GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Rinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Rinderen.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

STOKOUD EN ZESTIEN JAAR.

EEN NIEUW LEVEN.

XXII.

Het was goed, dat de leeraar, die zoo te rechtertijd tot den ouden man was gekomen, hem in zijn angst en radeloosheid helpen kon, d. w. z. den weg wijzen, om nog te geschikter tijd geholpen te worden.

Want toen Lukas telkens de woorden in zich zelf herhaalde: „Niet liefheeft — een vervloeking, " sprak de predikant:

„Er is nog een ander woord, en dat luidt aldus: Alzoo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eeniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe."

„Zoo ziet gij, er is een vloek voor die den Heere Jezus niet lief hebben, maar een zegen voor die Hem lief hebben, en de weg daartoe is het geloof in Hem. Die dit geloof bezit, zegt met den apostel: Wij hebben Hem lief, omdat Hij ons eerst heeft lief gehad."

Dat scheen den ouden man wonderlijk in de ooren te klinken. Hij herinnerde zich die woorden des Bijbels als klanken uit een ver verleden tijd, maar nu eerst voelde hij er de beteekenis, de kracht van. Doch het was hem alles t: ; groot, te wonderlijk, als hij op zich zelf zag, en hij sprak met droeve stem:

„Zou God ook mij nog liefhebben? Ik ben nu • honderd jaar en heb altijd buiten Hem geleefd, geen lust gehad Hem te dienen. Is voor mij de tijd niet lang voorbij? "

„Zeker hebt ge u zelf van een grooten zegen beroofd, vriend!" zei de dominee; „want het heeft nog nooit iemand berouwd, vroeg den Heere God gezocht, en den Heere Jezus lief gehad te hebben. Doch zoo verdorven en verdwaasd is ons verstand, dat we van nature altijd meenen, dat God te dienen, ons geluk zal verstoren, ja bederven. Maar hoe oud ge ook zijl, ook voor u staat nog geschreven: Nu is het de wel aangename tijd, de dag der zaligheid. God roept u en daarmede heeft Hij Zijn doel. Alleen dit wil ik er bijvoegen: Haast u, om uws levens wil."

Nog vele zulke woorden sprak de leeraar, maar Lukas schudde treurig liet grijze hoofd. Toen bad de predikant met hem, en zei daarna:

„Ik hoor dat ge nog lezen kunt, zelfs ionder bril. Lees nu eens na in den Bijbel wat ik u zal aanwijzen; ik kom nog eens terug."

Met schaamte moest Lukas bekennen, dat waai schijnlijk in heel zijn huis geen Bijbel was te vinden.

De bezoeker zei daar niets op, maar beloofde, dat hij er een zou sturen, met de aanwijzing er bij, welke gedeelten de grijsaard nu eerst lezen moest. Ze namen hartelijk afscheid van elkaar, en 't was voor den leeraar verblijdend, van den grijsaard de vraag te hooren:

„Komt ge nog eens spoedig terug? "

De dominee hield woord. Weldra kwam de Bijbel, en voor het eerst misschien wel in vijftig jaar, sloeg Lukas Short het boek weer open, dat hij zoo lange jaren had gesloten gelaten en vergeten. Het was hem als iemand, die na vele dagen het huis weer betreedt, dat hij als kind heeft bewoond, en waarvan hij al de vertrekken nog heel goed kent. Want, gelijk we vroeger zagen, was Lukas met het Woord des Heeren opgevoed; zelfs nu nog kende hij tal van bijbelteksten. Doch des te meer verootmoedigde en drukte het hem, bij het doorbladeren, zoo vele oude bekenden weer te vinden, waaraan hij nooit meer gedacht had. Zijn oude vrienden had hij zich' meermalen voor den geest geroepen, maar niet de woorden Gods. Gelukkig dat, al waren ook die vrienden zeker lang dood, de woorden des Heeren levend en krachtig waren gebleven tot nu toe,

Dat zou ook Lukas ervaren, na zoo langen tijd.

Want wat de woorden van een mensch niet hadden kunnen doen, dat werkte de Geest des Heeren in het hart van den lezer, door het Evangelie. Daarin las hij van den goeden Her der, die het verloren schaap opzoekt, en wederom de vriendelijke uitnoodiging des Heeren Jezus: „Komt tot Mij!" En nogmaals lezende vond hij er, hoe de Heere God getuigt, geen lust te hebben in den dood der goddeloozen, en door den piofeet spreekt: Komt dan, en laat ons samen rechten, zegt de Heere. Al waren uwe zonden als scharlaken, zij zullen wit worden als sneeuw; al waren zij rood als karmozijn, zij zullen worden als witte wol. Ja, de apostel Paulus zegt: Dit is een getrouw woord, en alle aanneming waardig, dat Christus Jezus in de wereld gekomen is om de zondaren zalig te maken, van welke ik de voornaamste ben; maar daarom is mij barmha.tigheid geschied, opdat Jezus Christus iu mij, die de voornaamste ben, al Zijne lankmoedigheid zoude betoonen tot een voorbeeld dergenen die in Hem gelooven zullen , ten eeuwigen leven.

„Mijn woord zal niet ledig tot Mij weder keeren, " zegt God, en dit werd ook waarheid in dezen ouden man. Thans was zijn hart een toebereide aarde geworden en toen het goede zaad er in yiel, schoot het wortel en wies op. Dat ging echter nitt in één dag, msar langzaam, bijna onmerkbaar, doch zeker. En het einde was tot roem van Gods onuitsprekelijke genade, dat hij ontving, gelijk we het beschreven vinden: „Leven, heil en Liefde." — Leven in eeuwigheid, heil om niet uit genade, en de liefde Gods die het hart verblijdt.

Toen de dokter, een week radat de predikart er geweest was, weder eens kwam zien, vond ij den zieke veel beter; twee weken later kon ij zelfs afscheid nemen. Met den geest werd ok het lichaam hersteld, gelijk ieder zag, al egrepen velen nog altijd niet, wat den steeds oo krachtigen man plotseling had doen instoren. Dat het niet „de oude dag" was geweest, ag ieder wel, nu vader Short weer op het veld erscheen en zich roerde als ware hij een 5o jaar onger dan werkelijk het geval was.

Maar scheen de man ook weder dezelfde ls vroeger, toch bespeurde, wie hem van nabij adesloeg wel zeer goed, dat het oude was oorbijgegaan en gelijk de Schrift zegt, alles was ieuw geworden.

Was er vroeger geen Bijbel in huis geweest thans kreeg het boek een eereplaats in de woning van Short, en werd er, wat nogbsterwas, voortaan trouw eiken moigen en avond iu ge lezen, en wel door den groot-en overgrootvader zelf, die daarin trouwens fijn lust en vreugd vond, al viel het vroeger verzuimde niet zoo aanstonds goed te maken. Dat de inwonenden, ook de knechts en meiden zich verbaasden over wat de oude heer deed, begrijpt gij. Doch hij stoorde zich daar niet aan. Onder de kinderen en kleinkinderen was er meer dan een van grootvaders vroomheid weinig gediend, en gaf dit ook niet onduidelijk te verstaan. Dit deed den ouden man hartelijk leed, al moest hij be kennen dat het grootendeels zijn schuld was, dat zijn geslacht niet in de vreeze Gods was opgevoed.

Toch waren er ook verscheidenen die luisteren wilden, als grootvader vertelde wat de Heere aan zijn ziel gedaan had, en die zich met ernst begonnen af te vragen, of het niet goed zou wezen, zijn voorbeeld te volgen en ook den Heere te zoeken, nadat men zoo lang met hem een weg had bewandeld, dien hij nu zelf een weg des doods noemde. Zoo werd ook hier bewaarheid, wat de Heere Christus ons zegt, als Hij uitspreekt dat Zijn komst verdeeldheid zal verwekken onder de menschen. Want de mensch kiest partij voor of tegen den Heiland. Hij zelf zegt het: „Wie met Mij niet is, die is tegen Mij."

CORRESPONDENTIE,

Tj. de Z. te W. — Hierop antwoorden we natuurlijk afzonderlijk.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 november 1903

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Rinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 november 1903

De Heraut | 4 Pagina's