GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De benoemingen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De benoemingen.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het drietal benoemingen aan de Vrije .Universiteit, waarmede H. H. Directeuren gedurende de zomervacantie ons verrasten, is met blijde ingenomenheid door heel onze pers begroet.

Te verwonderen is dat niet.

Reeds jaren lang is in volksvergadering en pers aangedrongen op uitbreiding der Universiteit. Dien aandrang hebben we steeds gewaardeerd. Er sprak uit dat dringen liefde voor onze Hoogeschool en haar beginsel. Hoe rijk voorzien de Theologische faculteit ook was, men voelde en sprak het openlijk uit, dat daarmede aan het Universitaire beginsel niet genoeg werd gedaan. Vooral de ernst der sociale quaestie, de meerdere invloed der antirevolutionaire partij op politiek gebied en het gebrek aan mannen, die in parlement en staten onze beginselen konden bepleiten of voor regeeringsambten geschikt waren, vroeg om versterking der juridische faculteit. En waar deze aandrang, nu eens vriendelijker dan weder heftiger, steeds beantwoord werd met een vermaan tot geduldig wachten, daar kreeg het soms den schijn, alsof in den kring der Universiteit zelve het hoog belang van deze uitbreiding niet zoo sterk werd gevoeld.

De thans losgekomen benoemingen zullen wel afdoende hebben getoond, hoe onjuist deze schijn was. Zonder toch te veel in te dringen in de histoire intime dezer benoemingen, zal voor ieder nu wel duidelijk zijn, waarom deze benoemingen niet eerder geschieden konden. Waar de desbevoegde mannen van oordeel zijn, dat onder hun leerlingen uitnemende krachten schuilen, daar zou het dwaas zijn door een overijlde benoeming zich de kans af te snijden deze leerlingen, die hun studie nog moeten vol-, tooien, voorgoed aan de Hoogeschool te verbinden. Publiek kon dit van te voren niet gezegd worden; kieschheid verbood dit. Zoo moest de Vrije Universiteit wel geduld oefenen, in het goed vertrouwen, dat hare hope niet beschaamd zou worden.

De versterking derjuridische faculteit verblijdt ons het meest. Prof. Fabius ziet thans in Mr. Diepenhorst een zijner beste leerlingen als hulpe naast zich optreden. Hoe jong hij ook zijn mag, toch heeft deze rechtsgeleerde door zijn optreden op politiek gebied reeds een goeden naam onder ons volk verworven als handig debater en kloek voorstander onzer beginselen, En dat de wetenschappelijke aanleg waarlijk niet ontbreekt, bewees het uitnemend proefschrift Calvijn en de Economie, dat van breede historische opvatting en principieele klaarheid getuigt.

Mr. Anema neemt een eenigszins andere positie in. Hij is geen leerling der Vrije Universiteit, maar ontving zijn opleiding aan de Leidsche Hoogeschool onder Prof. V. d. Vlugt. Toch kon en mocht dit niet als bezwaar gelden, waar afdoende bleek dat de leerling zich geheel ontworsteld had aan het pantheïstische idealisme van zijn leermeester, met dezen zelfs meermalen de wapenen kruiste en met steeds klaarder helderheid voor de Calvinistische rechtsbeginselen partij koos. Wie zoo een geestelijke wedergeboorte heeft doorgemaakt en veel wat vroeger hem lief was, prijs gaf omdat hooger beginsel het eischte, heeft dubbel aanspraak op de sympathie van ons volk. De vleiende woorden, waarmede Prof. V. d. Vlugt na deze breuk Mr. Anema als een der knapste koppen van-de jonge garde der anti-revolutionnaire partij begroette, doen genoegzaam zien, hoe hoog ook buiten onzen kring deze jonge geleerde staat aangeschreven. Voor de Vrije Universiteit is zijn benoeming ongetwijfeld een aanwinst.

Ook de literarische faculteit mag met haar vermeerdering worden geluk gewenscht. Al heeft de werkkring van Dr. R. H. Woltjer dusver minder op publiek terrein gelegen, zoodat zijn naam nog niet zoo bekend is, toch weet men in wetenschappelijke kringen zeer wel, dat de zoon van Prof. Woltjer meer dan één deel van zijns vaders geest heeft geërfd, en was hij de aangewezen man om naast zijn vader op te treden. De hooge lof, door binnen-en buitenlandsche geleerden aan het proefschrift van dezen jongen doctor toegekend, bewijst genoegzaam, dat we in hem een uitneroenden phjiloloog bezitten, die met alle ksacht er. voor ijveren zal om den goeden naam, dien de literarische faculteit der Vrije Universiteit bezit, hoog te houden.

Door de benoeming van dit drietal jonge geleerden heeft de Vrije Universiteit hun zeker een groot blijk van vertrouwen geschonken. Maar afgaande op wat dusver door hen geleverd werd, mag het vertrouwen worden gekoesterd, dat zij zich geheel aan de wetenschap zullen geven, voor de Calvinistische beginselen, die hun lief zijn, met eere het geestelijk zwaard zullen voeren, en aldus toonen zullen den ridderslag waard te ^ijn, die hun geschonken werd.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 4 september 1904

De Heraut | 6 Pagina's

De benoemingen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 4 september 1904

De Heraut | 6 Pagina's