GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

„Den Vader der geesten onderworpen zijn.“

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Den Vader der geesten onderworpen zijn.“

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Voorts, wij hebben de vaders onzes vleesches wel tot kastijders gehad, en wij ontzagen hen; zullen wij dan niet veel meer den Vader der geesten onderworpen zijn, en leven? Hebr. 12 : 9.

Tegen onderwerping kant zich onze natuur.

Hoe dit zou geweest zijn, indien onze natuur nu nog was, zooals God ze eens zuiver schiep, blijve nu buiten bespreking. Wat zich tegen onderwerping aankant, is onze natuur, gelijk se thans is, en alleen met die natuur hebben we in het practische leven te rekenen.

Toch bespeuren we voor het practische leven in diezelfde natuur van den mensch soms, geheel tegenovergesteld, juist een zeer sterke zucht, om zich volkomen lijdelijk te onderwerpen.

Zoo onderwerpt een doodelijk kranke zich aan den raad, neen, aan het voorschrift en het bevel van den arts, en ter wille van den kranke, onderwerpen zich de huisgenooten aan dien arts met hem. Bij doodelijke krankheid van een geliefd kind, zinkt veelal zelfs het gezag van vader en moeder weg, en gehoorzaamt alles den dokter. En is ter redding van het leven een operatie noodig, dan onderwerpt de patient er zich even willig aan, dat men zijn bewustzijn wijken doe, en in dien onbewusten staat hem het ontleedmes door huid en spieren drijve.

Nood maakt machteloos, als men zelf tot handelen of besluiten buiten staat is. Bij een schipbreuk is het één man, op heel het zinkend schip, wiens woord en wenk wet stelt. Wie bij brand die uitbrak, als de trap.veg is afgesneden, uit de bovenverdieping van een huis moet gered, geeft zich zonder beding over aan den brandweerman, die hem opneemt. Een gids in de bergen wordt de meester van zijn heer, zoodra deze, zelf het pad niet kennend, voelt dat 't om zijn leven kon gaan. In tijden van oorlog geeft de weerlooze burgerij zich willoos over. In nood, als men zich zelf niet redden kan, is onderwerping, volstrekte onderwerping zelfs, aan wie op redding hope biedt, geen uitzondering maar regel. Een buigen tot zelfbehoud, dat niet den stuggen wil breekt, maar juist uit den wil om gered, om behouden te worden, opkomt.

Maar kan menzelfweer; dreef de donkere wolk van nood en doodsangst af; en kan men, naar 't spreekwoord zegt, weer een veer van den mond blazen, — dan komt aanstonds de zucht tot verzet weer opzetten. Dan slaat 't gehoorzamen van den patient, o, zoo spoedig, in onwil, ja in bevelen om. Dan leeft men weer onder den indruk, alsof zich te onderwerpen, te gehoorzamen, te dienen, aan onze persoonlijke waardigheid te kort deed. Dan wil de knecht heer, het volk souverein, het kind de baas in huis zijn, en geeft moeder maar al te grif aan haar kroost practisch les in de kunst, om het gezag van het hoofd des gezins te breken.

Anderen aan ons zelven onderwerpen, dat natuurlijk van heeler harte; althans zoo lang men het aandurft. De plaats op den bok begeert alleen wie rijden kan. Van de brug van het schip verdringt men den kapitein niet. Maar in het gezin, in de werkplaats, in een vereeniging, op een vergadering onzen haan te laten koning kraaien, en tot zelfs in den Staat het ingesteld gezag voor onzen wil te doen onderdoen, dat zit er bij al 't volk in.

Als men zonder schade zich aan het gezag onttrekken kan, en geen hooger beginsel beslag op ons hart heeft gelegd, is 'ist tot onderwerping aan onze natuur vreemd.

Hierom kwijnt in dagen van rust en vree, als onze God ons welstand, welzijn en v/elvaart geeft, in zoo breedenkringde Gods-dienst.

In nood gaat de massa weer bidden. Bij schipbreuk roept alles: o. God, help mij! Breekt epidemie van cholera, pest of gele koorts uit, dan zijn de kerken te klein voor wie er in willen.

Maar gaat 't scheepken des levens voor den wind, dan trekt een dikke nevel tusschen het volk en zijn God, en wordt de dienst van God, na eerst verslapt te zijn, straks bijna vergeten.

Want Gods-diensl is dtenen van God, en oaarom God gehoorzamen en zich aan God onderwerpen.

Heden ten dage vervalscht men de religie. Wat men looft is vroomheid. En die vroomheid zal dan zijn, niet een eeren en hooghouden van Gods gezag, niet een gehoorzamen van zijn gebod, niet een zich onderwerpen aan zijn wil, maar een mys-"eke stemming van het gemoed. Inleven in een hooger ideaal. Zich verliezen in den Oneindige, straks in ^^^ Oneindige. Een zich overgeven aan bespiegelingen over en aandoeningen en gewaarwordingen uit de wereld van het Onbekende en Ongeziene, die ons van alle zijden omringt.

Doch bij dat alles is er geen sprake van een zich onderwerpen aan den Oneindige, van een zich schikken en voegen naar de Onbekende en Ongeziene wereld, gelijk die is. Neen, deze soort vroomheid maakt, vormt en schept zich zelf dien Oneindige of dat Oneindige naar eigen inval, inzicht en verbeelding. En in die soort vroomheid is het daarom niet de mensch die zich onderwerpt, maar de mensch die triomfeert, en tot zelfs het Oneindige onderv/erpt aan zich. Ja, zelfs waar deze mystiek der vage vroomheid uitloopt op een zichzelf geheel verliezen, blijft nog dit „zichzelf verliezen" de triomf van het Ik op al wat hem omringt.

Daarom is er geen Gods-dienst, dan waar de Souvereiniteit van G< ? ^ geheel ons danken, onzen wil, ons aanzijn en ons leven beheerscht. En die Souvereiniteit van God bepaalt zich niet tot de praedestinatie, maar strekt zich over heel de scheppiag uit. God Souverein in den hemel der hemelen. God Souverein in het firmament. God Souverein in geheel de natuur, gelijk ze zich op deze onze aarde ontplooit. God Souverein in de geschiedenis der natiën en volken. God Souverein in ons eigen vaderland. God Souverein in elk gezin. God Souverein in elk hart. God Souverein over geheel ons uit-en inwendig bestaan, naar lichaam en naar ziel. En dus ook, God Souverein over onze geboorte, onze opvoeding, ons levenslot en onze eeuwige toekomst.

Voor den materialist is er geen religie. Religie, onder wat vorm ook, onderstelt dat de geest meer is dan het stof; dat een geest meer is dan het geestelijke buiten een persoon gedacht; en dat alle geesten saam, zullen ze niet in strijd zonder eind zichzelf en elkander onderling vernietigen, een eenheid, een saambinding in éénen Geest moeten hebben; en dat aan dezen Vader der geesten alle geest moet onderworpen zijn.

Er is geen heerschappij, geen meerderheid van den geest over het stof, over de zinlijkheid, over de zonde, er is geen heerschappij, geen meerderheid van de ziel over het lichaam, dan daar waar de geest in u voor den Vader der geesten buigt; waar uw geest aan den Vader der geesten zijn oorsprong, zijn kracht, zijn bestaan, zijn geestelijk karakter ontleent en dank weet; en, in gestadige gemeenschap met die Fontein en Bron van al het geestelijke verkeerende, zich door den Vader der geesten leiden, sturen en beheerschen laat, en zich uit liefde in den geest voor den Vader der geesten, zich aan dien Genereerder van alle geesten willig, volkomen en zonder beding onderwerpt.

Zich onderwerpt aan zijn Woord, aan zijn Gebod, aan zijn Wil, aan zijn Bestel, eigen wijsheid aan zijn wijsheid blijmoedig en dankzeggend ten ofifer brengt; en geen ander levensdoel kent, dan om, met heel zijn gezin, met al zijn vermogen in deze wereld, met al zijn gave, talent en arbeidskracht, tot verheerlijking van dien Vader der geesten, in het zich onderwerpen aan en het volbrengen van zijn heiligen wil, nu en eeuwig te bestaan.

Daarom wie de Tucht weerstaat, gehoorzaamheid aan wie over hem staat weigert, en tegen het ingesteld gezag zich verzet — ondermijnt het wezen der religie. Ons menschelijk leven is, met al zijn stukken, zóó geordend en zóó in elkaar gezet, dat het, goed opgevat, ons aan onderwerping went. God had ons allen, evenals Adam, volwassen kunnen scheppen. Maar zoo was zijn bestel niet. Hij liet ons als kindeke gthatea worden. En juist dat kindeke en kind-zijn, is de natuurlijke school die we doorloopen, om ons aan onderwerping te wennen. Straks in het leven ingaande, is men onder zijn meerderen, onder zijn patroons, voogden en heeren gesteld, en gaat in die afhankelijkheid het zich wennen aan onderwerping al verder. In de onderwerping aan Overheid en Wet wordt deze levensles nogmaals voortgezet. En op dit spoor rustig voortglijdend, wordt heel ons leven één leer-en oefenschool der Religie.

En, omgekeerd, waar de Religie ons, van kindsbeen af, leert voor God te buigen, Hem te dienen. Hem te gehoorzamen, en aan Hem ons te onderwerpen, wordt die Religie de kracht die heel het maatschappelijk samenstel in zijn ordeningen saamvat, saambindt en bevestigt.

Tuchteloosheid ondermijnt den Godsdienst en godsdienstloosheid ondermijnt het Gezag. En eerst waar eerbied voor het Gezag op aarde rust in de aanbidding van den Vader der geesten, komt het tob die heilige onderwerping, die Gode de eere geeft, de maatschappij in haar voegen vastzet, en ons per­ soonlijk niet vernedert, maar verheft. Alleen hij toch, die zich weet een geest uit den Vader der geesten te zijn, voelt het koninklijk besef van vrijheid des geestes door zijn levensbloed stroomen. Het zijn de vrijgemaakte geesten, die onder den Vader der geesten, en door Hem geïnspireerd, het verheffend bewustzijn van hun koninklijken, ja goddelijken oorsprong in zich dragen.

Mits, en hier hangt alles aan, mits uw onderwerping aan den Vader der geesten volkomen zij.

Immers elke «rV^onderwerping aan zijn wil en wet, d. i. elke zonde, maakt den band tusschen uw geest en den Vader der geesten weer losser. En dan zinkt ge. Slaaf van uw eigen inbeelding en hartstocht, of slaaf van uw medemenschen in de wereld.

Tot ge in de volkomen gehoorzaamheid aan Christus weer opleeft, en u zelven in uw God terugvindt aan den voet van zijn Kruis.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 12 augustus 1906

De Heraut | 2 Pagina's

„Den Vader der geesten onderworpen zijn.“

Bekijk de hele uitgave van zondag 12 augustus 1906

De Heraut | 2 Pagina's