Geëerde Redactie!
Naar aanleiding van hetgeen u schreef in uw voortreffelijk hoofdartikel van Zondag 9 Maart, zij het mij vergund, op te merken, dat u een weinig de status quaestionis uit het oog verliest.
U had in het algemeen, zonder restrictie, beweerd : een goed Roomsche ontkent 1". dat God de contingente menschelijke acten van eeuwigheid heeft gedecreteerd, en 2". dat Hij in den tijd in dat contingente werkt. Speciaal tegen die bewering heb ik geprotesteerd; want het is een feit dat alle goede Roomschen het tegendeel leeren.
Alleen aangaande den modus qua van dit goddelijke besluit en die goddelijke inwerking bestaat verschil. Hieromtrent zijn er goede Roomschen het noch met u noch onder elkander eens, hetgeen u in uw artikel zeer naar waarheid heeft uiteengezet, maar wat ik u in mijn brief ook volmondig had toegegeven. Doch dit is een zaak van minder belang. Hoofdzaak is, dat de misvatting, die ik in uw vorig artikel meende ontdekt te hebben, hersteld is. Ik breng hiervoor gaarne hulde aan uwe waarheidslievendheid en noem mij, geëerde Redactie, met ware hoogachting.
Uw dw. Dnr.,
Q. N.
Amsterdam, 9 Maart I902.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 16 maart 1902
De Heraut | 4 Pagina's