GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Officieele Berichten.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Officieele Berichten.

18 minuten leestijd Arcering uitzetten

(Mét verkorting tcit het Kerkblad van 4 September).

torale Spofte m flederefomeerfle tóen ill NeteM te Middelburg.

Dinsdagmorgen 25 Augustus.

17de Zitting.

Na de gewone opening door den praeses, wordt aan Dr. Wagenaar het woord gegeven, die, uit naam der commissie van praeadvies, rapport uitbrengt over het 3de punt onder letter A van het Agendum.

t De conclusie luidde: deze zaak terug te wijzen naar de Classis Alkmaar, wijl het een concreet geval betreft. Het gold de vraag over de wettigheid van een doop, bediend met de formule: sik doop u tot de belijdenis van den Naam des Vaders, des Zoons en des Heiligen Geestes.''

Over de conclusie wordt ernstig gediscussieerd door Prof. Rutgers, Dr. Van Goor, Ds. Gispen, Prof. Wielenga, Ds. Littooij, Prof. Lindeboom, Ds. Feringa en Ds. Offringa.

Eindelijk wordt de conclusie aldus aangevuld: »opdat deze zaak door haar behandeld worde, wijl de Classis allereerst er toe geroepen is op de kerken toe te zien, dat geen andere doop erkend worde, dan die naar de instelling des Heereh is bediend", aangenomen.

Aan de orde komt lei ter D. punt i, de vraag of de Postacta in de Gereformeerde kerken evenzeer geldt als de Kerkenorde zelve.

De conclusie van de rapporteerende commissie is, op deze vraag niet in te gaan.

Nadat Prof. Rutgers nog aanwees, dat een vraag als deze, van wetenschappelijken aard, niet thuis behoort op de Synode, en dat geen concreet geval uit de Postacta was genoemd, wordt de conclusie der commissie aangenomen.

Nu volgt D. 3, 5a en 6, alle handelend over voorgestelde herziening van de Kerkenorde.

Verzocht wordt, dat hierover tevens rapporteere de commissie voor rubriek F, waar ook soortgelijke zaken voorkomen.

Bij monde van Dr. Hania wordt het praeadvies uitgebracht met de conclusie: de Generale Synode neme de bedoelde revisie van de Kerkenorde nog niet ter hand, wijl de algemeene noodzakelijkheid erV-an nog niet was gebleken en de geschikte tijd daartoe nog niet gekomen was.

De conclusie wordt na eene geanimeerde discussie aangenomen.

Dinsdagmiddag.

18de Zitting,

Over M. i wordt thans door Dr. Wagenaar het praeadvies der commissie uitgebracht.

Overwegende, dat Art, 3 van No. i der geunificet-rde acte (Syn. 1892) duidelijk genoeg is, wordt geconcludeerd het voorstel tot nadere verklaring te verwerpen; wat aangenomen werd.

Punt 2 onder letter M. lokte meerder discussie uit. Het ging over het voorstel om eene bijvoeging te stellen in Art. 3, No. i der geunificeerde acte: ïKinderen kunnen desverkiezende, ook nadat zij belijdenis des geloofs hebben afgelegd, zoolang zij in het gezin der ouders zijn, leden blijven van de kerk, waartoe' zij behooren." Tevens kwam hierbij in behandeling een schrijven van den Gereformeerde kerkeraad der Gereformeerde kerk te Rotterdam A en een protest van den kerkeraad der Gereformeerde kerk van Oudshoorn, tegen het voorstel der Prov. Synode van Z.-HoUand en een schrijven der Classis Woerden over deze materie.

Na de opsomming van verschillende overwegingen kwam de rapporteerende commissie met de volgende conclusie: het voorstel van de Provinciale Synode van Zuid-Holland te verwerpen en Art, 3 onveranderd te laten; doch hierbij uit te spreken, dat bij mogelijke kerkelijke processen wegens eventueele overtreding verontschuldiging zal worden aangenomen, zoo het blijkt, dat door den kerkeraad onmiddellijke plaatselijke ineensmelting is voorgesteld, volgens het door de vorige Generale Synode bepaalde en de zich beklagende kerkeraad dit voorstel niet heeft aangenomen.

Dr, Hania, die over een soortgelijk verzoek van de kerk van Varsseveld rapporteert, komt tot de conclusie: om met bevestiging van de beslissing van de Provinciale Synode van Gelderland Art. 3 No. I gunificeerde acte, onveranderd te laten.

Eene minderheid der rapporteerende commissie wilde voorstellen: v, 'el handhaving, maar dispensatie te verleenen ter beoordceling van de Classis in enkele gevallen, wanneer eerst gesproken was met de bijzondere personen.

Na breede discussie wordt het 2 de gedeelte van de eerste conclusie er afgenomen, en wordt aangenomen, dat de bepaling van de geunificeerde acte Art, 3 onveranderd blijven zal.

ceerde acte Art, 3 onveranderd blijven zal. Het voorstel tot wijziging van de grenzen tusschen de kerken van Nieuw-Vennep en Hillegom wordt overeenkomstig het adres der commissie aangenomen.

Over het verschil in zake de grensregeling tusschen Varsseveld en Gendringen-Silvolde wordt het advies, drie deputaten hiervoor te benoemen, aangenomen.

Tot deputaten werden verkozen;

Ds, Bavinck, Prof, Wielenga en Ouderling Van der Hoogt, en tot secundus Prof, Bavinck.

Dr, Hania brengt verder rapport uit over letter F, de vraag van Overijsel: Wat de kerkeraad te doen heeft met leden der gemeente, die zich niet met uitdrukkelijke verklaring afscheiden, noch dit zells willen; maar die toch, ondanks alle vermaning, zich aan alle samenkomsten der gemeente onttrekken en elders gaan kerken. De conclusie:

a. dat men bedoelde lidmaten herhaaldelijk nadrukkelijk en lankmoedig vermane;

b. bij volharding in hun ongehoorzaamheid, de Wettige kerkelijke cencuur op hen toepasse:

— wordt aangenomen. —

Prof, Noordtzij brengt rapport uit in zake een bezwaarschrift uit Sleeuwijk.

Het advies wordt door de Synode overgenomen en aanvaard.

Daarna brengt dezelfde rapporteur advies uit in zake de vraag van de Provinciale Synode van Drente, onder letter F, , hoe te handelen met personen, die naar art. 37 D. K. O. onder kerkelijke vermaning gesteld, zich intusschen door opzegging van het lidmaatschap aan de gemeenschap der Gereformeerde kerk onttrekken. Is met het oog op de verhouding onzer kerken tot den staat voortzetting der censuur op zoodanige personen mogelijk en in kerkdijken zin wenschelijk en noodzakelijk?

De conclusie van dit rapport luidt: ':

ie te besluiten, dat deze vergadering van oordeel is, dat het naar de D, K. O, wel de roeping der kerk in den regel is met de censuur voort te gaan, ook wanneer het lidmaatschap opgezegd is;

2e dat deze vergadering geene gronden kent, waarom voortzetting van censuur naar de D, K, O. door den rechter zou worden gestraft.

Prof. Bavinck komt tegen deze conclusiën op; evenzoo Prof. Rutgers. De laatste toont o. m. aan, dat het tweeledig doel van de tucht in de D. K, O. genoemd, in zulk een geval niet meer van toepassing is.

Dr, Hania sluit zich hierbij aan en wijst er op, dat de minderheid in de rapporteerende commissie zich niet met de conclusie vereenigen kon.

De conclusie van de meerderheid der rapporteerende commissie wordt verworpen en de volgende beslissing genomen:

De Generale Synode besluit, dat iemand in zulk éen geval, geen object van kerkelijke tucht meer kan zijn.

De praeses sluit dezen zittingsdag roet dankzegging.

Woensdagmorgen 26 Augustus.

19de Zitting.

Na opening met gebed door den praeses, begint de bespreking van het advies in zake de inrichting van de Theologische School, over hetgeen dienaangaande is voorgesteld door de deputaten der vorige Synode ia hun rapport en door de curatoren der School in hun voorstel.

Dr. Wagenaar stelt voor de geheele litterarische inrichting te Kampen op te heffen en om bij hooge uitzondering ook toe te laten tot de Theologische School mannen, die op verderen leeftijd zijn gekomen, en deze vrijstelling van eenige vakken te verleenen.

Prof, Lindeboom leest eene door hem opgestelde verdediging voor van het rapport der deputaten en een contraadvies in betrekking tot het curatorenvoorstel.

Hij wil, dat de Generale Synode uitapreke, dat zij ook nu op hetzelfde standpunt blijft als in '92 en '93; dat de eenheid der School en het karakter als Opleidingsschool gehandhaafd worde, dat de Theologische School voortaan z afdeelingen hebben zal, die, onverlet de eenheid, zelfstandigheid hebben naar hunnen aard. Prof. Lindeboom wil bij Art. 14 de bijvoeging: alleen bij uitzondering; Art. 11 geschrapt zien in het reglement Theologische opleiding en daarvoor in de plaats wat het rapport voorstelt in zake hèt examen; mocht het praeparatoir-examen bi) de Classes worden gebracht, dan worde het artikel aangevuld met het voorstel der Prov. Groningen.

Dr. Van Goor komt op tegen het voorstel van Dr. Wagenaar, hij wil in het midden blijven. Hij verdedigt krachtig het Curatorenvoorstel, als noodzakelijk tot verbetering van de Theologische School onzer kerken. Hij verklaart volstrekt niet te willen afbreken. Hij heeft de Theologische School lief, juist daarom wil hij de aangewezen verbetering. Vooral wordt door Dr. Van Goor de handhaving van Art. 11, reglement Theologische opleiding, aangedron» gen; de hoogleeraren moeten het recht hebben tot examineeren en tot het verleenen van dea graad van candidaat tot praeparotoir examen. De kerken oordeelen in hare kerkelijke vergaderingen.

Nadat Dr. Franssen als mededeputaat der vorige Synode, en Ds, Neijens als Curator, der Theologische School zich nog uitspraken in deze materie, werd het woord verleend aai^Ds, Offringa die consequent wil doorgevoerd zien het een of het ander. Hij is tegen halfslachtigheid in dezen. Moet er verandering plaats vinden, laat dan de litterarische opleiding geheel vervallen té Kampen en b.v. naar Zetten worden overgebracht.

Woensdagmiddag.

20ste Zitting.

De discussie wordt voortgezet. Ds. Bos oppert eenige bezwaren, die hij gaarne zou weggenomen zien.

Prof. Rutgers zal niet ingaan op alle bedenkingen, ook niet op de détailpunten; hij wil zich bepalen bij de hoofdzaak, en deze is: of litterarisch waarlijk litterarisch dan wel theologisch is, en of de school een eigen terrein heeft afgezonderd van de kerk, ja dan neen! Uitvoerig wordt deze hoofdzaak toegelicht en op de consequentie gewezen, wat betreft de lagere school. Vele broederen, die vroeger de lagere school van de kerk wilden doen uitgaan, zijn daarvan teruggekomen. Straks zal dit beginsel verder doorwerken. Spreker is het met Dr. Wagenaar eens, maar wil dezen stap nog niet doen; het is eene concessie aan de broederen gedaan, die nog niet van dit beginsel doordrongen zijn, — daarom raadt hij ten zeerste in dit stadium de aanneming van het Curatorenvoorstel aan.

Prof. Bavinck sluit zich bij het g«(Sprokene door Prof, Rutgers aan, en verklaart dat het hebben eener Theologische School niet door de Schrift geboden is, geen dogma is, evenmin de conscientie bindend, maar wijl door de omstandigheden de Theologische School noodzakelijk is, is het eisch, ze dan ook zoo goed mogelijk te doen zijn.

Wat de financieele zijde betreft, de meerdere kosten, waarover gesproken is, komen juist voor rekening van hen, in wier belang men tegemoet gekomen is met dit voorstel.

Na de bespreking en wederlegging van ingebrachte bezwaren, dringt spreker krachtig aan op de aanneming van het voorstel, wijl het van het grootste belang is voor den bloei der School.

Prof. Biesterveld voegt er nog aan toe, hoe verkeerd de tegenstelling is tusschen wetenschap en practijk, en gaat ook verder in op art. 11 der regeling van de Theologische School, als zijnde noodzakelijk.

Prof. Noordtzij protesteert er tegen, alsof met dat Curatorenvoorstel zou verlaten worden het in 1893 aangenomene.

Nadat de broeders Dijkstra van Joure, Ouderling Elshout en Prof. ^Vielenga hadden aangedrongen op aanneming, geeft Ds, Littooij nog uiting aan zijn bezwaar, dat de litterarische opleiding geheel zal losgemaakt worden van de theologische, en wenscht dat het Curatorenvoorstel aangenomen worde, doch zonder verandering van den titel van het reglement, zooals dit voorgesteld was.

Donderdagmorgen 27 Atigustus.

21te Zitting.

De discussie wordt na de gewone opening voortgezet. Dr. Wagenaar wijst op de, groote kosten en wil nu reeds scheiding.

Ds. Goedbloed is ook van meening, dat de litterarische opleiding niet van de kerk moet uitgaan, maar wijl er nog zijn, die dat niet inzien, spreekt hij het vermoeden uit, dat binnen korten tijd deze overtuiging algemeen zal geworteld zijn. Hij wil op het voorstel ingaan en dringt aan op het blijven van de wijziging in het opschrift, nl. verbonden aan.

Ds. Gispen acht zich verplicht de aandacht te vestigen op het besluit van '93. Men ga niet om financieele motieven mede met het voorstel-Wagenaar. In het Curatorenvoorstel wordt z. i. niets voorgesteld, dat strijdt met het besluit van '93.

De formuleering - nverbonden 'aan" past in het kader van het voorstel, indien men bij het verbonden zijn-niet denkt aan het bootje achter het schip, maar aan het verbonden zijn als bij het huwelijk.

Prof. Rutgers gelooft niet, dat er nieuwe zaken in liet debat zijn gebracht en wil slechts drie opmerkingen maken, ie wenscht hij, dat de financieele quaestie niet op den voorgrond trede.

Met betrekking tot het beginsel zijn bijna allen het eens, maar de vraag is: kan het nu reeds? Men late het fmancieele niet te zwaar wegen.

2e. Er is gesproken van napleiten op het besluit Van '93. Voor een zoodanig pleit gevoelt Prof. Rutgers weinig. Geestdrift voor een besluit van regeling heeft spreker zelden gehad. Dat besluit is genomen om vrede in de kerken te houden.

3e, Bij het woord: verbonden aan is niet gedacht aan de beteekenis van den huwelijkisband.

Het uit te laten na zulk eene discussie gaat moeilijk, We moeten openhartig en eerlijk zijn. Voor onrust zij men niet zoo bevreesd.

Namens de commissie van praeadvies verklaart Prof, Rutgers, dat zij haar voorstel handhaaft.

Ds. Bos gelooft ook, dat de litterarische opleiding wetenschappelijk moet zijn, maar tevensliet doel in 't oog houden moet. Men zet toch koers tijdens de gymnasiale opleiding.

In geïnstitueerde kerken ligt, volgens zijn oordeel, meer waarborg dan in eene vereeniging

Dr, Van Goor, hoewel principieel aan de zijde van Dr. Wagenaar staande, gelooft, dat in het belang der kerken het niet goed zou zijn zoo groot een sprong te wagen als dezen.

Hij ontraadt het voorstel Wagenaar; onrijpe vruchten plukken is nooit geraden.

Het vaste geloof in het beginsel moet ons bewaren voor overhaasting.

Het opschrift laat hem tamelijk koud, wijl het voorstel voor zichzelf spreekt.

Prof. Kuyper wil zich niet laten leiden door de voorgestelde onrust; hij zegt, dat we reeds aardig in elkander gegroeid zijn, maar toch niet vergeten moeten, dat we van 2 kanten kwamen — we mogen elkander overtuigen, niet dwingen.

Prof. Kuyper belijdt, dat een kerk van Christus uit beginsel geroepen is om zich altijd te verzekeren van de mogelijkheid, zelve Dienaren des Woords op te leiden, omdat het niet accidenteel vooitvloeit uit verhoudingen in zekeren tijd; maar omdat steeds de wetenschap uit de zondige wereld staat tegenover de ware wetenschap.

In het opkomen der kerk zelve tegen de ijdele philosophic ligt de roeping eene Christelijke wetenschap te kweeken, en de noodzakelijkheid zich altijd te vergewissen, dat zij niet door de vervalschte wetenschap overmeesterd worde.

Voor den spreker is er een bezwaar, dat uit

het ingenomen standpunt van concessie volgt; dat men dan niets doen «toet als de hoogst noodzakelijke reparatie aanbrengen, en dat men nu, door de litterarische opleiding zoo goed mogelijk te willen maken, het voorgestelde doel, neergelegd in het vooistel Wagenaar, vertraagt.

Prof. Kuyper wijst voorts op eene paedagogische quaestie, hierin betrokken. Als het waar is, dat men, om iemand op te leiden, zich direct geheel meester van hem maken moet en alles op dat doel africhten moet, dan geldt het ook reeds bij het lager onderwijs.

Zoo te handelen is onpaedagogisch.

Neen, eer men in speciale lijn ombuigt moet het boompje ontwikkeld zijn.

De generale ontwikkeling wil men eenzijdig doen zijn. Dit is verkeerd.

Verder wijst Prof. Kuyper er op, hoe Christus zelf de institutaire kerk heelt ingesteld.

Is deze beroepen of bekwaamd om wetenschappelijke ontwikkeling te geven ? Welken last en welke gaven heeft Christus aan de kerk gegeven, welke organen en welke werking aan die organen ? Aan de organen kan men zien, waartoe men bekwaam is. Wij hebben geen vleugelen, daarom niet bekwaam om te vliegen.

Heelt Christus nu ook aan zijne kerk een orgaan der wetenschap gegeven ? Laten daarop de broeders van de overzijde eens antwoord geven. Wel kan men iets door hulpmiddelen doen, maar niet uit de organen voortvloeiend, o. a. met een luchtballon omhoog gaan.

Eene institutaire kerk kan wel de Theologische wetenschap beoefenen, maar het vloeit niet uit het ambtelijk leven voort. In veel sterker mate geldt dit van de litterarische faculteit.

De Roomsche kerk isoleert de studenten van de maarschappij en eischt de opvoeding en opleiding geheel op.

Prof Kuyper wil het Curatorenvoorstel steunen ; en wat den titel betreft, een valsch etiquet is steeds gevaarlijk, daarom ondersteunt hij het voorstel der commissie.

Donderdag-middag.

22ste Zitting.

Ds. Hulsebos heeft enkele bezwaren en vooral tegen het gesprokene door Prof. Bavinck.

Ook Dr. Franssen heeft een enkel practisch bezwaar.

Ds. Hessels verklaart eerst met veel genoegen de debatten te hebben gehoord en heeft een drieledig verzoek: aan Dr. Wagenaar om zijn voorstel in te trekken; aan de Groninger bloeders om iets toe te geven; en aan de commissie van praeadvies, om in het opschrift s verbonden aan" weg te laten.

Ds. Littooij maant tot voorzichtigheid aan en waarschuwt tegen de uitersten.

Ds. J. H. Donner spreekt zich uit voor hetcuratorenvoorstel, echter niet instemmend met alles wat er over gesproken is.

Ds. Gispen gelooft, dat in de toekomst de overhand zal hebben, wat door het Gereformeerde beginsel wordt geëischt, eene universitaire opleiding.

Maar in zijn consclentie gevoelt hij zich gebonden aan het Synodaal besluit van '93, zoolang geen ander besluit is genomen.

Prof. Lindeboom merkt op, dat de Curatoren zelf hebben gezegd, dat zij met het Curatorenvoorstel niet allen tevens de considerata aannamen. Hij ziet gevaar voor de Theologische School, en waar het beginselen geldt, kunt ge niet tot elkander komen, als ge zegt: geef uw beginsel prijs. Spreker heeft bezwaar principieel te beslissen; waar het verbetering geldt, wil hij gaarne beslissen.

Prof. Lindeboom verklaart vóór het Curatorenvoorstel te stemmen, mits door de aanneming principieel niets worde beslist.

Prof. Bavinck verklaart, dat er zakelijk geen verschil is met Prof. Lindeboom. Dit voorstel heeft niets te maken met eene principieele overtuiging of met eene universitaire opleiding, maar is gebouwd op jarenlange ervaring, dat verbetering dringend noodzakelijk is.

Man beoordeele het objectief. De broeders van de overzijde hebben ons gedwongen ons principe uit te spreken, welnu, toen hebben we ons verklaard.

Het Curatorenvoorstel wil geen geweld aandoen aan de overtuiging van anderen. We zullen later nader komen. Dit heeft deze Synode reeds geleerd.

Zijn advies is: Neem het voorstel aan met - den gewijzigden titel.

Nadat Dr. Wagenaar op de gronden door Prof. Kuyper genoemd, zijn voorstel ingetrokken heeft; Prof. Rutgers geconstateerd heeft, dat er nog niet geantwoord is op de vraag, wie dan toch de organen der wetenschap in de in-«tituta; ire-kerk zijn en gewaarschuwd heelt voor dC'-droeve gevolgen eener verwerping, komen de verschillende conclusiën van het rapport van praeadvies in stemming.

De iste conclusie, de deputaten te dechargeeren en dank te zeggen voor den verrichten arbeid, wordt - met algemeene stemmen aangenomen.

De wijziging in het opschrift wordt aangenomen met 30 stemmen; eenige andere wijzigingen worden evenzoo aangenomen; alleen werd tegen het advies der commissie besloten in Art. 14 van het reglement voor Gymnasiale opleiding, niet bij te voegen: »bij wijze van •uitzondering", maar dit artikel onveranderd te laten.

De 3é conclusie: het Curatorenvoorstel alzoo gewijzigd aan te nemen, wordt aangenomen met 33 stemmen;

terwijl de 4de conclusie, die het antwoord aan het Curatorium bevatte, dat de betere regeling van het litterarisch onderwijs te Kampen geen uitstel gedoogde, aangenomen werd met 37 stemmen.

Hierna leest Ds. Neijens het verslag voor van de Curatoren der Theologische School en wordt de vergadering op de gewone wijze door den praeses gesloten.

Vrijdagmorgen 28 Augustus.

23ste Zitting.

Na opening door den voorzitter brengt üs. Bos rapport uit over een bezwaarschrift van Br. D. te R. De conclusie wordt aangenomen.

Vervolgens komt aan de orde het rapport in zake het verslag der Curatoren van de Theologische School. Onder meer werden de volgende daarin gedane voorstellen aangenomen: het verslag met dankzegging goed te keuren; Curatoren t« machtigen de benoeming van den heer Van der Valk jaarlijks te verlengen; Curatoren te machtigen tot aanwijzing van enkele huizsn te Kampen voor jeugdige leerlingen van elders, waar zij in groepen van hoogstens 6 jongens bij Christelijke beschaafde lieden zullen inwonen, tenzij dat de ouders anders begeeren, en dit Voornamelijk voor jongens van 12—18 jaar, en tegen eene vergoeding van ± ƒ 350 'sjaars.

De opneming geschiedt dan geheel voor rekening van gedadigden.

Verder wordt aangenomen: de regeling der pensioenen van hoogleeraren enz. door de Generale Synode; de rekening en verantwoording van het Kerkblad goed te keuren en de uitgave van het Kerkblad geheel voor rekening van de gezamenlijke kerken te nemen.

Vrijdagmiddag.

24ste Zitting.

Ds. Hessels brengt het praeadvies zijner Commissie uit over L. i, 2, 3, 4, 5 en 6 alles rakende den Nco-Malthusiaanschen bond. De conclusiën zijn, om verschillende overwegingen, niet in het verzoek te treden der Provinciale Synoden, maar zich te wenden tot de Koningin-Regentes met het verzoek, dat aan dergelijke vereenigingen rechtspersoonlijkheid zal worden geweigerd.

Prof. Bavinck is tegen zulk een algemeen verzoek, hij val alleen het eerste deel der conclusie. Dr. Wagenaar ontraadt evenzoo de aanneming der conclusie.

Prof. Kuyper wijst er op, hoe er op eene ander wijze moet worden gearbeid tegen dien bond, men richte in het land een anti-Malthuciaanschen bond op en werke krachtig in op ons volk.

Het slot van de discussie is, dat aan de commissie opgedragen wordt eene andere formuleering te geven.

Op de vraag van Ds. Neijens: is er nu reeds iets positiefs bepaald, waar het praeparatoir examen zal plaats hebben, antwoordt Prof. Rutgers, dat nu de uitzondering, vroeger voor Kampen gesteld, vervallen is, het vanzelf spreekt, dat de toen aangegeven regel ook regel worde voor hen die in Kampen studeeren: n.l. het pra.eparatoir examen door de Classis.

Het zal echter nog in de notalen worden opgenomen.

Thans brengt Ds. Van Goor rapport uit in de zaak van broeder Van Alphen.

De conclusie luidt: ie niet terug te komen op het ontslag van den heer J. van Alphen.

2e. Terugkomende op het vroeger besluit der Synode, spreekt de Synode uit, dat het ontslag moet beschouwd worden salvo honore. 3. Deze besluiten te plaatsen in de Acta en te zenden aan den heer Van Alphen en de kerken te Soerabaija en Batavia.

Alzoo wordt besloten.

De vergadering wordt door den praeses met dankzegging gesloten, en wordt verdaagd tot Dinsdag i Sept. 's morgens 9 uur.

J. D. V. D. VELDEN.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 6 september 1896

De Heraut | 4 Pagina's

Officieele Berichten.

Bekijk de hele uitgave van zondag 6 september 1896

De Heraut | 4 Pagina's