GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Reven?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Reven?

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 27 Dec, 1895.

Aan hetgeen we een vorig maal over den snellen afloop van wateren aan de Utrechtsche theologische faculteit schreven, dient nog iets toegevoegd.

Het kon natuurlijk den indruk maken, alsof onzerzijds de principieelc zwakheid dezer faculteit in de dagen van haar bloei aan min edele bedoeling werd toegeschreven.

Dat is intusschen volstrekt niet het geval.

Ons is zeer wel bekend, dat de theologen die haar sierden, evenals de Ethischen en Irenischen, en in het algemeen de Vermitteluugstheologen, te goeder trouw in den waan verkeerden, dat hun wijze van optreden de eenig doeltreffende was.

We stelden boven dit artikel !• reven". En metterdaad in dien zeemansterm ligt heel hun stelsel uitgedrukt.

Ze zeilden wel uit deze theologen, maar niet dan met gereefde zeilen.^ , .

Matig moest men in zijn eischen, bedachtzaam in zijn optreden, toegevend en inschikkelijk in zijn program zijn.

En wat bewoog hen nu, om die wijze van doen aan te bevelen aan anderen en zei ven in practijk te brengen?

Geen minder verlangen, dan, als het kon, de toougevende klasse, de beschaafde burgerij, de gegoede leeken weer voor den Christus te winnen.

Ze merkten op, dat nog wel een deel van het platteland, en ook in de steden een deel van onze kleine burgerij, aan het geloof der vaderen vasthield, maar dat het overig deel van ons volk al verder afweek.

En nu kwam de vraag in hen op, of men, door wat water in zijn wijn te doen, in dezen droeven stand van zaken geen verandering kon teweegbrengen.

Zij meenden van ja.

En in die veronderstelling zijnze toen aan den arbeid getogen, en hebben ze de poging gewaagd, om de Christelijke religie voor de hoogere en meer ontwikkelde standen smakelijk te maken.

Ze begonnen daarom met allerlei toe te geven, in velerlei zich te schikken, op tal van punten aan den tegenstander gelijk te geven.

Wat zij voorstonden was niet meer die »oude stroeve Gereformeerde religie, " maar een zeker soort moderne orthodoxie, die de taal van onze eeuw sprak.

Ze deden drie vier passen naar den tegenstander, in de stille hoop, dat de tegenstander evenveel passen naar hen zou doen.

Toen schrijver dezes te Utrecht zijn intreerede had gehouden als predikant, zei een bewonderaar van Reets in de consistoriekamer tegen hem: »Van de ouderwetsche orthodoxie is niets meer te hopen. Mannen als gij, die eerst Modern zijn geweest, zijn mijn hope voor de toekomst. Van de nacht school moeten we af, en we hebben ons aangezicht naar de Modernen te keeren. Daar zit het Christendom der toekomst."

Toch heeft juist het verblijf te Utrecht schrijver dezes, eens en voorgoed, het verderfelijke van dat stelsel der »gereefde zeilen" in doen zien.

Wat toch vond hij f

Dit, dat in al de kringen, waar men dat stelsel aanhing, met minachting over de eenvoudige vromen werd gesproken, en dat men verguld was met een goedig lachje van modern-wetenschappelijke zijde.

Men was er voor de oude orthodoxie bang, en sloeg zijn armen geopend naar de overzij uit.

Ware nu het oordeel dat hierin school gegrond geweest op kennis van ons Calvinistisch verleden, en op kennis van onze Gereformeerde theologie, zoo had men er eenigen eerbied voor kunnen koesteren.

Maar dit was het niet.

Te Leiden.bij Scholten stond het onderzoek der Gereformeerde Nederlandsche theologie veel hooger aangeschreven dan te Utrecht.

Te Utrecht deed men er eenvoudig niet aan.

Men las er Duitsche boeken, Duitsch-Luthersche theologie, voöfal in den ver­ zwakten vorm vafl Schleiermacher. En al moet erkend, dat Prof. Doedes hiertegen ten deele proteSrtest'de, toch ontbrak het ook hem aan sympathie voor de belijdenis onzer vaderen.

Niet die belijdenis hoog te houden en te verdedigen, maar haar te kerven en te havenen was zijn lust.

De oorzaak hieraan lag eenvoudig daarin, dat men te Utrecht niet geloofde wat eens de vaderen geloofd hadden.

7A], die er den toon aangaven waren kinderen anderes geestes.

En wat heeft nu de uitkomst geleerd? Wat is nu, na een historie van straks een halve eeuw, de vrucht geweest van deze moderne orthodoxie?

Heeft ze nu haar doel bereikt, en kan ze zeggen, ook maar voor een klein gedeelte, de toongevende klasse voor den Christus gewonnen te hebben?

Er is eenvoudig geen quaestie van.

Bij de dagen van den Réveil vergeleken, is men zeifs hard achteruitgegaan.

En wat nog erg«T is, niet alleen datme, !!zijn doel niet trof, - -^aar zelfs is men gaan), deweg verkleurd \ii verbleekt tot onkenbaar wordens toe.

Concessie na concessie is niet door het Modernisme aan deze moderne orthodoxie, maar wel door deze moderne orthodoxie aan het Modernisme gedaan.

Niet de belijdenis, maar de Heilige Schrift! was eenmaal het wachtwoord, en zie, thans reeds is die leuze geheel prijsgegeven, eerst door Prof. Valeton voor het Oude, nu ook door Dr. Baljon van het Nieuwe Testament.

En al wat hun nu overblijft is de van het gemoed. mystiek

En nu is er zeker een niet gering verschil tusschen het mystiek gemoed van een Valeton en van een Kuenen, of in het algemeen tusschen zulk een man van orthodoxen of van modernen huize.

Wie zelf nog van den orthodoxen kant kwam, behoudt altoos nog zekere sympathieën, heeft nog een anderen achtergrond, en bestaat nog anders dan een Moderne.

Maar dit verschil is alleen te danken aan de nawerking van het vroegere geloof.

En houdt bij een volgend geslacht eenmaal die nawerking op, dan is de tijd niet zeer verre, dat de man van moderne, en de man van orthodoxe herkomst, in de mystiek des gemoeds ineen vloeien.

Bij beiden komt het dan niet meer op het geloof in den Christus naar de Schriften aan, maar op het vroom zijn.

En wie is dan niet vroom?

Ja wie wil, om zijn vroomheid te toonen, dan niet volgaarne meedoen aan allerlei philanthropische vereeniging, ja zelfs aan allerlei ascetisch streven?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 29 december 1895

De Heraut | 4 Pagina's

Reven?

Bekijk de hele uitgave van zondag 29 december 1895

De Heraut | 4 Pagina's