GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

„Dat ze niet uit mijn eigen hart zijn”.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Dat ze niet uit mijn eigen hart zijn”.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

[PINKSTEREN.]

Toen zeide Mozes : Hieraan zult gij bekennen, dat de Heere mij gezonden heeft, om alle deze daden te doen, dat zij niet uit mijn eigen harte zijn. Numeri XVI: 28.

Dat we dingen doen, die niet uit ons eigen hart zijn.opgekomen, is niets ongewoons; voor velen bijna regel.

Wie in dienst is en anderer bevel heeft uit te voeren, kortom, een ieder die te gehoorzamen heeft, kan en mag niet doen .wat eigen zin of lust hem ingeeft, maar moet doen wat een ander bedacht en wil. Zoo doet hij niet wat „in zijn eigen hart opkwam", maar wat opkwam in eens anders hart.

Het scherpst komt dit uit op het oorlogsveld. Hier toch hangt nederlaag of overwinning er aan, dat de soldaten in bet leger eigen inzicht, eigen zin, eigen bedoelen geheel weten te verloochenen, en zich, met slaafsche en stipte gehoorzaamheid, stellen tot uitvoerders van wat hun veldheer wil.

Doch het doen van wat „niet uit ons eigen hart" opkwam, gaat nog veel verder, en ook al is er van plicht tot gehoorzamen geen sprake.

ziet ge toch dag en nacht, hoe verreweg de meerderheid der menschenkinderen handelt onder invloed van anderen, en alzoo niet eigen uitdenksel, maar wat anderen bedacht hebben uitvoeren.

Dat begint onder de schooljeugd reeds, als één iets verzint, zijn plan aan zijn kameraden meedeelt, en hen nu meekrijgt om te doen wat hij bedacht had. En bij al wat er op later leeftijd ondernomen wordt, is er evenzoo steeds één die het bedacht, en uit wiens hart het kwam, en is het zijn plan, dat de overigen helpen verwezenlijken.

Ja, wat nog verder gaat, vrij kan men zeg géD, dat er op elk terrein, in eiken kring leidende personen zijn, die door meerderheid van geest of talent anderer denken en bedoelen helpen ontwikkelen en alzoo beheerschen.'

En al moge het dan waar zijn, dat zulke leidende personen klank en woord gaven aan wat in het hart van duizenden leefde, toch blijft het waar, dat de richting, die zij door hun invloed bepalen, wel ter dege niet het eerst in het hart der menigte, maar in hun hart tot klaarheid kwam.

Dat dit door God zoo verordend en beschikt is, ziet ieder.

Ge hebt u toch maar even in te denken in een toestand, waarin elk mcnsch alleen steeds datgene deed, wat uit zijn eigen hart was opge komen, en er zou immers geen etmaal een saamleven mogelijk zijn. Alle saamwerking zou ondenkbaar zijn geworden, en alle volk zou uiteenspatten.

Het is daarom God de Heere, die de ontvankelijkheid voor anderer invloed in onshart heeft gelegd. Het is evenzoo God, die nu en dan die enkele mannen schept, die, dank zij dien invloed, eenheid aan de saamwerking geven. En het is door deze wondere ongelijkheid dat er én een saamleven mogelijk is, én dat dat saamleven tot ontwikkeling komt, en in idealen zin voortschrijdt.

Zelfs na den dood blijven die saambindende invloeden, zoo ze machtig waren, nawerken. Een man als de Zwijger heeft zijn stempel op heel ons volk gedrukt; en men behoeft de namen van Thorbecke en Groen van Prinsterer maar naast elkander te plaatsen, om terstond te voelen, hoe duizenden bij duizenden hier te lande nog'Steeds, niet door wat „uit hun eigen hart opkwam", maar door hetgeen van die beide corypheén tot hun hart uitging, beheerscht worden. .^ .j ^

Plaats nu in "gelijken zin uw eigen hart niet tegenover het hart van uw medemenschen, maar tegenover het hart van uw God, en ge komt tot dezelfde onderscheiding.

Hier is het niet de legerorde van den veld heer, en niet de geest van een hooger staand persoon, maar het gebod en de wet van uw God, die gehoorzaamheid eischt, en het is de Heilige Geest die op uw geest invloed oefent.

Deedt ge steeds wat uit uw eigen hart opkwam, zoo zou uw doen in den regel zonde zijn, en de eerste eisch van alle Godzalig leven is, dat ge uw eigen wil, d. i. den wil die uit uw eigen hart opkomt, zult verzaken, en den wil van uw God, die niet uit, maar tot uw hart kwam, zult volbrengen.

En juist hetzelfde geldt van den invloed, van de inwerking, die van den Heiligen Geest op uw geest uitgaat.

Slechts moet er op gelet, dat deze inwerking deels een redelijke, deels een mystieke is.

Redelijk is die inwerking, waar ze plaats heeft door het Woord en door de ervaring van uw leven. Dan toch werkt dat Woord en die ervaring op uw inzicht, op uw overtuiging, en dringt alzoo de wil en de zin des Heiligen Geestes in uw geest in, en wordt uw geest er door omgezet.

Maar veel machtiger nog is de mystieke inwerking van den Heiligen Geest.

Iets van zulk een mystieke inwerking kunt ge reeds van mensch op mensch bespeuren. Zeer sterk komt dit uit in de hypnose. Maar sterk ontwaart ge dit ook bij twee personen, die in liefde voor elkaar ontvonkt worden, en ongemerkt elkanders invloed ondergaan

En ook, zij het al minder sterk, ziet ge dit aan den invloed, dien enkele personen reeds door hun verschijning, door hun optreden, door hun oog, door hun stem op anderen uitoefenen; iets wat men biologeeren noemt.

Reken hier nu bij den familiegeest die van vader en moeder zich onder de kinderen vaak voortplant; den invloed die van zangers als Da Costa, en den invloed die op alle gebied van meesters in het vak, oi'gemerkt, in breeden kring zich gevoelen doet, en ge hebt een klare voorstelling hoe reeds van mensch op mensch een inwerking kan uitgaan, die geheel mystiek van aard is.

En toch is dit alles slechts voorafschaduwing van de machtige mystieke invloed, die van en door den Heiligen Geest op Gods kinderen uitgaat.

Machtig is de inwerking van het Woord, machtig is de invloed van den Christus; maar tot op den bodem van het hart dringt deze heilige inwerking toch pas door, dank zij de recht streeksche inwerking van den Heiligen Geest in mystieken zin verstaan.

Die Heilige Geest toch heeft het vermogen in ons hart in te dringen, en dat hart hetzij door aangrijping, hetzij door inwoning te bewerken.

Van die aangrijping ziet ge de treffende voor beelden in de profeten en apostelen. Dan werden deze heilige mannen zóó machtig, zoo diep, zoo overweldigend aangegrepen, dat ze noch spraken noch deden wat uit hun eigen hart was, maar wat de Heilige Geest in hun hart ingaf.

En zij het ook in zwakker mate, toch hebt ge in uw eigen zielservaring telkens en telkens weer die aangrijping ontwaard, als ge de waarschuwende stem in uw binnenste vernaamt, daardoor werd afgehouden van te doen wat in uw eigen hart was opgekomen, en nu spraakt en deedt wat de Heihge Geest u troostend, waarschuwend en vermanend aanried.

Maar veel sterker en machtiger nog is die invloed en die inwerking van den Heiligen Geest in u, zoo de Heilige Geest u niet maar nu en dan aangrijpt, maar woning in u maakt.

Niet alsof de Heilige Geest daarbij uw geest verving en zich voor uw geest in de plaats stelde. Neen, als de Heilige Geest woning bij u heeft gemaakt, dan blijven het twee geesten: uw eigen geest, de geest van uw eigen hart, én de (Jeest van uw God.

Maar het feit is dan, dat die Geest van uw God uw eigen geest inwendig zoo machtig bewerkt, reinigt, heiligt en omzet, dat er nu en dan zelfs volkomen harmonie tusschen uw willen en het willen van uw God wordt bereikt, ja, dat ge den strijd en de tegenstelling niet meer voelt, en geen ander besef hebt, dan als ware wat uit den Geest in u kwam, opgekomen uit uw eigen hart.

Toch is dit slechts schijn.

ïïet is maar, dat de strijd inwendig en onge-merkt is uitgestreden, en dat ge nu eenswillend in uw eigen geest met den Heiligen Geest gemaakt, onder die Goddelijke inspiratie spreekt en handelt

Er zijn ook heel andere geesten, die op uw hart invloed pogen te verkrijgen.

Onder menschen de verleider, onder de geesten de Verzoeker. En zoo ziet ge het telkens, hoe velen in een zonde vallen, die „niet uit hun eigen hart" is opgekomen, mn.ar die in hun hart ingedruppeld is óf door een boos raensch óf door den Booze.

Tegen dit gevaar van verleiding en verzoe king is ons eigen hart uit z'chzelf niet opgewassen. En daarom is de ziel verplicht tegen dit steeds en van alle zijden dreigend gevaar de hulpe te zoeken, die God voor haar besteld heeft.

Hulp onder menschen, hulp onder de geesten, hulpe bij God!

Hulpe onder menschen, door het gezelschap, het verkeer en den omgang te zoeken van wie door Godsvrucht in hun geloof bevestigd zijn. Een reine omgeving, waarin geloof en liefde heerscht, sluit van verleiding en verzoeking af.

Hulpe onder de geesten, door steun te zoeken in „de onverwinbare legermacht, die des Heeren engel" om zijn heiligen schaart, en door het tot een realiteit voor ons hart te maken, dat de engelen uit worden gezonden om ons de zaligheid te bedienen.

Maar toch, dit alles baat niet en redt niet, zoo ge niet uw hulpe en uw verweer en uw beveiliging boven alles zoekt onder de vleugelen des Almachtigen; zoo niet zijn Geest in uw geest indringt; en zoo niet de inwoning van den Heiligen Geest uw wezen innerlijk omzet.

Daartegen gaat elk pogen in, om wat uit uw eigen hart opkomt, tegenover hetgeen die Geest in uw hart inbrengt, te handhaven.

En voortvaren op den weg des levens zult ge eerst dan, als het uitvoeren van wat uit eigen hart opkwam steeds in u afneemt, en juist daardoor gestadig in u toeneemt het spreken en handelen uit aandrift van wat de Geest van God in uw hart ingaf, inblies, en inwerkte, en ten slotte uit uw eigen hart deed opkomen.

Mocht het hiertoe ook bij u komen, dan. maar ook dan alleen, kent ge voor uw eigen hart uw Pinksteren.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 22 mei 1904

De Heraut | 4 Pagina's

„Dat ze niet uit mijn eigen hart zijn”.

Bekijk de hele uitgave van zondag 22 mei 1904

De Heraut | 4 Pagina's