GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buiten land.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buiten land.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Quitschiand.

Ue broedergemeente tegen de rechtzinnigheid.

Zij, die de rechtzinnigheid bestrijden, hebben een bondgenoot gekregen in de broedergemeente. Dit had menigeen niet verwacht. Wel wist men, dat de Herrnhutters of Moravische broeders afkeerig waren van een juist geformuleerde belijdenis van hetgeen zij gelooven ; hun ontstaan, hunne geschiedenis sloot dit vanzelf uit, daar zij steeds meer de geloofsgemeenschap onder Christenen, dan den banier van eene scherp geformuleerde belijdenis pp den voorgrond schoven. Toch waren de broedergemeenten in de hoofdstukken der leer goed Luthersch, als de rechtvaardiging door het geloof alleen, en beleden de leer, dat de Heilige Schrift alleen gelden mag in zaken des geloofs; in het stuk der Sacramenten dachten zij ook evenals de Lutherschen. Daarom noemden rechtzinnige Luthersche kerkleeraars de broedergemeenten nooit onder de secten, maar hielden haar voor eene tak der Luthersche kerk. Rengel had er anders over gedacht, maar in de practijk hadden vele predikanten en gemeenten er geen bezwaar in, om de Zending der Herrnhutters te steunen. Daarom wekt het te meer smartelijke verwondering, dat men van uit de broedergemeente aan de Luthersche orthodoxie of liever alle orthodoxie, den oorlog hoort verklaren .

Het orgaan dezer gemeente, Der Herrnhut., bracht in haar nimimer van den lodenMeieen artikel van J. Burckhardt over de - spractische waarde van de tegenwoordige beweging in de theologie", welk artikel niet te beschouwen is

als eene private uiting, maar veeleer voor een half officieele kennisgeving.

Burckhardt waarschuwt in bovengenoemd artikel voor het vermengen van godgeleerde »beschouwingen" met de szaak" der goddelijke openbaring en het in Christus geschonken heil. De theologische beschouwingen kunnen en mogen afwisselen, wanneer men in de zaak slechts het rechte vasthoudt. Het is daarom zeer uit den booze (sehr von Uebel) een broeder van zich te wijzen, wijl hij zich van de hemelsche en eeuwige dingen eene andere s voorstelling" maakt. l5e hoofdzaak blijft »het persoonlijk geloof aan den Heiland, het bewustzijn, door Hem verlost en in gemeenschap met God getreden te zijn. Dat is de band, die ons allen vereenigt." Maar de kerk, in het bijzonder de Luthersche kerk, heeft er door hare theologen schuld aan, dat de theologische beschouwingen in vaste vormen geprangd en als geldige mun-. ten in de gemeenten gebracht werden. Men heeft zich daaraan gewend »met de meeningen, die uit de theologische smederij komen, als met gereedstaande werktuigen te werken". Dit alles heeft ten gevolge gehad, »dat men het er thans voor houdt, dat, als men vasthoudt aan deze vormen en formulen, men genoeg heeft om een Christen te zijn; men is er mede tevreden, als men ze heeft aangenomen en geen twijfel er over behoeft te koesteren. Maar juist die zoo uiterst handig gereedgemaakte waarheid hindert ons daarin, om den weg van boete en bekeering, den weg van zonde en genade werkelijk en feitelijk te bewandelen. Het is een groot nadeel (ein böser schade) onder ons, da dit 200 is. En is niet dit nadeel, dat ons in den. grond der zaak de orthodoxie gebracht heeft, boozer en wanhopiger, dan dat, hetwelk ons de zoogenaamde nieuwere theologie brengen kan? "

Deze uiting is te beschouwen als een uitvloeisel van de jongste conferentie van godgeleerden uit de Herrnhutters, over wier afloop men tot hiertoe niets naders vernam. Die conferentie werd gehouden, om de verontruste gemoederen tot rust te brengen! Maar zonderling, ja betreurenswaardig is het, dat Burckhardt leert, dat, omdat er een doode rechtzinnigheid bestaat, men daarom moet afzien van het formuleeren van de belijdenis der kerk. Reeds de apostel Jacobus zegt: dat het geloof zonder de werken dood is. Daarmede bedoelt de apostel niet het levend geloof, door de liefde werkende, maar het bloot historisch geloof. Is nu daarom het historisch geloof te verwerpen ? Van welke heerlijke zaak kan men geen misbruik maken?

Altijd zullen er in de kerk vijgeboomen gevonden worden, die wel bladeren, maar geen vruchten voortbrengen.

Jammerlijk is het evenwel, dat Burckhardt de orthodoxie hiervoor aansprakelijk stelt. Daarmede heeft hij allen, zoowel in de Gereformeerde als in de Luthersche kerk, op het hart getrapt, die hunne belijdenis hebben leeren waardeeren als een dierbaar kleinood, als een kostelijk pand, dat de Heere zijne kerk heeft toebetrouwd, om het zuiver te bewaren.

Wij houden het er voor, dat de leeraars der broedergemeenten zullen moeten terugkeeren van den heilloozen weg, waarop zij zich hebben begeven, willen zij niet hunne gemeenten verwoesten. Of zou er zooveel geloofskracht in de Ilerrnhuttersche gemeenten gevonden worden, dat daardoor de valsche leeraars kunnen overvleugeld worden? Wij hopen het van harte.

De heer J. Burckhardt gaat verder en leert, dat de door de orthodoxie aangebrachte schade veel «wanhopiger" en sboozer" is dan die, welke ons de zoogenaamde nieuwere theologie brengen kan. Wat deze leeraar onder de Moravische broeders onder snieuwere theologie" verstaat, is niet recht duidelijk. Bedoelt hij de theologie van Ritschl of de theologie, die meent critiek te moeten uitoefenen op den Bijbel? Of beide te zamen? Ritschl heeft de bijl gelegd aan den wortel der kerk, door Gods toorn over de zonde, de noodzakelijkheid van de ver '-ening door Christus' zoenoffer, de eeuwige e • ware godheid van Christus te loochenen. Ook Je broedergemeente staat op dit fundament, al is hare belijdenis niet belijnd; de liederen bij haren eeredienst in gebruik, de regeering van hare gemeente enz. rusten alle op de waarachtige godheid van Christus en zijn ware menschelijke natuur. Wanneer nu dan Christus' ware godheid geloochend wordt, zou dan dit nog meer schade doen dan eene doode rechtzinnigheid? Komt het dan niet voor, dat jonge theologen het uitspreken, dat zij door de nieuwere-theologie den Christus Gods hebben verloren. Weet Burckhardt dan niet, hoevele Christenen in Duitschland, die naar het huis des gebeds opgaan, om Gods Woord te hooren, telkens geërgerd naar huis gaan met de overtuiging, dat zij met een regen van menschelijke gevoelens oversproeid zijn geworden, of dat de prediker getracht heeft, hen met sociale beschouwingen te voeden?

En dan de moderne Bijbelcritiek! Wat heeft zij van den Bijbel overgelaten? Het is haast niet te begrijpen, wat het orgaan van de broedergemeente bewogen heeft, om thans zoo ruw op te treden tegen alle Christenen, die gevaar zien in de zoogenaamde nieuwere theologie.

Burckhardt legt grooteh, weerzin aan den dag tegen de formuleering van het geloof der kerk-, als een product uit sde smederij der theologen". Maar moet dan de kerk geen belijdenis hebben, al was het maar alleen, dat zij erkent, dat zij gegrond is op het fundament, eenmaal door de apostelen en profeten gelegd?

Verder onderstelt hij, dat men bij het lezen van zijne overleggingen in vertwijfeling zal uitroepen: sWat moet men dan eigenlijk gelooven? Alle grond wordt ons onder de voeten weggenomen !" Hij antwoordt hierop: sDit is de fout, dat men de leermeeningen van anderen heeft overgenomen, in plaats van die zich zelven te •verwerven." Hij wil het tegenwoordige geslacht van de belijdenis der vaderen ontdoen, om de altijdblijvende zaak van het Evangelie te redden! Dat men aldus de leiding des Heiligen Geestes, de werking des Geestes in de gemeente, loochent, schijnt Burckhardt niet in te zien. Dat er een arbeid van de kerk is geschied, om de leugen, die in de kerk drong te wederstaan en de waarheid te belijden, dit schijnt men in de broedergemeente, als Burckhardt haar tolk geweest is, niet te erkennen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 30 juni 1895

De Heraut | 4 Pagina's

Buiten land.

Bekijk de hele uitgave van zondag 30 juni 1895

De Heraut | 4 Pagina's