GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een ander getuigenis.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een ander getuigenis.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wezen we verleden week op de schijnvrome taal, waarmede de openbare onderwijzers propaganda trachten te maken voor de openbare school, als zou deze aan de eischen door Christus gesteld, voldoen, daartegenover mag ook wel eens de aandacht gevestigd op een geheel ander getuigenis, dat zeker van gansch onverdachte zijde komt.

Op de vergadering van moderne theologen, onlangs gehouden, leidde Ds. J. Bruining Jzn. de vraag in: „Kan de openbare school bij de tegenwoordige regeling voldoen aan de eischen, die wij voor de zedelijk-godsdienstige vorming van ons volk daaraan mogen stellen? "

Na eerst gewezen te hebben op de moeilijkheden, die zich bij de beantwoording dezer vraag opdoen, ging de inleider aldus voort:

Bij het zoeken naar eene oplossing der moeilijkheden ga men uit van de waarheid, dat de school het gioote opvoedingsinstituut is voor het meerendeel der natie; hieruit volgt: willen wij geen opvoeding zonder godsdienst, dan kun nen wij geen vrede hebben met een school zonder godsdienst. Spr. refereert zich eerst aan hetgeen vooral in de eerste jaren van den schoolstrijd daarover bijna unaniem is uitgespro ken. — Geldt dit nog? — heeft men niet andere gedachten over de wijze, waarcp gods dienstig leven moet worden opgewekt? Aan het kind, wat des kinds is, deugd, gehoorzaam heid, teedere en edele aandoeningen, waaruit allengs godsdienstig leven zich moet ontwikkelen ....

Spr. begrijpt dit niet. Is de godsdienst dan iets dat er bijkomt? dat er bij wordt ingescho ven? tot dekking en consolideering? Of denkt men zich een bewust christendom met onbewuste christelijkheid? Eerst deugd, straks vroom heid? Hoe en wanneer dan de overgang?

Neen, wij komen hier in tegenspraak met weloverwogen en welgevestigde gedachten om trant de verhouding van godsdienst en zede lijkheid.

De openbare school vervangt godsdienst door humaniteit; dat is de eenvoudige waarheid. Spr. noemt het dan „een sprong naar ander gebied", wanneer wij straks de kinderen tot godsdienst willen brengen. Z. i. moet het kind worden opgevoed en overal onderwezen in de sfeer der godsdienstige wereld-en levensbeschouwipg, practisch hierop neerkomende, dat het wordt opgeleid in de erkenning van God, als majes teit en de heilige macht als den achtergrond der dingen. Het woord „God" worde dan niet verzwegen, waar het eenvoudig ons op de lippen komt als de uitdrukking van wat wij eerbiedig en bewonderend gevoelen van de Eeuwige Macht, die uit de wereld en de diepte des harten tot ons spreekt.

Bij onderwijs in natuurkunde b.v. worde gewezen op het groote en aanbiddelijke van 't scheppingswerk. Men schuwe niet aan 't kind te zeggen „dat het overal is onder 't oog van God, " of te laten zingen „Op bergen en in dalen, en overal is God".

Heerlijk versterkend voor aandoeningen van liefde en barmhartigheid en medelijden is de bewustheid, ook bij kinderen op te wekken, dat wij kinderen zijn van één Vader! Men miskenne niet de kracht van het beeldende woord.

Het godsdienstonderwijs zij niet als iets bijkomstigs, enkel voor de catechisatie uren. Men moet in de school niet kroniekmatig van den strijd onzer vaderen vertellen, om hen straks in de catechisatie te wijzen op het groote religieuse, dat in dien strijd aan den dag kwam. Dat is onpractisch en onpaedagogisch. Laffe voorzichtigheid en bloedarme neutraliteit hebben hier veel kwaad gedaan.

Terwijl de oudere richtingen in de school zich vrij konden uitspreken, moest de onderwijzer der openbare school equilibristisch gaan zitten op de punt eener naald, duid hem niet euvel, dat hij liever absoluut neutraal werd. Dat verbiedt de wet althans niet. Men geve de schuld niet aan de tegenpartij, die het eischte, om de openbare school leeg te pompen! Waarom htbben dan niet onderwijzers en schooltoezicht beide zich als één man verzet en bij eerbied voor andersdenkenden het recht geëischt, om eigen overtuiging uit te spreken? Of wilde men niet liever allen te vriend houden? Men sprak dan maar niet meer van God, men zong niet meer van Hem, en bij 't onderwijs in geschie denis, werd de strijd tegen Spanjes overheersching zoo kleurloos mogelijk verteld, of van den minst edelen kant bezien. Hierbij komen biïondere redenen, waarom het zedelijk-godsdienstig element in de school op den achtergrond treedt.

Scherper veroordeeling van de neutrale Staatsschool kan wel niet uitgesproken worden.

„Laffe voorzichtigheid" en „bloedarme neutraliteit"!

Wanneer de „frontmakers" weer aankomen met de hartstochtelijke bewering, dat de neutrale Staatsschool de beste is in 't gebruik, is het goed deze woorden van een modern theoloog in gedachten te houden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 13 mei 1906

De Heraut | 4 Pagina's

Een ander getuigenis.

Bekijk de hele uitgave van zondag 13 mei 1906

De Heraut | 4 Pagina's