Boeddhisme en Christendom.

Bij de overdracht van het Rectoraat aan de Theologische School heeft Prof. Bouwman 5 December j 1. een rede gehouden over Boeddhisme en Christendom.

Ongetwijfeld had dit onderwerp de verdienste van de actualiteit, en we zijn Prof Bouwman dankbaar, dat hij, nu het Boeddhisme zelfs in de predikantenwereld der Hervormde Kerk pleitbezorgers vindt, in een degelijke en ernstige rede eens uiteengezet heeft, waarin dan eigenlijk dit hooggeroemde Boeddhisme bestaat.

Na een korte uiteenzetting gegeven te hebben van den oorsprong van het Boedhisme en de Boeddhistische leer te hebben geschetst, eindigde hij met Boeddhisme en Christendom aldus tegenover elkander te stellen:

Het Christendom en het Boeddhisme kunnen beide verlossicgsgodsdiensten genoemd worden. Het Boeddhisme wil verlossen van het lijden, maar wijl het bestaan zelf het kwaad is, wil het eigenlijk verlossen van het leven. Het Christendom evenwel verlost van de zonde, en noemt het leven goed, wijl God zelf de schepper is en de wereld ook na den zondeval nog Gods wereld is. Het Boeddhisme kent geen zondeval, geen breuke in de ziel over het gemis van het verloren Paradijs. Het klaagt wel over het lijden, maar di' is meer eene beschouwidg over het lijden, dan een bezwijken onder den druk. Het treurt niet óver de zonde, maar over het onwezenlijke van het bestaan. Het ideaal is niet de vrijmaking van het leven, maar de loswording van het lijden. Daarom is noodzakelijk dat de wil om te leven worde gedood en streeft men er naar door ascetisme de zelfveraietiging van het Nirwana te bereiken. Heel de weg der verlossing wordt afgelegd door eigen kracht. Het Boeddhisme erkent geen God noch mid delaar, en verheft den mensch in de plaats van God.

Welk een tegenstelling! Het Christendom leett een almachtig, alwijs, rechtvaardig en barmhartig God, die in Christus een Vader is van zijne kinderen; het Boeddhisme kent geen Vader in de hemelen, geen hemel waar de verlosten bewust God dienen, maar een ophouden van alle bewustzijn in het Nirwana, een toestand boven goed en kwaad verheven.

Het Christendom predikt een levenden Christus, die door één ofifer volkomen verlost heeft en nog altoos leeft om voor zijn volk te bidden; het Boeddhisme eenen dooden Boeddha, die zijne aanhangers niet meer kin hooren.

Ook de ethiek van het Boeddhisme is tegen gesteld aan die van het Christendom. De Christelijke moraal is theonoom, de Boeddhistische autonoom. Het Christendom gaat uit van God, die schepper, wetgever en rechter is, het Boeddhisme kent geen hoogeren wetgever dan den mensch, geen hooger rechter dan het karma. Het beginsel der Christelijke moraal is liefde tot God en den naaste, het beginsel der Boeddhistische moraal is een egoïstisch utilisme. De Christelijke moraal is positief, gericht op de eere Gods; de Boeddhistische is negatief, gericht op de zelfvernietiging. Bij het Boeddhisme ziet gij dooding van den wil om te leven, bij het Christendom heiliging van de persoonlijkheid. De Boeddhist verlaat de wereld, monnikachlig zich terugtrekkend, de Christen blijft in de wereld, temidden van zijn arnbt en roeping doen wat God welgevallig is. Het Boeddhisme kweekt slappe monniken, zonder energie en levenslust, het Christendom krachtige strijders, die het leven liefhebben en krachtig strijden tegen zonde, duivel en wereld. Het Boeddhisme baseert op den grondslag van de gevallene menschelijke natuur, worstelt door eigen kracht, biedt geen troost, vei kondigt zelfvernietiging en eindigt in een groot vraagteeken. De Chris telijke religie rust op den bodem van de openbaring en is van goddelijken oorsprong. Zij erkent den val, maar predikt een verlossing door de ontferming Gods, een verlossing die niet alleen tot voorwerp heeft Gods volk, maar ten slotte ook uitloopt op de reiniging van heel de schepping van de macht der zonde.

Met belangstelling wachten we de uitgave dezer rectorale oratie af. Wij verblijden ons, dat de Rector der Theologische School ditmaal dat breede apologetische standpunt innam, waardoor veel meer dan door kleinzielige haarkloverijen de zaak van Christus Kerk en van de Christelijke wetenschap gediend wordt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen