GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een buitengewone Synode.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een buitengewone Synode.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Met opzet heeft de Heraut zich dusver onthouden van een bespreking van hetgeen te Arnhem inzake de opleiding is geschied.

De besluiten der Synode waren duidelijk genoeg en behoefden geen commentaar. Te jammeren over het feit, dat de zoo vurig gewenschte eenheid van opleiding niet verkregen werd, baatte even weinig als een juichkreet over de besliste voordeden, die de thans geëindigde worsteling aan de Vrije Universiteit bracht. Met napleiten komt men geen stap verder. En al wat de broederen prikkelen kon, moest als contrabande worden geweerd.

Nu echter van verschillende zijden in de pers en op kerkelijke vergaderingen wordt aangedrongen op hetsaamroepen eener nieuwe Synode, die nogmaals het vraagstuk der opleiding terhand neemt en zoo mogelijk het te Arnhem aangenomen Concept-Bavinck-Rutgers effectueert, mag de Heraut niet langer het stilzwijgen bewaren. Te minder, omdat reeds publiek het vermoeden werd uitgesproken, dat deze actie van de Vrije Universiteit uitging en het haar toeleg was, om de vereeniging der beide scholen desnoods met stemmenmeerderheid te forceeren.

Deze gedachte is ten eenenmale onjuist. Wat in Kerkbodes en kerkelijke vergaderingen desaangaande geadviseerd werd, stond met de Vrije Universiteit in geen het minste rapport. En men zal wel doen met ook in de toekomst niet alles wat door ons bevriende organen geschreven wordt, als uiting van hetgeen de kring der Universiteit wenscht, aan te zien. Wanneer de Vrije Universiteit behoefte gevoelde om in deze omstandigheden een beslist advies te geven, dan zou zij dit door middel van haar eigen hoogleeraren doen.

Niet als orgaan van de Vrije Universiteit, maar als kerkelijk blad wenschen wij daarom de vraag te bespreken, of het saamroepen eener buitengewone Synode een doeltreffend middel kan zijn om aan de moeilijkheden, waarin onze kerken thans verkeeren, een einde Ie maken.

Wij stellen daarbij voorop, dat het saamroepen van zulk een Synode zeker niet in strijd is metgeen de Generale Synode te Arnhem besloten heeft. In afwijking van hetgeen tot dusverre regel was, heeft deze Synode bepaald, dat de roepende kerk machtiging verkreeg een buitengewone Synode saam te roepen, wanneer dit door twee Provinciale Synodes werd verlangd. De Synode stelde dus zelve de mogelijkheid, dat zulk een buitengewone Synode noodzakelijk zou kunnen zijn. En wie voor zulk een buitengewone Synode ijvert, is formeel volkomen in zijn recht.

De vraag kan dus alleen zijn, of zulk een buitengewone Synode profijtelijk is voor de kerken zelve; m. a. w. of zulk een Synode eenige kans biedt, dat onze kerken uit de impasse komen, waarin ze zijn geraakt. Een da capo van wat te Arnhem geschied is, wenscht niemand. Het zou niet alleen tijd-en geld-verspillen zijn, maar het zou de eere onzer kerken te na komen, wanneer een nieuwe Synode na een vruchteloos debat van wekenlang tot dezelfde uitkomst leiden moest. We zouden daarmede een aanfluiting worden voor de wereld, die reeds nu den spot drijft met een Synode, die wel besluiten neemt, maar deze besluiten niet durft uitvoeren.

Nu liet op zichzelf zeer zeker het geval zich denken, dat de kerken, wier afgevaardigden op de Arnhemsche Synode weigerden zich met het besluit der Synode te conformeeren, deze houding hunner afgevaarden afkeurden en wel bereid waren met het voorstel-Bavinck-Rutgers mee te gaan. Op vroegere Synodes he ft men zelfs wel eens den regel gevolgd, om afgevaardigden, die weigerden met een Synodaal besluit mee te gaan, eenvoudig naar huis te zenden en de kerkelijke vergaderingen, die hen deputeerden, gelast andere afgevaardigden te zenden. Indien dan ook na afloop der Generale Synode de kerken in Groningen, Overijssel, Noord-Brabant, Limburg en Zeeland terstond de classicale vergaderingen hadden saamgeroepen en op haar verzoek twee Provinciale Synodes de kerk van Utrecht hadden uitgenoodigd een nieuwe Synode uit te schrijven, dan zouden wij in dezen loop der zaken ons van harte verblijd hebben, en deze nieuwe - Synode had dan met voldoende eenparigheid het Arnhemsche besluit kunnen uitvoeren.

Want wel is de opmerking hier en daar gemaakt, dat door de motie van Schelven het aangenomen Concept-contract voor goed van de Synodale tafel is en een nieuwe Synode met dit voorstel Bavinck-Rutgers zelfs niet rekenen mag, maar deze opmerking snijdt o. i. geen hout.

Ze zou juist zijn, wanneer dit voorstel een voorstel gebleven ware en in den loop der discussie, hetzij door de voorstellers zelf, hetzij door een motie der vergadering, van de Synodale tafel was afgenomen; het maakte dan geen „voorwerp van beraadslaging" meer uit en alle verdere discussie over dit voorstel ware ongeoorloofd. Maar zoo was de loop der zaken niet. Hoewel de voorstellers na de behandeling der artikelen uitnemend goed wisten, dat de minderheid in haar obstructie zou volharden, en de uitvoering van het besluit daardoor onmogelijk zou worden, hebben zij toch de Synode bij eindstemming over het voorstel laten beslissen, opdat het ingediende voorstel niet langer als hun voorstel, maar als besluit der Synode zou worden geboekt. Daardoor werd het een daad der Gereformeerde Kerken, die niet meer ongedaan te maken is. Geen daaropvolgende motie is ooit in staat de moreele beteekenis van zulk een wettig genomen besluit te verzwakken. Het feit blijft, en daarin ligt de beteekenis van deze daad ook voor de toekomst, dat de Gereformeerde kerken in Synode vergaderd verklaard hebben; i". dat de vereeniging der beide scholen, om tot eenheid van opleiding te komen, dringend gewenscht was; 20. dat de kerken in de zedelijke verplichting, die uit het beding in 1892 aangegaan voortvloeide, geen beletsel zagen om de vereeniging tusschen de beide scholen tot stand te brengen op de wijze, die in dit besluit aangegeven werd.

De motie-van Schelven heeft dit gewichtige besluit niet te niet gedaan, maar alleen geconstateerd, dat het wegens de oppositie der minderheid niet uitgevoerd kon worden. Waar tot de aanneming dezer motie zoo geheel verschillende motieven hebben meegewerkt, daar mag deze motie zeker niet uitsluitend beoordeeld worden naar de intentie van den voorsteller of naar een woordenwisseling, die tijdens de discussie plaats greep. Bindend is alleen de inhoud dezer motie, die door de meerderheid aangenomen werd. En in deze motie wordt met geen woord gezegd, dat het van te voren genomen besluit nu te niet werd gedaan of nooit meer aan de orde mocht komen. Er staat alleen, dat de „Synode het niet raadzaam achtte onder de gegeven omstandigheden de vereeniging der beide scholen tot stand te brengen." Uit deze motie zelf volgt dus veeleer, dat wanneer de omstandigheden veranderen, de zaak opnieuw aan de orde kan worden gesteld. Het zij dan in 'den vorm van het aangenomen Conceptcontract of op soortgelijke wijze.

Nu is de tijd, die na de Arnhemsche Synode verliep, zeker nog te kort om een oordeel te vellen over de vraag, of de gezindheid der kerken veranderd is. De meeste classicale vergaderingen kwamen nog niet saam. De mogelijkheid is daarom nog niet buitengesloten, dat de precaire toestand, waarin de Theologische School verkeert, de oogen opent voor het gevaar, waarin juist de voorstanders der School haar gebracht hebben, en er alzoo een gemeenschappelijke actie komt, om een nieuwe Synode saam te roepen. Deze Synode zal dan geheel vrij zijn. Aan de besluiten harer voorgangsters is geen Synode ooit in absoluten zin gebonden. Ze kan het reeds aan» genomen besluit der Arnhemsche Synode opnieuw bekrachtigen en uitvoeren, maar ze kan even goed dit besluit wijzigen. Alles hangt daarbij af van de omstandigheden, die zich dan zullen voordoen, en daarover valt vooruit niets met zekerheid te zeggen.

Voorzoover men thans oordeelen kan, wijzen de teekenen der tijden echter niet naar een dergelijke bevredigende oplossing heen. Het thans openbaar gemaakte manifest van het Utrechtsche comité getuigt allerminst, dat men tot verzoening bereid is. Veeleer schijnt alles er op te duiden, dat men in de kerken een bond organiseert, om zelfs al besloot een nieuwe Synode de Theologische School met de Vrije Universiteit te vereenigen, dan toch de School in stand te houden als „eigen inrichting" van een deelétr kerken. Nu dit plan, dat reeds lang in het geheim broedde, zekere publiciteit erlangde, is de toestand geheel veranderd en dringt zich almeer de vraag op, of de oplossing van dit vraagstuk niet in een geheel anderen weg moet gezocht worden. Een contract, waarbij de Vrije Universiteit zoo belangrijke concessies te doen heeft, zou sans rime ni raison zijn, wanneer de beoogde eenheid van opleiding daardoor ten slotte toch niet verkregen werd.

Zonder daarom thans reeds beslist ons oordeel uit te spreken, schijnt het ons niet op den weg der Vrije Universiteit te liggen, om op het bijeenroepen eener buitengewone Synode aan te dringen. Indien er een actie in die richting komt, moet ze normaal uitgaan van de kerken, en wel inzonderheid van die kerken, die dusver tegen de vereeniging der beide scholen zich hebben verzet, en daardoor de uitvoering van het Arnhemsche besluit hebben belet.

Een geheel andere vraag is natuurlijk of curatoren en deputaten, door de Generale Synode aangewezen om hoogleeraren aan de Theologische School te benoemen, de verantwoordelijkheid op zich durven nemen, verbonden aan de vervulling van de drie vacatures, die straks aan de Theol. school zullen ontstaan.

Gelijk vanzelf spreekt, zullen wij ons echter in deze teedere zaak van elk ongevraagd advies onthouden. Het ligt zeker niet op den weg der kerkelijke pers, om aan deze mannen voor te schrijven, hoe zij te handelen hebben. De Generale Synode schonk hun een post van groot vertrouwen, en zij zullen naar plicht en geweten hun voorschrijft hebben te handelen. Hun beslissing kan met gerustheid worden afgewacht. Eerst nadat deze deputaten, die 31 October saamkomen, een besluit genomen hebben, zal er helderheid in den ingewikkelden toestand komen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 19 oktober 1902

De Heraut | 4 Pagina's

Een buitengewone Synode.

Bekijk de hele uitgave van zondag 19 oktober 1902

De Heraut | 4 Pagina's