GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Roomache Critiek.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Roomache Critiek.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Toen onlangs de Vrije Universiteit hoogst moeilijke dagen doorleefde, doordien ze geplaatst werd voor de pijnlijke keuze, om óf haar beginsel te verzaken, óf een gevierd en waardgeschat man haar te zien verlaten, heeft de Roomsche pers door enkele harer organen gemeend over deze huishoudelijke aangelegenheid onzer Gereformeerde Hoogeschool een min guustig oordeel te moeten vellen.

In het algemeen trok ze, voorzoover ze zich uitliet, partij voor den dissentieerenden hoogleeraar en tegen de Stichting. Met name het Centrum zag, voor zooveel Dr. Schaepman in dit blad zijn licht ontstak, veel karakter bij den dissentieerende, niets er van bij de Universiteit, die liever het zwaartste offer bracht, dan haar beginsel los te laten.

Begrijpelijkerwijze heeft deze houding der Roomsche pers bevreemding gewekt.

Immers de strijd voor het Vrije Onderwijs, op lager, middelbaar en hooger terrein, is ook haar strijd, en indien er ééne richting is, die bij dien strijd zich in een vast en beleden beginsel heeft vastgezet, dan wel de Roomsche.

Zij strijdt nooit anders dan voor Roomsck lager, Roomsch middelbaar en Roomsck hooger onderwijs.

Zoo natuurlijk als het dan ook was, dat bladen als het Handelsblad niets van de eigenaardige levensvoorwaarde van een hoogeschool, die van een historisch beginsel uitgaat, verstonden, zoo opzienbarend was het gelijke onaandoenlijkheid bij schrijvers van Roomsche belijdenis te vinden.

Niet dat we hun het leedvermaak over dezen Calvinistischen tegenspoed misgunnen.

Doch hierin hadden ze volop kunnen genieten, zonder deswege de formeele overeenkomst tusschen de eischen van hun eigen beginsel met het onze, en de historische overeenstemming tusschen eigen weervaren en ons ongeval uit het oog te verliezen.

Het had daarom op hun lijn gelegen, om het feit zelf, dat de Vrije Universiteit liever één harer beste mannen, dan haar beginsel losliet, ook met het oog op de historie van gelijksoortige Roomsche moeilijkheden te eeren; de vraag, of er afwijking van het beginsel was, als buiten hun competentie vallende, aan de Stichting zelve ter beantwoording te laten; en voorts den dissentieerenden hoogleeraar toe te juichen in zooverre hij met hen in de oppositie tegen het historische Calvinisme, ten deele althans, meeging.

Dit ware een gedragslijn geweest, gelijk eigen positie die voorschreef, en, indien men zich althans met ons weêrvaren wilde inlaten, voor Rome zelf het veiligst was.

Immers de historie weet er op alle manier van te verhalen, hoe Rome zelve in allerlei landen met soortgelijke dissentieerenden, ver van malsche moeilijkheden ondervond, en hoe men ook van die zijde, ten slotte geen anderen uitweg zag, dan om beginselen boven personen te stellen.

Ook bij dien strijd was het dan wel vaste usantie, dat men de dissentieerende geleerden, die volhielden, prees en loofde om hun vastheid van karakter; edoch dat deden dan tiiet de Roomsche scribenten, maar eenerzijds de Joodsche en anderzijds de antipapistische pers, tenvijl mannen van rijper oordeel als hun gevoelen uitspraken, dat zeer zeker hooglijk te eeren was het karakter van den man die liever ging, dan dat hij anders zou spreken dan het in zijn hart was; maar dat niet minder hoog stond het karakter van een kerk, een stichting of vereeniging, die liever het zwaarste ofier bracht en den meest krenkenden smaad zich liet aanwrijven, dan dat ze om een ersoon te behouden, haar belijdenis, haar beginsel, en de eere harer roeping prijs gaf.

Dat we deze Roomsche critici hierop niet eerder wezen, was omdat we op den uitkijk stonden, of soortgelijke moeilijkheid zich niet ook op het Roomsche erf op­ nieuw zou voordoen.

Met zulk een concreet geval voor oogen zou de zönderlingheid der van die zijde gegeven critiek duidelijker in het oog springen. Welnu, zulk een geval deed zich thans voor.

Aan de Roomsche Universiteit te Washington was Dr. Keane rector, en van hem ging op deze Stichting een invloed uit, die in de oogen der bons Catholiques geen genade kon vinden.

Dr. Keane was geestverwant van bisschop Ireland, den leider der Amerikaansch-Roomsche partij, die in onderscheidene vraagstukken een gedragslijn volgt afwijkend van wat de Curie wenscht.

wat de Curie wenscht. De Roomschen van den ouden stam, die in Amerika gewonnen en geboren zijn, bepleiten namelijk tegenover den Staat en tegenover de Amerikaansche maatschappij een reeks van denkbeelden, die indruischen tegen de Ultramontaansche overtuiging, die in de lersche en andere landverhuizers hun tolken vinden.

hun tolken vinden. Op dit geschil zelf gaan we nu niet verder in. Genoeg dat Dr. Keane in het oog der Curie voor het gaan der Roomsche Universiteit in goede richting gevaarlijk scheen.

En wat is toen geschied?

De Roomsche legaat heeft naar de Zevenheuvelen-stad gerapporteerd. Te Rome is de overtuiging verkregen, dat er gehandeld behoorde te worden. En kort daarop ging een bevel van Rome naar Washington uit, dat de rector Dr. Keane de Roomsche Universiteit verlaten moest.

Want wel heeft men de pil verzilverd.

Dr. Keane is zelfs naar Rome geroepen, daar in een eerepost in den Vaticaanschen staf opgenomen, en Dr. Keane heeft zich gevoegd.

Juist echter de Ultramontaansche pers in Amerika spreekt het duidelijk uit, dat men zich hierdoor niet moet laten blinddoeken; dat Dr. Keane wel terdege om zijn dissentieerende meeningen is losgelaten; ja, zelfs dat het bij de verwijdering van Dr. Keane niet blijven kan; dat het kwaad nog bij een tweeden geleerde schuilt, en dat, om de Universiteit te redden, ook deze óf zwenken moet, óf moet gaan.

In beoordeeling treden we hier niet. We wijzen slechts op het gelijksoortige van het feit.

Een gelijksoortigheid die zich vanzelf moet vertoonen bij elke universitaire Stichting, die zich in haar statuten aan historische gegevens bindt.

Alleen wilden we aan het Centrum, en andere organen, die zich in ons geding mengden, dit Amerikaansch geval voorleggen, met de vraag, of ze niet formeel in de Curie goedkeuren, wat ze in formeel gelijk geval afkeurden in de Vrije Universiteit?

In de materieele quaestie treden we na tuurlijk niet.

We bepalen ons tot het formeele, voor beide gelijk is. dat

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 januari 1897

De Heraut | 4 Pagina's

Roomache Critiek.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 januari 1897

De Heraut | 4 Pagina's