Met welk recht?

Ds. Gispen gaat voort met in De Bazuin zijn jeugdigen ambtgenoot te onderwijzen.

In zijn laatsten brief wordt door hem zeer geijverd tegen het bijeenroepen eener buitengewone Synode.

Om zijn jeugdigen ambtgenoot al het nuttelooze van zulk een poging te doen inzien, deelt hij hem mede, dat het zeer de vraag zou geweest zijn, of de Vereeniging van H, O. het voorstel der Arnhemsche Synode wel zou hebben aangenomen. En althans nu de Theologische faculteit weer volledig bezet is, behoeft er volgens hem niet aan gedacht te worden, dat de Vereeniging afstar.d zou willen doen ten bate van de Kerken van haar souvereiniteitsrechten over de Theol. faculteit.

Moge wij vragen, met welk recht Ds. Gispen deze dingen aan zijn jeugdigen ambtgenoot verkondigt.'

Tot dusverre wist niemand, dat Ds, Gispen een officieel mandaat had om n e mens de Vrije Universiteit of de Vereeniging voor Hooger Onderwijs te spreken.

Laat ons daarom officieel mogen meedeele, dat de Vereeniging voor Hooger Onderwijs sinds Juni niet weder vergaderde; dat in haar midden het voorstel Bavinck-Rutgers niet eens besproken is en dat al deze veronderstellingen geen anderen oorsprong hebben dan het wel eens wat al te fantasierijk brein van Ds, Gispen.

Indien men oordeelt dat een buitengewone Synode geen nut kan stichten, dan verkondige men dit vrij. Maar men gebruike hiervoor geen argumenten, die niets dan onderstellingen zijn en waarmede men, zij het dan ook onwillens, een zeer leelijke blaam werpt op de Theologische hoog-Iceraren der Vrije Universiteit.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen