Officieele Berichten

Generale Synode der Gereformeerde Kerken in Nederland.

De generale Synode der Geref. Kerken in Nederland, die deze week te Utrecht saarakwam, werd Maandagavond vooraf gegaan door een ure des gebeds in de Westerkerk, waarin Ds. H. Hoekstra van Arnhem, den leden der Synode en haren adviseurs, na een schoone en diep ernstige leerrede over Hoséa 6:1: Komtlaat ons wederkeeren tot den HEERE" in schuldbelijdenis en smeeking voorging.

Dinsdagmorgen te 10 ure verzamelden de vertegenwoordigers der kerken en de advisee rende leden zich in de doelmatig en smaakvol in een vergaderzaal herschapen Oosterkerk.

Ds. P. J. W. Klaarharaer heette, namens de Synodale Kerk, de Afgevaardigden hartelijk welkom, en wees in een schoone rede, met tal van historische herinneringen uit Utrechts kerkelijke geschiedenis gestoffeerd, op het moedgevend teeken, dat er voor de toekomst onzer kerken en voor den arbeid dezer Synode ligt in het merkwaardige feit, dat de grijze bisschopsstad thans voor 't eerst een Synode van de Gereformeerde Kerken in Nederland binnen haar veste ziet saamkomen; waarna hij in vurig smeekge bed de Synode en haar arbeid aan Gods ontfermen opdroeg.

Uit het onderzoek der credentiebrieven blijkt, dat de kerken van alle Provinciën — met uit zondering van die in Drenthe, wier afgevaardigden nog geen geloofsbrief konden overleggen — op normale wijze door 20 Dienaren en 20 Ouderlingen vertegenwoordigd zijn; terwijl uit Buitenlandsche kerken tegenwoordig zijn: D. D. Schafer en De Groot uit Bentheim en Oostfriesland en Ds. De Vlieger van de Presbyterian Church of Engeland.

Na enkele huishoudelijke mededeelin^en door den voorloopigen Praeses, wordt het Moderamen geconstitueerd als volgt: Ds. B. van Schelven van Amsterdam, Praeses: Ds. J. Hessels van Zwolle, Assessor; Ds. A. de Geus vanDeLem mer, Scriba en Ds. W. H. Gispen Jr. van Baarn, Subscriba.

Nadat het Moderamen zitting genomen heeft, worden de Buitenlandsche Afgevaardigden en de drie Dienaren der Synodale Kerk, die geen Afgevaardigde zijn, uitgenoodigd om met de Professoren der Theol. School en der Theol. Faculteit van de Vrije Universiteit, als adviseerende leden zitting nemen.

Na de pauze worden op voorstel van het Moderamen en twee der Hoogleeraren de com missiën voor praeadvies aangewezen en de punten van het agendum waarvoor ze de behande ling hebben voor te bereiden.

Ds. L. Adriaanse en Ds. K. Fernhout worden belast met de zorg voor 't persverslag; Ds. Donner met de berichten voor het kerkblad; Ds. Hessels en ouderling Fukking van Utrecht met de zorg voor de Financiën.

De Praeses sluit daarna met gebed en dankzegging dese eerste zitting.

3de Zitting.

De praeses opent de vergadering, gezongen wordt Ps. 119 : 3 en voorgelezen Ps. 119: —16. Daarna gaat de praeses voor in gebed. Vervolgens wordt appel nominaal gehouden. De scriba leest nu de notulen van de zittingen, gehouden op Dinsdag 22 Augustus 1905. Na eenige kleine rectificatiën werden ze goedgekeurd. Alsnu komt aan de orde het rapport van de commissie voor de zaken van opzicht, tucht en geschillen. Ds. Ten Hoor rapporteert over het voorstel van de Prov. Synode van Overijssel, dat de Kerkeraden bericht van verhuizing zenden omtrent vertrekkende leden van de Kerkeraden der plaatsen, waarheen de vertrekkenden zich begeven. De conclusie van het rapport luidt: at de Synode haar volle instemming betuige met hetgeen door de Prov. Synode van Overijssel als wenschelijk wordt voorgesteld en hiervan kennis te geven door het Kerkblad.

De conclusie wordt zonder discussie aangenomen.

Voorts rapporteert Ds. Ter H. over de mededeeling van de prov. Synode van Friesland, dat zij met de classis Dokkum haar droefheid uitspreekt over de besluiten van de classis Harderwijk in de zaak van Ds. P. De conclusie luidt, zich hierover van advies te onthouden en de mededeeling voor kennisgeving aan te nemen. De conclusie wordt zonder discussie aangenomen.

Daarop rapporteert Ds. Ten H. over het verzoek der Prov. Synode van Utrecht dat de Gen. Synode zich nader verklare of in art. 93 der Acta der Synode van 1896 bedoeld is door te gaan tot afsnijding met het formuUer van den ban. De conclusie is: dat bij volharding ten laatste moet geëxcommuniceerd met het formulier van den ban.

Zonder discussie wordt de conclusie aangenomen.

Vervolgens rapporteert Ds. Ten H. over het verzoek van de classis Rotterdam om een nadere omschrijving te geven van de woorden „uitdrukkelijke verklaring" ('voorkomende in Art. 93 der Acta 1896 bij Art 77 D. K. O.).

De conclusie is: dat zulk een uitdrukkelijke verklaring schriftelijk aan den Kerkeraad kan gegeven worden of mondeling aan gecommitteerden van den Kerkeraad: dat echter een kerkeraad niet te haastig behoort te zijn in het accepteeren van zoodanige verklaring, maar trachten zooveel in zijn vermogen is het betrokken lidmaat te bewegen om op zijn verklaring terug te komen.

Na eenige discussie wordt deze conclusie aangenomen.

Daarna rapporteert Ds. Ten H. over het voorstel van de classis Gorinchem om te wijzigen het aan Art. 77 D. K. O. toegevoegde besluit van de Synode van 1896 in dien zin, dat personen, die zich niet met uitdrukkelijke verklaring afscheiden, noch dit willen, maar die toch ondanks alle vermaning zich aan alle samenkomsten der gemeente onttrekken en elders gaan kerken, ten laatste zullen gerekend worden niet meer tot de gemeente tebehooren.

Ds. Gispen stelt een amendement voor op de conclusie, dat met alle stemmen op een na wordt aangenomen. Daarna wordt de conclusie met alle stemmen op 4 na aangenomen. De geamendeerde conclusie luidt: De kerkeraden hebben ten opzichte van lidmaten die elders gaan kerken, met de noodige omzichtigheid en voorzichtigheid te handelen, met dien verstande, dat men om deze zaak in geen geval de excommunicatie toepasse op personen, op wie overigens de kerkeraad den inhoud van het Formulier van den ban niet toepasselijk acht.

Nu rapporteert Ds. Ten H. over een bezwaarschrift van den Kerkeraad der Geref. Kerk te Bolsward B. tegen een uitspraak der Prov. Synode van Friesland in zake een bezwaar dier kerk tegen de wijze, waarop in haar classe de approbatie van beroepingen geregeld is.

Conclusie: a. de Synode spreke uit, dat de gegrondheid van het bovengemelde bezwaar niet te ontkennen valt en b. dat de classe twee genabuurde kerken aanwijze tot appro batie van beroepingen in buitengewone gevallen, onder voorwaarde echter, dat deze keiken aan de andera tijdig kennisgeven van tijd en plaats, waarop dit geschieden zal, met uitnoodiging aan die kerken om aan die approbatie mee te werken.

Zonder discussie wordt deze conclusie aangenomen.

Nu komt het rapport over letter G. aan de orde. Ds. Renkema is rapporteur over de vraag van de Prov. Synode van Gelderland, of de Gen. Synode hare aandacht wil schenken aan het geven van een juiste verklaring inzake het Diaconaat.

Conclusie: de Gen. Syn. zende dit punt terug aan de Prov. Synode van Gelderland en geve haar in overweging, om des begeerd deze vraag gepreciseerd op een volgende Generale Synode weder aan de orde te stellen.

Deze conclusie wordt zonder discussie aan genomen.

Voorts rapporteert Ds. R. omtrent het rap port van Deputaten voor het ontwerp van een betere regeling van de samenvoeging der dassen in Particuliere Synoden.

De behandeling wordt uitgesteld tot morgen.

Nu komt aan de orde het rapport van de archief bewarende kerk. Ds. EUenga is rapporteur. De conclusie is dank te zeggen aan de kerk van Amsterdam en haar de zorg verder op te dragen.

Voorts rapporteert Ds. Elzenga over het rapport van het Moderamen der Gen. Synode van Arnhem.

Conclusie is: dank te zeggen aan den rapporteur.

Voorts rapporteert Ds. R. over 't rapport van de classe 's-Gravenhage, aangewezen tot het eventueel uitschrijven van een bededag. De conclusie luidt: aan genoemde classis wederom™dezelfde opdracht te verleenen. Daarover werd nog niet beslist.

Daarop rapporteert Ds. R. over het rapport van de Synodale kerk. De conclusie luidt: a. de Synodale kerk hartelijk dank te zeggen voor al hare bemoeienissen in deze; b. aan de eerstvolgende Synodale Kerk op te dragen voor reparatie of vernieuwing van 't synode-ameublement tijdig te zorgen. Deze conclusie wordt aangenomen. Vervolgens rapporteert Ds. R. over het schrijven van het hoofdbestuur der „Vereeniging tot bestrijding van het Nieuw Malthusianisme."

De commissie stelt voor: a. instemming te betuigen met het doel der Vereeniging; b. als Synode van de Geref. Kerken in Nederland openlijk uit te spreken, dat de N. Malthus. theorie en praktijk in strijd zijn met het Woord des Heeren. c. de Geref. Kerken op te wekken, in prediking, huisbezoek; catechisatie enz. tegen dit kwaad te strijden, zooveel dat naar de verschillende plaatselijke toestanden noodig is, d. geen circulaire aan de kerkeraden te zenden, maar dit over te laten aan bovengenoemde vereeniging, indien haar dit na deze onze verklaring nog wenschelijk voorkomt; e. van het een en ander kennis te geven aan het Hoofdbestuur der genoemde Vereeniging.

Deze conclusiën worden aangenomen.

Nu komt aan de orde het rapport over de grensregeling tusschen de kerken Nijkerk en Bunschoten. De conclusie luidt: De Synode verleene de gevraagde goedkeuring. Deze conclusie wordt aangenomen.

Vervolgens komt het rapport over het Kerkblad aan de orde. De conclusie is het Kerkblad te bestendigen, welke na eenige discussie wordt aangenomen.

Vierde Zitting.

Gezongen wordt psalm 125 : 2. Uit Drente is thans Ds. Kuiper, de primus afgev., ter Synode.

De 3de commissie rapp. over lett. E. 2: „Rapport van Dep. om te examineeren voor Art. IV der Zendings orde, " bij monde van Ds. Breukelaar. De conclusies strekken:

a. Deputaten dank te zeggen voor hun arbeid.

b. Opnieuw vijf deputaten ad Art. 4 der Zendingsorde te benoemen.

c. Aan deze deputaten dezelfde instructie te verstrekken die door de Gen. Synode van Arnhem voor de deputaten ad hoc is vastgesteld.

d. En voorts uit te spreken, dat het examen volgens Art 4 der Zendingsorde behoort te geschieden alvorens de bevestiging plaats heeft.

Ongewijzigd worden ze aangenomen.

Wordt gerapporteerd over lett. E, 5: „Verzoek van de Algetüeene Vergadering v. d. Zendingsarbeiders om te continueeren de bijdrage van / 200 jaarlijks voor de Zendingsbibliotheek en van /loo ter bestrijding der kosten uit hunne verg. voortvloeiende. De conclusies strekken tot continueering van de beide toelagen en tot toewijzing van f 75 ter dekking van de onkosten van den Raad van Toezicht op de Keuch. School. Ongewijzigd aangenomen.

Oirer lett. E, 7 : „Verzoek van Zeeland om ontheffing van de verplichting om al hare inkomsten te storten in de generale kas", rapporteert dezelfde commissie. Haar conclusies strekken om te besluiten overeenk. 't verzoek, onder deze uitdrukkelijke voorwaarden:

a. dat de PinkstercoU., zoolang het niet tot eigen zending gekomen is, worde gestort in de Gen. Kas.

b. Dat ook hetgeen anders gewoonlijk door contributies enz. in de Gen. Kas vloeide, haar blijve toekomen.

c. Dat van hetgeen meer opzettelijk voor eigen Zending bijeengebracht wordt, 10 pet. worde afgedragen aan de Gen. Kas.

d. En dat, bijaldien het binnen drie jaren niet tot „eigen Zending" komt, al hetgeen bijeen vergaderd is, aan de Gen. Kas ten goede komt.

(Wordt vervolgd.)

De kerkeraad der Geref. kerk te Apeldoorn nam het besluit, aan de leden der gemeente te verzoeken, geen giften aan collectanten, fdie van buiten komen, te geven, tenzij zij in het bezit zijn van een schriftelijk bewijs van den kerkeraad, waarin de kerkeraad verklaart, geen bezwaar te hebben, dat voor dat bepaalde doel in de gemeente wordt gecollecteerd.

Dit bewijs moet door heeren collectanten minstens drie weken van te voren bij den kerkeraad worden aangevraagd.

Heeren collectanten worden verzocht nauwkeurig op dit bericht te letten.

Namens den Kerkeraad voornoemd,

H. Mouw M.ZN., Scriba,

Apeldoorn, 22 Aug. 1905.

Zondag 20 Aug. was voor de Geref. kerk te Hellevoetsluis en haren geachten leeraar Ds. A. Delfos een blijde dag. Z.Eerw. mocht herdenken, dat de Heere hem vergund had gedurende 25 jaren het Eyangehe te prediken; waarvan hij 12I/2 jaar in haar midden had gearbeid. ZEerw. hield eene feestrede naar aanleiding van 2 Sam. 7 vs. 18. Aan het eind sprak de oudste ouderling den leeraar een kort woord van waardeering toe en sprak den wensch uit, dat het den Heere moge behagen Z.Eerw. nog vele jaren te doen arbeiden in onze gemeente:

wat besloten werd met gemeenschappelijk gezang van Ps. 103 VS. i en Ps. 134 vs. 3.

Namens den Kerkeraad,

J. C. V. HARTINGSVELDT, Scriba.

Helkvoetsluis, 22 Aug. 1905.

Wij vestigen de aandacht onzer lezers op de in dit nummer voorkomende advertentie, betreffende de uitgave van een Zendingskalender voor de Geref. kerken door den heer H. Dijkstra te Smilde.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen