn en de roem van Democritus toen reeds tot alle steden van Griekenland was doorgedrongen.

(Wordt vervolgd.)

AAN VRAGERS. G

Op de vraag wat men te verstaan heeft door balsem van Gilead., dient tot antwoord, dat de struik die dezen balsem levert, in heel het Oosten gevonden wordt, in Klein-Azië, Arabië en Syrië. Maar het weelderigst groeit hij in Gilead, dat het middendeel vormt van het Overjordaansche.

De balsem is niet anders dan harst, die men verkrijgt door insnijdingen te maken in den stam. Men gebruikte dezen balsem overal als geneesmiddel en wel in zoo groote mate, dat in balsem van Gilead sterke handel werd gedreven. Dit geschiedde al in de oudste tijden. Immers wij lezen in de geschiedenis van Jozef (bijna i8oo jaren voor de geboorte des Heeren) o. a, dit (Genesis 37:25): En ziet, een reisgezelschap van Ismaëlieten kwam uit Gilead; en hunne kemelen droegen specerijen en balsem en mirre, reizende, om dat af te brengen naar Egypte". Ook behoorde balsem tot de geschenken, die Jacob zijn zonen meegaf iiaar Egypte (Gen. 43 : 10). Denkelijk groeide daar die balsem niet.

Wij lezen in Jeremia 8:22: IS er geen balsem ia Gilead? is er geen heelmeester aldaar? want waarom is dg gezondheid der dochter mijns volks niet genezen, '" ep Jeremia 46 : 11: Ga henen op naar Gilead, en 'haa| bglsem, gij jonkvrouw, dochter yan Egypte! Te yergepfs vermenigvuldigt gij de medicijnen, er is geen heeling voor u". Hieruit blijkt duidelijk, dat de balsem van Gilead sis geneesmiddel werd gebruikt. Dat dit tegemyoordig ppg zoo is, durf ''S ik niet zeggen.

CORRESPONDENTIE,

Nog SeDS wordt den lezers vriendelijk verzocht in hun vragen diddelijk te zijn. Als iemand b. V. vraagt, van wie Willem II een zoon was, dan is hierop geen entwoord te geven, als er niet bij wordt gezegd welke Willem II wordt bedoeld, daar alleen reeds in onze geschiedenis drie vorsten van dien naam voorkomen. Wie een vraag zendt deuke er goed bij na.

HOOGENBIRK.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 26 augustus 1894

De Heraut | 2 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 26 augustus 1894

De Heraut | 2 Pagina's