GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Ingezonden.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ingezonden.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Gaarne verkenen we een plaats aan dit bezielde schrijven van Br. Jansz uit Salatiga.

„Een ScliaiKlvIek der Natiën."

Onder dezen titel gaf De Standaard van den iien September jl. een degelijke beschouwing over de jammerlijke flauwhartigheid der Europeesche mogendheden, '' die' ze nog altijd doet aarzelen met afdoende maatregelen tusschenbeide te komen in de gruwelen die onder het oog en met goedkeuring van den Sultan van Turkije plaats hebben ten opzichte van de diep beklagenswaardige Armeniërs.

Wel is die flauwhartigheid tegenover een weerloos volk van mede-Christenen een schandvlek op de koninklijke en keizerlijke majesteit; op geheel Europa; op.de Christenheid, en dat recht in het aangezicht van het Mohammedanisme! Wat moeten nu de Heidensche en Mohammedaansche volkeren, aan wie. het Evangelie verkondigd wordt, van de kracht en den zegen van dat Evangelie denken en zeggen! Tegen den slavenhandel wordt met eenige (mocht het eens worden met volle!) kracht geageerd; maar waar het geldt mede-Christenen uit de klauwen van een Mohammedaansch monster te bevrijden, durft niemand van die majesteiten een vinger uitsteken! sHet Europeesch concert mocht er schade bij lijden!" Maar zien die machten dan niet in, dat haar zoo gevierd »Europeesch concert" blijkbaar niet anders dan in naam bestaat? Ach, het is geen druppel van de stroomen bloeds waard, die er voor opgeofferd worden! Wanneer inderdaad de majesteit van Hem bij wiens gratie zij regeeren, op hen rustte, ze zouden er anders over denken!

Een ernstig doorgezette poging, om de Armeniërs voor goed te helpen, zou geheel Europa in vlam zetten en een bloedbad veroorzaken veel erger dan daar ginds voort-alt." Zoo redeneert gij, vorsten van Europa. Wat bewijst dat ? Dat gij niet erkennen wilt dat Christus de Opperheer van u allen is, en gij het bestuur over de wereld niet aan Hem durft overlaten. Derhalve dat gij, koningen en keizers, Christenvorsten, opstandelingen zijt tegen uw wettigen Oppervorst, die met zijn eigen bloed de regeering over de wereld zich verworven heeft tot redding van zondaren, ook van u, terwijl Hij dit Zijn voorbeeld ook voor u ter navolging heeft nagelaten. Op wiens last hebt gij den gruwel der verwoesting, uw oorlogsmateriaal, in zoo ontzettende mate versterkt, dat gij nu zelf terugschrikt voor het denkbeeld dat die moordkrachten tegen elkander in werking zouden komen r Niet'uwHeer en Meester heeft u dat bevolen. Tegen Zijn heilig gebod der liefde in houdt gij honderdduizenden en millioenen uwer onderdanen tot kanonnenspijs gereed, in plaats van uwe; kracht te zoeken in Zijn waarheid en Zijn recht, waarin gij niets wezenlijks zoudt te vreezen hebben van eenigen vijand, van welke zijde ook. Waar gij zoo uwe kracht en veiligheid zoekt in toebereidselen tot moorden en verwoesten, spreekt het wel vanzelf, dat uw eigen geweten u zegt dat gij 't niet waardig zijt de redders van'dat arme, vermoorde volk te worden.

Indien gij (ware 't ook maar één van u, de kleinste uit uw midden) naar uw heiligen plicht, in Christus' Naam, de hand tot redding hadt uitgestoken, het ware u met eere'gelukt; en de gansche Christenheid zou er zich in verblijd hebben en God hebben geloofd en geprezen; en de Islam had door u geleerd te beven voor den Redder der verdrukten, die »den verdrukker zal verbrijzelen" en straffen zal ook allen, die zich met den booswicht medeplichtig maken. u door de macht hun gegeven niet aan te wenden om hem zijn moorden te beletten. Maar nu, wat spreekt gij van een sEuropeesch concert", zoolang gij het zelfs niet eens kunt worden voor zulk een noodige en heilige zaak! Dat J concert" kan alleen bestaan, wanneer gij allen te zamen u nederig onderwerpt aan Christus' heerschersstaf, en Zijn Geest u allen er toe leidt, om in Zijn Naam en kracht te zamen een verbond te sluiten tot het volgen van Zijn gebod en leer.

»Gij zijt het zout der aarde", sprak de Christus tot zijn-ï volgelingen; ook totj u. Christenvorsten ! is het gesproken. Er is veel over ge twist, of wezenlijk zout ook inderdaad smakeloos zou kunnen worden. Met die vraag hebben wij eigenlijk niet te maken. Dit is gewis: het hemelsche zout, het Woord Gods, hetwelk ieder, die er door bezield wordt, tot bederfwerend en smaakgevend zout maakt, verliest zijn zegenende en heUigende kracht nooit. Het aangehaalde woord des Heilands wil zeggen, dat wie Hem volgen, doortrokken van dat kostbaar zout, het zout in zijn waarde hebben te vertegenwoordigen. Wie nu, zich Christen noemende en als zoodanig gedoopt, de kracht van dat zout verloochent en niet naar en in die kracht zijn handelingen regelt, die beantwoordt niet aan zijn roeping, is smakeloos zout en »deugt nergens meer toe, dan om buiten geworpen en van de menschen vertreden te worden." En o Christenvorsten! zelfs daarmede zoudt gij er nog niet van af zijn: de smaad die u treffen moest is, door uw flauwhartigheid, voor 't oog van Islam en heidendom op het Evangelie neergekomen; en dat zult gij hebben te verantwoorden voor Gods gericht. Daarbij worde wel bedacht, dat over u dat gericht aanvankelijk reeds moet komen in den tijd dezer aardsche bedeeling, dus voor het oog van alle dan nog bestaande natiën; want in het eindgericht zijn uwe natiën als zoodanig niet bekend, alleen de enkele personen, hetzij ze hier onderdanen of regeerders waren. Er is dus groot gevaar dat, deels door uwe ongehoorzaamheid, de Christenheid haar toonaangeving en heerschappij in de wereld zal verliezen, en die aan andere volken zullen gegeven worden.

Mongolen en Japaneezen laten reeds vrij wat teekenen zien die stof tot ernstige bedenking geven; terwijl aan de andere zijde zoogenaamde «godsdienst-congressen" en het prospectus ter invoering van een opgerakeld Grieksch heidendom in het moderne Babyion reeds hun deel aanbrengen ter ontluistering van het dierbaar en zegenrijk gebleken Evangelie! Hoevelen reeds geven aan het Boeddhisme de voorkeur boven de Goddelijk schoone Leer des Kruises! Welnu, zou het dan bevreemden, zoo de Rechtvaardige de wereldheerschappij van de Christenen op de Boeddhistische volken deed overgaan ?

Hoe zou u en ons dat smaken r Temeer zou dat rechtvaardig blijken, nu de Christenvorsten en - volken zelf toonen hoezeer de kracht van het zout des Evangelies in hen verslapt is, zoodat ze het dulden, dat een volk uit hun midden onrechtvaardiglijk wordt vertrapt, vermoord en uitgeroeid!

Nogmaals, wat spreekt men van een sEuropeesch concert, " waar elk uwer vraagt naar eigen iselang en eigen grootheid, en de een den ander wantrouwig aanziet en zich tegen hem tot de tanden toe wapent voor 't geval dat die ander zich misschien iets zou aanmatigen, wat zijn medevorsten hem niet gunnen! Liever treure men over jammerlijke verdeeldheid vol onopgeloste dissonanten, doordat elk zijn eigen meester wil zijn en niemand zich onvoorwaardelijk onderwerpt aan den volmaakt goeden wil van den Vorst aller vorsten, , den waren Vrede-Koning! Is het u waarlijk te doen om dat sconcert", o, sluit dan harten en handen in"; en tot een hecht verbond in Christus, om naar zijn leer en voorbeeld in de kracht der Goddelijke liefde overal' en altijd recht en waarheid voor te staan.

Christenvorsten! bedenkt, eer het te laat is, wat uw heilige verphchting is en wat tot uw best en tot heil uwer onderdanen dient! Armenië moet gered: het behoort mede tot de kudde van den Goeden Herder, die er Zijn heilig leven voor gaf op het kruis. Het geheele volk moet bevrijd van de beestachtige en moordzuchtige dwingelandij van den Sultan; die dwingelandij over uwe mede-Christenen moet gefnuikt en belet; en dat geschiedt niet door een serie van nota's, die naar de snippermand gaan, en evenmin door een vloekwaardige Staatkunde, die niet op waarheid en recht, maar op eigenbelang en geveinsdheid gegrond is. Het kan alleen geschieden door een ijzeren hand die in Gods Naam en kracht den dwingeland dwingt naar rede te luisteren. Dat is van Godswege uwe taak, Christenvorsten in Europa! Daarom behoort ook gij tot degenen die door uw Heer en Gebieder tot het zout der aarde werd bestemd.

Daartoe bekleedde Hij., de Christus, u met macht om te regeeren en te gebieden, waarlijk niet opdat gij elkander zoudt aangrimmen of bestoken, maar wel, opdat gij in Zijnen Naam verdrukten zoudt redden en beschermen en de verdrukkers zoudt leeren den Leeuw van Juda te vreezen, of ook zij mochten bekeerd en behouden worden. Wanneer gij uw plicht doet in volle gehoorzaamheid aan Gods gebod en in Christus'' Naam., hebt gij niets te vreezen. Laat wat er dan uit geboren kan worden, gerustelijk over aan Christus' albestuur. Hij weet beter te regeeren en beter vrede te maken en te bewaren, dan de bekwaamste uwer en dan gij allen te zamen. Wat gij naar eigen verkiezing doet, komt voor uwe rekening, met al de kwade gevolgen van dien; wat gij op Zijn last volvoert in 't geloof, daar zal Zijn onbegrensde macht voor zorgen, dat het ten goede werkt; en dat goede wordt u bovendien als een genadeloon geschonken. Daarom nog eens: handelt en regeert naar Zijn gebod en in Zijnen Naam; en Hij zal u wijsheid geven en u bijstaan en helpen, zelfs ook om goed te maken, wat gij reeds in zulk een mate en zoo schandelijk bedorven hebt, Doet gij dat nu nog, voorwaar, gij zult met blijden dank ondervinden, wat heerlijken zegen het door Zijne goedertierenheid en vergevende genade aan u en uwe regeeringen zal aanbrengen,

Geloott het toch: de wereldvrede en de vrede van Europa zijn aan Zijne handen oneindig beter toevertrouwd dan 'aan de uwe, ook al maaktet ge te zamen het meest harmonieus concert uit, dat zich denken laat. En gij kunt tot dien vrede medewerken, alleen door in alles aan Zijn gebod te gehoorzamen zooals de Bijbel het u leert kennen en de Heilige Geest het u zal leeren betrachten, Doet dat, en uw vrede zal bevestigd zijn; uwe volkeren zullen er u voor danken, en uw loon zal groot zijn, tijdelijk en eeuwig,

P, JANSZ,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 27 december 1896

De Heraut | 4 Pagina's

Ingezonden.

Bekijk de hele uitgave van zondag 27 december 1896

De Heraut | 4 Pagina's