GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Aan een brief van Mevr. Wielenga, opgenomen in de Kamper Kerkbode, is het volgende ontleend:

„Zondagmorgen den 14 Mei, omstreeks 7 uur, zag ik, (te Soerabaja in de paelon van Ds. Pera gezeten) twee rijtuigjes aankomen, — in 't eerste een man gezeten, met een vreemd kakiepak aan en dominee z'n hoed op, en 't eene oog veel grooter dan het andere.

Ik kan u onmogelijk zeggen wat ik op dat oogenblik gevoelde.... en toch moest ik dadelijk bedenken hoe weinig het had gescheeld of ik had hem nooit weergezien.

Hij had een diepe snee van zijn slapen tot aan de kin. Eén centimeter verder naar boven, en 't was de dood geweest. Was het meer de andere richting uitgegaan, dan was de mond vernield geworden, en hij voor altijd ongeschikt geweest voor zijn werk.

Van dien kant bezien hebben wij ruime stof tot danken èn voor mijn man's behoud, èn voor mijn tijdig vertrek, èn ook voor het herstel van onze jongens.

Dinsdag 23 Mei gingen ze naar Djocia, vergezeld van Enos en Anna, twee leden van hun gezin, welke gespaard waren gebleven.

„Door beide doctoren te Djocja is Ds. onderzocht, en zij zullen van het groote leelijke litteeken een kleiner trachten te maken.

Sedert zijn aankomst hier is zijn gezicht werkelijk aardig bijgetrokken.

Vrijdagmorgen had Ds. erge koorts, waardoor hij den geheelen dag te bed moest blijven, 's Avonds was de koorts nog 39 en 38.6, maar den volgenden dag, hoewel hij nog zeer bleek was, konden wij hem niet bewegen te blijven, maar vertrok hij naar Ds. Bakker te Keboemen, om in overleg met hem en anderen te beraadslagen wat te doen, om het vertrek naar Soemba te bespoedigen.

O, als ik er aan denk, dat we straks weer geheel van voren af zullen moeten beginnen, en al onze lieve spulletjes weg zijn, — al onze huwelijkscadeaux, — ons orgeltje, — ja, ook juist dat zullen we missen, die heerlijke tonen, den zang der inlanders begeleidend, — het ging zoo goed... De Heere maakte 't echter wel, want als ik dat alles nog had, en ik had mijn man moeten missen) Ook is hij vol moed. Wie weet, misschien is deze beproeving èn voor ons èn voor Soemba nog wel ten : egen."

Ds. had te Keboemen een conferentie met D D. Bakker, Weijers, Ruissenaars, en met Ds. de Bruijn, die met mevr. juist dien dien dag aldaar waren gearriveerd.

’t Plan is nu, dat Ds. an Mevr. de Bruijn met mijn man en de bedienden met de boot van 4 Juli naar Soemba zullen vertrekken, en dat ik hem in 't laatst van Augustus zal volgen. Ds. en Mevr. de Bruijn waren ook wel erg geschrokken, toen zeals welkomsgroet dat bericht ontvingen, maar wenschten ook in 's Vaders doen te berusten.

Op Soemba zal 't hun eerste werk wezen de Bruijns woning te bouwen, en dan misschien zoolang een houten loods voor ons, in de nabijheid van 't ziekenhuisje te Pejeti, om dan verder uit te zien naar geschikt terrein voor een huisje ten onzen behoeve. Ook moet de kerk herbouwd.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 23 juli 1905

De Heraut | 2 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 23 juli 1905

De Heraut | 2 Pagina's