GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Officiele Berichten

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Officiele Berichten

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Met verkorting uit het Kerkblad van 31 Mei.

Vergadering der Classis Assen, gehouden den 7en Mei 1895.

Ds. J. C. van Mantgem neemt naar volgorde het praesidium op zich, terwijl Ds. G. H. Zahn tot scriba wordt benoemd.

Komt aan de orde de vraag, wat er meer kan gedaan worden tot de geestelijke bearbeiding der provincie Drente.

In aansluiting aan de Classe Meppel, die deze zelfde zaak op de Prov. Synode brengt, besluit de vergadering, de Synode de vraag voor te leggen, of zij niet kan overgaan tot het aanstellen van een reizend predikant. Indien de Synode oordeelt, dat dit vooralsnog te onbereikbaar is, dat zij dan

1. hare adhaesie geve aan de gehouden vergadering té Hoogeveen, waarin verklaard werd, dat het aantal Christelijke Scholen in Drente moet toenemen en es op sommige plaatsen wel tot stand konden gebracht worden;

2. uitspreke, dat de kerkeraden er op bedacht moeten zijn om, zooveel mogelijk, hunne predikanten in' de gelegenheid te stellen buiten de gemeente Zendingsarbeid te verrichten.

Tot afgevaardigden voor de prov. Synode worden gekozen: Ds. A. M. Donner, sec. Ds. G. H. Zahn; Ds. H. Dijkstra, sec. Ds. J. G. W. Wissink; Oud. S. S. Hofstra, sec. H.K. Gorter; Oud. O. Baron, sec. W. Wessemius.

Kerk B. van Smilde vraagt handopening tot het beroepen van een leeraar. De vergadering komt in dezen tot het volgende besluit:

handopening aan genoemden kerkeraad te geven met dien verstande, dat de Classe, in geval genoemde kerk onmachtig blijft, het toegezegde traktement uit te keeren, bij genoemde handopening geene verplichting op zich neemt, in die financieële ongelegenheden den kerkeraad te geraoet te komen.

De vergadering wordt, na rondvraag der kerken, met dankzegging gesloten do 3r den praeses.

Vergadering der Classis Edam, gehouden te Edam op 9 Mei 1895.

Het moderavnen bestaat bij toerbeurt uit Ds. H. Louman Beijer praeses. Ds. A. Brummelkamp scriba, Ds. P. A. Lanting assessor.

Buiksloot vraagt: wat kan en zal onze Classis doen, om meer belangstelling te wekken in het werk (Ier Zending? Na een zeer opgewekte discussie, wordt het voorstel aangenomen: de Classis l spreekt de v/enschelijkheid uit, dat aan den dienst des Woords meer belangstelling in en besef van roeping tot de Zending worde gewekt.

Een andere kerk vraagt: Zou het niet gewenscht zijn, dat de leeraar, die in eene vacante kerk het H. Avondmaal moet bedienen, zich vooraf verzekere, dat de censura morum aldaar is gehouden? AVordt geantwoord: niet de predikant die van elders komt, maar de kerkeraad en de gemeente van de vacante plaats zijn veranlwoordelijk voor het heilig houden van het sacrament.

Een voorstel om ter voorziening in den nood van de kas voor Hulpbehoevende kerken, een hoofdelijken omslag te bepalen over alle kerken, wordt afgewezen. Hoewel allen het eens zijn, dat het vrijwiUigheidsstelsel nog niet aan den eisch beantwoordt, toch gelooft de meerderheid, dat de Geref kerken daarvan niet mogen afwijken. Wordt besloten op de Prov. Synode het voorstel te brengen, om ernstig de oorzaken van den' schreienden nood te onderzoeken en maatren-elen te nemen tot betere voorziening, en tevens om het in die kas thans aanwezige tekort zoo spoedig mogelijk te dekken.

De broeders van Broek in Waterland spreken den wensch uit, om kerkelijk op te treden. Ds. Faber wordt als consulent aangewezen.

Wordt gevraagd; Mag iemand, die op Zondag melk wegbrengt naar Amsterdam, ambtsdrager blijven? De Classis adviseert, dat zulkeen als ambtsdrager moet bedanken.

Monnikendam spreekt de wenschelijkheid uit, dat geen kerk gasten toelate tot het H. Avondmaal, tenzij de kerkeraad zich vooraf heeft verzekerd, dat zulkeen bij de kerk, waar hij lidmaat is, niet onder censuur staat. Wordt gewezen op de moeilijkheid om dit altijd vooraf te onderzoeken, daarom worde het aan de prudentie van eiken kerkeraad overgelaten.

Nogmaals spreekt de Classis uit, dat geen ongeordende oefenaars in de Classis mogen gehandhaafd..

Ds. Lanüng sluit met dankgebed.

Vergadering der Classis Bolsward, gehouden te Wommels, op 15 Mei 1895.

In het moderamen nemen zitting Ds. H, van Dijk als praeses, Ds. C. Hoek als scriba, en Ds. T. Prins als assessor.

Nadat de vereischte stukken in orde zijn bevonden, wordt tot 't preparetoirexamen van den Heer H. Meijer, Cand. a/d Vrije Universiteit, overgegaan. Deze broeder draagt eerst een gedeelte voor eener door hem opgestelde leerrede. Daarna wordt hij onderzocht in Exegese O. T. en N. T. en Dogmatiek door de daartoe aangewezen Dienaren: Miedema, Hoek en v. Dijk. Resultaat is, dat genoemde broeder als proponent bij de Geref. kerken wordt beroepbaar gesteld, nadat de vereischte belofte van niets te zullen leeren, in strijd met de belijdenis, door hem is afgelegd.

Aangaande den te houden Zendingsdag wordt, na mededeeling van deputaten ad hoc, besloten, dezen te doen plaats hebben in het begin van den a. s. herfst. Voorts komt het agendum voor de Prov. Synode aan de orde, hetwelk tot eenige bespreking aanleiding geeft. Bij punt II van genoemd agendum wordt den afgevaardigden naar deze Synode opgedragen het voorstel te doen, om voor de plaats der volgende Synode niet wederom Leeuwarden aan te wijzen, opdat ook andere kerken deze meerdere vergadering eens in haar midden ontvange. Niets meer te behandelen zijnde, wordt de vergadering, bij monde van Ouderling Idserda, door den preases gesloten.

Vergadering der Classe 's Gravenhage, op Dinsdag 21 Mei 1895.

In het moderamen nemen zitting: Ds. de Jonge als praeses. Ds. Eisma als assessor. Ds. Doorn als scriba.

De kerk van Voorburg was met twee vragen aangaande de Zending verschenen. • De eerste, welke inhield: wanneer de Classe weer een Zendingsvergadering meent te moeten houden, deed de Classe besluiten, om de namiddagzitting der eerstvolgende vergadering aan de zaak der Zending te wijden. Een der deputaten voor de Zending zal alsdan worden uitgenoodigd een referaat te leveren over de beteekenis der Zending en haar plaats in de geïnstitueerde kerken, terwijl een anderen deputaat zal worden verzocht hetzelfde te doen over het tweede vraagpunt, dat Voorburg ter tafel bracht: of het niet wenschelijk is, dat tot den dienst der Zending dienaren worden beroepen, zonder zich vooraf te hebben aangemeld.

Hierna wordt over enkele tuchtzaken gehandeld in onderscheidene kerken.

Aan een der kerken, die advies verzocht in twee gevallen, waarbij door lidmaten der gemeente de dag des Heeren geheel of gedeeltelijk door dagelijkschen arbeid aan zijn bestemming wordt onttrokken, wordt geadviseerd, naar den, regel, dien het Avondmaalsformulier a.'angeeft, zelf te oordeelen.

Met betrekking tot de instructie van 's-Gravenhage B, of de Classe ook iets kan doen in het belang van de godsdienstige behoeften onzer landgenooten in Argentinië, verklaart de Classe, dat zij desnoods bereid is, den kerkdijken arbeid aldaar finantieel te steunen.

Tot afgevaardigden voor de Prov. Synode van Z.-Holland, die te Leiden zal vergaderen, worden benoemd: de dienaren des Woords Ds. Sikkel en Ds. V. d. Linden als primi, terwijl him respectievelijk als secundi worden toegevoegd: Ds. Doorn en Ds. van Lummel; de ouderlingen, brs. Vrolijk en Meyboom als primi, met hun respectieve secundi: brs. Van Golverdinge en Heyman.

De vergadering wordt met dankgebed door Ds. van Kasteel gesloten.

Pinkstercollecte ^oav de Zending onder Heidenen en Mohammedanen»

Ja, Ik zal al de Heidenen doen beven en zij zullen komen tot den Wensch-aller Heidenen, en Ik zal dit huis met heerlijkheid vervullen, zegt de Heere der hcirscharen. HAGGAÏ 3 : 8.

Weer nadert voor de kerk des Heeren haar groote Dag, de Pinksterdag van het Nieuwe Testament.

De dag, waarop de bedeeling des Heiligen Geestes in al hare volheid een aanvang nam, en die met heilig verlangen door profeten en psalmisten aangekondigd en bezongen is.

Het is op dien dag, dat wij de .npostelen, vervuld met den Heiligen Geest, voor de eerste reize het net van het vervulde Evangelie zien werpen in de riviere Israels en in de zee der volken, en wij weten, hoevele zielen de Heere hen deed opdiepen.

Dat is het voorspel en het onderpand van de toebrenging van de ontallijke schare der uitverkorenen uit die nabij en die verre zijn, uit Israël en de Heiden wereld.

Hieraan worden wij op het Pinksterfeest herinnerd, en worden wij gedrongen de offeranden onzer gebeden en gaven te vermenigvuldigen, opdat de volkomenheid van het Rijk Christi toekome, waarin God alles in allen zal zijn.

Vanhier ons woord van opwekking aan alle vrienden en vriendinnen der Zending, meer bijzonder aan de Geref kerken voor hare Zending onder Heidenen en Mohammedanen.

Sedert de ineensmelting van de Zending der Chr. Geref. kerk met die van de Ned. Cieref. Zendingsvereeniging is het Zendingsveld en de Zendingsarbeid machtig toegenomen.

De vereenigde Geref. kerken in Nederland hebben thans Midden-Java, Batavia, Soerabaia en een deel van het eiland Soemba tot hun Zendhigsakker.

Veel is onze kerken ook in dit opzicht toevertromvd en is die eere en onderscheiding groot, wij hebben niet te vergeten: dien veel gegeven is, van dien zal veel geëischt worden.

Zeggen wij, met het oog op het uitgebreide arbeidsveld, vooral op Midden-Java, waar het getal van arbeiders zoo gering is, waar nog zoo weinig gedaan is, en de gevaren, die het Zendingswerk l)edreigen, zoovele zijn, wie is tot deze dingen in staat! Spreken zoo in het bijzonder de Deputaten tot de Zending, die meer

van nabij met deze dingen bekend zijn, toch mogen wij met het oog op den Heere des oogstes niet wanhopen, maar worden wij geroepen ijverig en gemoedigd in zijn werk voort te gaan.

De Heere heeft de zorg en-bemoeiingen van de Deputaten tot de Zending aanvankelijk gezegend._ Een Zendeling-Arts werd naar Midden-Java uitgezonden. Ds. Adriaanse volgde hem in het vorige jaar als Zendeling, en een ander Zendeling keerde dit jaar terug naar Midden-Java. En Deputaten blijven uitzien naar werkkrachten op dit groote arbeidsveld.

Niet zonder hope gaan zij voort, én de gemeenten mogen dit met hen doen, gehoorzaam aan het bevel des Heeren: sPredikt het Evangelie aan alle creaturen", en vertrouwende op Zijne toezegging: jMijn Woord zal niet ledig wederkeeren, maar doen wat Mij behaagt, en voorspoedig zijn in hetgeen waartoe Ik het zend."

Bij wien die gehoorzaamheid en dat vertrouwen in het hart is, bij dien zal het gebed tot den Heere des oogstes niet ontbreken, en de stoffelijke gaven voor het Zendingswerk niet worden ingehouden.

Wien het te doen is om de eere Gods en de stichting van Christus' kerk onder Heidenen en Mohammedanen tot hunne eeuwige behoudenis te bevorderen, zal niet kunnen nalaten te bidden, .dat de Heere ons de rechte mannen geve, die op Zijn Woord uitgaan, dat Hij de reeds uitgezondenen in hun arbeid sterke en zegene, en ook de stoffelijke gaven doe toenemen, naarmate het werk zich uitbreidt.

Wij verwachten, dat leeraren, kerkeraden en leden der gemeenten, alsmede onze Jongelingsen Jongedochtersvereenigingen en elke andere vereeniging tot steun der Zending, op dit Pinksterfeest, gelijk op vorige Pinksterfeesten, met hart en hand der Zending zullen gedenken.

Woorden van aandrang achten we niet noodig; tot hiertoe heeft het der Zending onzer kerken nog niet aan het noodige ontbroken, ook niet bij het toenemen der uitgaven, waarvoor wij den Heere danken en u erkentelijk zijn. En zouden wij dan, bij de aanwassende belangstelling der kerken in het werk der Zending, twijfelen aan uw offervaardigheid, die ons toeroept : sMaak vrij de plaats uwer tent wijd, en breidt de gordijnen uwer woningen onder Heidenen en Mohammedanen uit!"

Namens Deputaten tot de '/.ending onder Heidenen en Mohammedanen^

J. H. DoNNER, Zendingsdirector.

Men wordt vriendelijk verzocht het bedrag der Pinkstercollecte zoo spoedig mogelijk op te zenden aan den Penningmeester B. de Moen te Doesburg.

J. H. D.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 2 juni 1895

De Heraut | 4 Pagina's

Officiele Berichten

Bekijk de hele uitgave van zondag 2 juni 1895

De Heraut | 4 Pagina's