GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Zoo nu en dan duikt in de kerkelijke

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zoo nu en dan duikt in de kerkelijke

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zoo nu en dan duikt in de kerkelijke ers de vraag op, of het verbod aan de tudenten om uit preeken te gaan, ook niet ot de hoogleeraren behoort te worden uitestrekt.

Het is goed, dat op deze vraag e«n publiek ntwoord wordt gegeven

Dat de jongste Synode met algemMse stemmen besloot aan de studenten geen vergunning meer te verleenen, om een stichtelijk woord te spreken, was wel tendeele, omdat van deze vergunning misbruik werd gemaakt, maar had toch vooral zijn grond in een kerkrechtelijk bezwaar.

Onze vaderen hebben er nooit bezwaar tegen gehad, dat de studenten ook door het houden van predikatien zich oefenden, maar de vaste regel was, dat dit dan ook het karakter van een oefening zou dragen. Het moest daarom geschieden in een besloten kring, in bijzijn van een of meer predikanten, en met het doel om straks op zulk een predikatie kritiek te kunnen oefenen. Maar het „uit preeken gaan" voor de gemeente werd aan de studenten eerst geoorloofd, nadat ze door de Kerken praeparatoir waren geëxamineerd en daardoor, wat de zuiverheid van hun belijdenis en de mate van hun kennis aangaat, door de Kerken waren gekeurd.

In onze Kerken was men van dien regel afgeweken. Studenten die nauwel^ks aan de studie der Theologie begonnen waren, traden reeds Zondag aan Zondag op. En al maakten de Synoden beperkende bepalingen; al eischten ze, dat eerst het semicandidaats moest zrjn afgelegd, en al vergunden ze hun dan nog slechts enkele malen het voorrecht van een stichtelijk woord te spreken, toch was de zaak daarmede niet in orde. Op het semicandidaats wordt wel onderzoek gedaan naar de kennis in de exegese en de algemeene kerkgeschiedenis, maar niet naar de dogmatische kennis. En elke waarborg ontbrak aan de Kerken, dat de studenten, die optraden, genoegzaam van de belijdenis der Kerken op de hoogte waren. Het zonderlinge geval deed zich dan ook voor, dat studenten, die reeds twee jaar „gepreekt" hadden, voor het praeparatoir examen onvoldoende bleken en het recht om „uit preeken te gaan", hun dan door de kerken weer ontzegd werd.

Deze toestand was metterdaad niet in den haak. En al was het smartelijk, den studenten een privilegie te ontnemen, dat ze nu zoo vele jaren bezeten hadden, de eisch van het beginsel moest worden gehandhaafd. De Synode besloot daarom volkomen terecht, dat alleen die studenten, die het praeparatoirexamen hadden afgelegd, tot het proponents zouden worden toegelaten. Maar overigens heeft de Synode er geen oogenblik aan gedacht, het preeken van studenten op zich zelf af te keuren. Integendeel, de wensch is zeer beslist uitgesproken, dat de stuienten na hun praeparatoir examen, liefst onder leiding van een kundig Dienaar des Woords, zich nog een geruimen tijd in het preeken zouden oefenen, voordat ze tot den Dienst des Woords beroepen werden.

Geldt ditzelfde bezwaar nu ook van de hoogleeraren in de Theologie?

Ongetwijfeld, wanneer deze hoogieeraren geen kerkelijk examen hebben afgelegd en daarom door de kerken niet gekeurd zijn. In onze Kerkenorde Art. III staat daarom uitdrukkelijk, dat geen Doctor (of hoogleeraar) den dienst dies Woords of der Sacramenten mag betreden zonder wettelijk daartoe geroepen te zijn. Metterdaad is het in vroeger eeuwen dan ook wel gebeurd, dat iemand, die hoogleeraar werd zonder in een kerkelijk ambt gediend te hebben, eerst kerkelijk geëxamineerd werd, voordat hij het recht kreeg om te prediken.

Maar nooit hebben de Kerken er aan gedacht, een hoogleeraar, die voor de aanvaarding van zijn hoogleeraarsambt wettig in de bediening was gesteld, het preeken te verbieden. Eer kon omgekeerd gezegd, dat de Kerken er steeds bijzonderen prijs op hebben gesteld, dat de hoogleeraren veel in den Dienst des Woords optraden. Zelfs was het regel, dat in de Universiteitssteden een of meer hoogleeraren in de Theologie als predikanten werden aangesteld om eiken Zondag de bediening des Woords waar te nemen; van het andere dienstwerk werden ze dan vrijgesteld. Hoe dan ook van kerkelijke zijde aan de hoogleeraren een verbod zou kunnen gegeven worden om te prediken, is niet wel in te zien. Ieder hoogleeraar in de Theologie heeft nog altijd, om in de taal onzer vaderen te spreken „de eere en den naam van een Dienaar des Woords" behouden; hij is niet tot een anderen staat des levens overgegaan, maar bleef zijn ambt als Dienaar des Woords behouden. En hij heeft evenals elk Dienaar het recht het Woord en de Sacramenten te bedienen. Zijn positie staat daarin volkomen gelijk met die van een emeritus predikant.

Geheel anders is natuurlijk de vraag, of het veelvuldig uit preeken gaan aan de studie der hoogleeraren geen afbreuk kan doen. Dat is echter een vraag, waarmee de Kerken als zoodanig zich niet hebben in te laten. Curatoren, die toezicht hebben op het onderwijs der hoogleeraren, hebben te waken, dat het onderwijs onder dit preeken niet lijdt. En zoolang zij geen oorzaak vinden tot klachte, hebben de Kerken zich niet te wagen op een terrein, dat uitsluitend tot de School behoort.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 november 1908

De Heraut | 4 Pagina's

Zoo nu en dan duikt in de kerkelijke

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 november 1908

De Heraut | 4 Pagina's