INGEZONDEN STUKKEN.

(Buiten verantwoordelijkheid van de Redactie).

Geachte Redacteurt

Ernstige bezwaren bestaan bij ondergeteekende tegen wat in de besluiten van de Generale Synode te Utrecht rakende zijn protest, hem in den mond werd gelegd.

Met het oog op de daarbij in het spel zijnde eer zóó der Kerken als van ondergeteekende, en aannemende, dat men niet opzettelijk zijn goeden naam heeft willen treffen, heeft hij ruim een maand geweifeld wat te doen en besloot hij aanvankelijk met een niet openbaar protest zich bij die besluiten neer te leggen en weder aansluiting te zoeken met de Gereformeerde Kerken.

Nu echter ontegensprekelijk is gebleken; dat hierboven genoemde alinea geheel in zijn nadeel wordt uitgelegd; het vertrouwen in zijn persoon daardoor zoodanig heeft geleden, dat men hem wantrouwend aanziet en bejegent, zijdelings en rechtstreeks diepgrievende en beleedigende woorden toevoegt en zelfs voornoemde voorgenomen wederaansluiting daardoor wordt bemoeielijkt, acht hij zich ten plicht het volgende openbaar te maken:

1e. dat in aanmerking genomen de voorafgaande briefwisseling tusschen de Commissie van onderzoek en ondergeteekende, en de daaropvolgende samenspreking in die vergadering, het in bedoelde alinea a. vermelde onjuist is;

2e. dat in deze vergadering wel het protest door hem is teruggenomen maar geene beschuldiging uitgesproken tegen de Gereformeerde Kerken voor of na de Synode van Middelburg door hem is „herroepen met betuiging van leedwezen”;

3e. dat die terugname is geschied nadat de Commissie van advies hem de verzekering had gegeven, dat het besluit van de Synode van Middelburg door hem beschouwd moest worden a!s een bewijs van vtriotmixg, „zij door die daad hem de hand had toegestoken", en de zittende Synode dat werk des vredes wenschte voort te zetten;

4e. dat die terugname alzoo niet heeft plaats gehad, omdat de beschuldigingen voorkomende in voornoemd protest, wederlegd zouden zijn geworden, doch uit inschikkelijkhe'd ziyatxziiAs; om h-jt tot stand komen van dien vrede te vergemakkelijken;

5e. dat in de vergadering van de Synode ondergeteekende niet is gehoord geworden, maar die beslui»^en buiten hem om zijn genomen, terwijl hij daarvan eerst 14 September officieel kennis heeft gekregen;

6e. dat dit alzoo is geschied en niet anders verklaart ondergeteekende met beroep op God Almachtig en neemt daarbij als getuige Ds. A. Bolwijn, die in genoemde vergadering tegenwoordig is geweest, zoomede al de leden dier vergadering, ieder afzonderlijk;

7e. dat hij daarom van verdere pogingen tot rechtsherstel afziet;

8e. dat hij tevens van deze gelegenheid gebruik maakt zijn oprechten dank beleefd aan te bieden aan allen, die zoo vriendelijk zijn geweest, zijn zaak met betere bedoeling bij de Synode aanhangig te maken.

Met betuiging van leedwezen dat de uitkomst niet anders heeft mogen zijn en het beleefd verzoek aan de versc.fiillende Redactiën der Kerkelijke bladen, zoo mogelijk voor dit schrijven een bescheiden plaatfja in hun geacht blad te willen inruimen, teekcnt hij zich gaarne.

Hoogachtend,

Uw dw. dr.

J. VAN ALPHEN.

Nijmegen, 17 November 1905.

[Hoewel onze Redacde geen verantwoordelijkheid draagt voor den inhoud van de haar toegezonden stukken, meenen we toch dit schrijven van br. van Alphen niet ïondereenig woord van commentaar te moeten plaatsen.

Over de al of niet rechtmatigheid dezer klacht kunnen we niet oordeelen. De acta der Generale Synode zijn nog niet eens in het licht verschenen. De inhoud van het besluit, waartegen br. van Alphen bezwaar in brengt, is aan het groote pubhek zelfs niet bekend. En bovendien ontbreekt ons elke nadere inlichting, waardoor we meer licht over deze zaak kunnen verspreiden.

Toch meenden we aan dezen broeder het recht van publiek verweer niet te mogen ont zeggen, nu hij meent door de Generale Synode niet recht te zijn behandeld. Bij de uitspraken van een mindere vergadering staat appel op een meerdere vergadering open, maar als de Generale Synode gesproken heeft, blijft geen ander middel van redres over dan een openlijk protest.

We hopen, dat over deze zaak door de betreffende deputaten nadere inlichtingen zullen worden gegeven. Zelfs de schijn alsol de Synode onrecht zou gedaan hebben, mag op haar niet blijven rusten. Onze kerken moeten weten, dat een rechtszaak, ter hoogste instantie bij onze Synode gebracht, daar volkomen recht matig behandeld is.

RED.]

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen