Kerkelijke goederen.
De actie tegen het Synodale voorstel, om het Beheer der kerkelijke goederen onder de Haagsche Synode te brengen, neemt toch iets breeder proportie aan, dan het eerst scheen, zóó zelfs dat het zeer te bezien staat, of het plan door zal kunnen gaan.
Het kan zeer wel gebeuren, dat het voorstel ten slotte nog verworpen wordt. Toch zal er alles van afhangen, op wat wijs het voorstel bestreden wordt.
Wordt het alleen zijdelings, en m& tprincipieel bestreden, dan komt een gelijksoortig voorstel onverwijld daarna weer aan de orde. Bij die tweede behandeling zal de tegenstand afgemat zijn. Misschien wordt het ook dan nog verworpen, maar dan toch stellig met al kleiner meerderheid. En het eind van den weg der teleurstelling kan geen andere zijn, dan dat het er eindelijk doorgaat.
De methode van de zaag.
Bestrijdt men het dia.3ixtnt& g& nprincipieel, dan zal het verloop tegenovergesteld zijn. Dan zal bij elke nieuwe behandeling de tegenstand aan kracht winnen. Dan zal de Synode zelve worden afgemat. En dan zal het eind wezen, dat ze door haar eigen voorstel haar eigen organisatie in gevaar ziet komen.
Juist echter van dat principieel merken we nog niets. verzet
Er wordt formeel gestreden, en beweerd, dat de Synode geen zeggenschap over het Beheer heeft, en er ook niet aan kan komen.
En ook wordt er van den kant é-ox kerkvoogdijen beweerd, dat de kerkvoogdijen zelfstandig moeten blijven, en niet onder den kerkeraad kunnen staan.
Beide beweringen nu hebben ongetwijfeld zekere kracht, maar ze gaan óf van geen, óf van een verkeerd beginsel uit.
Een kerkvoogdij, als een macht tegenover den kerkeraad, is in de kerk van Christus eenvoudig een onding.
Zeker, de kerkeraad moet niet de macht bezitten om de kerkvoogdij tot roekelooze uitgaven te dwingen. Bij alle beheer van kerkelijk goed moet men steeds bedenken, dat niet enkel het thans levend geslacht, maar ook alle komende geslachten, er profijt van moeten hebben.
Maar elke zelfstandige macht van kerkvoogdijen was altoos, en zal steeds blijven, een materialistische macht, die het geestelijk karakter van Christus' kerk schade toebrengt. En juist tegenover dat kerkvoogdijenverzet trekt de Synode aan het geestelijke koord en daarom aan de langste lijn.
Daarom hopen we nog altoos, dat de Gereformeerden, die ook in de Hervormde kerk nog altoos zeer talrijk zijn, de zaak principieel zullen aanvatten.
Zij alleen kunnen dit, omdat zij het in beginsel volkomen met ons eens zijn, dat de Synodale organisatie, als belichaming van het collegiale kerkrecht, in Christus' kerk niet op den duur te dulden is.
Zij kunnen inzien, en het de gemeente duidelijk maken, hoe het overbrengen van het Beheer bij de Synodale Overheid dat collegiale kerkrecht, en daarom de Synodale organisatie, ten slotte zoo muurvast zal grondvesten, dat er geen verwrikken meer aan is.
En zij zijn het derhalve, die juist van uit Gereformeerd standpunt zich principieel verzetten kunnen tegen de poging, om den laatsten waarborg, die nog aan de gemeente voor de toekomstige herwinning van haar recht gegeven is, voor altoos te vernietigen.
Zelfs is het hun geraden.
Er komen toch voor de Gereformeerden in de Hervormde kerk welhaast bange dagen, als dra de Synode om zal zijn, en de Ethischen heel het genootschap naar hun hand zullen zetten.
Want dan natuurlijk zullen zij het [zich te laat beklagen, dat ze deze laatste gelegenheid om voor de rechten der gemeente op te komen, ongebruikt hebben laten voorbijgaan.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 20 juni 1897
De Heraut | 4 Pagina's