GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

EEN BRUIKBAAR MAN.

Het is een heugelijke gedachte, dat eiken dag het Woord des Heeren, de Bijbel, bij honderden onder de volken der aarde wordt verspreid.

Het sterkst geschiedt dit door het Britschen Buitenlandsch Bijbelgenootschap, dat ook zooveel voor ons land heeft gedaan, en nog duizenden Bijbels in onze taal verspreidt. Denk eens dat dit genootschap alleen in het jaar 1907 uitgaf 5, 688, 000 boeken (d. i. meer dan er menschen in heel Nederland wonen). Daaronder waren 864, 000 geheele Bijbels; de overige waren Nieuwe Testamenten of gedeelten van de Heilige Schrift.

Het genootschap heeft overal zijn winkels, tot in de verste streken der aarde. Zoo is er ook een groot Bijbelmagazijn in Jeruzalem. Er voor staat met groote letters in vele talen, wat daar binnen is te krijgen. Nu er komen ook nog al bezoekers.

Elk jaar tegen Paschen komt te Jeruzalem een schare bijeen van wel 20, 000 bedevaartgangers, uit Rusland, Armenië, Bulgarije, Griekenland en Abessinië; 't zijn meest Grieksche Christenen, velen zijn arm. Zij brengen hun meesten tijd door met te slenteren rondom de Grieksche en Russische kerken.

Nu werd verleden jaar een bekend colporteur of Bijbelverspreider Segal geheeten, uit Port Said in Egypte naar Jeruzalem gezonden, cm den pelgrims het Evangelie te brengen. Deze Segal is een vroom, verstandig en zeer bekwaam man. Hij spreekt niet minder dan twaalf talen, wat zeer te pas komtj in zijn werk, dat hem in aanraking brengt met menschen uit allerlei volken. Hij kan een gesprek voeren in het Arabisch, Bulgaarsch, Croatisch, Duiisch, Engelsch, Fransch, Hebreeuwsch, Italiaansch, Nederlandsch, Portugeesch, Rumeensch en Russisch.

Zijn werk als colporteur was niet vruchteloos. Hij verkocht niet minder dan 730 boeken. En 't scheen dat de bedevaartgangers zelfs bijzonder prijs stelden op het Heilige boek, in de heilige stad gekocht. De meesten hunner hadden zeker nooit een Bijbel gezien, laat staan gelezen. Dat zij arm waren was geen beletsel. Immers het Bijbelgenootschap is met zijn boeken zeer goedkoop, wijl het er niets op wil verdienen. Daarbij kan de colporteur, zoo noodig, de boeken ook geven zonder betaling.

„Welken kant wendt gij u heen als gij bidt? " vroeg eens een Mahomedaan aan Segal, terwijl deze zijn boeken verkocht.

„Naar welken kant zou ik mij moeten wenden? " vroeg Segal.

„Wel" was het antwoord, „wij, de ware geloovigen, keeren ons naar Mekka, de Joden naar Jeruzalem. Maar naar welke heilige plaats wendt gij, Christenen, het aangezicht als gij tot God bidt? ”

„Ik richt mijn aangezicht naar den eenigen waren God, naar den hemel, " sprak de colporteur.

De Mahomedaan zweeg een oogenblik, en zei toen:

„Inderdaad, de waarheid is bij u. Want de heilige persoon is meer dan de heilige plaats.”

Zoo arbeiden de colporteurs tevens, door te spreken van de dingen, die het Koninkrijk Gods aangaan. Zij zijn wegbereiders voor en krachtige helpers van de Zending. Zij zaaien het goede zaad, dat op zijn tijd vrucht voortbrengt.

AAN VRAGERS,

Twee vragen van B. te G.

1. In „De Roos van Dekema, " door J. van Lennep geschreven, wordt vooraan in het boek, van een aap gezegd, dat het een onguur-beest is. Is dat een fout. Moet het niet zijn een guur of ruw beest?

Het is geen fout of liever „onguur" is volkomen juist. Wel schijnt het, alsof „onguur" zou beteekenen, het tegenovergestelde van „guur, " maar dat bedoelt het niet. De beide woorden staan op zich zelf. „Ooguur" is bet oude „ongehier" (in het Duitsch nog: „unge heuer"), d. i. onstuimig, woest, ruw. We hebben hier dus het vreemde geval, dat twee schijnbaar tegenovergestelde woorden, soms nagenoeg 'tzelfde kunnen beteekenen. Het weer kan tegelijk guur en onguur zijn. Met den „onguren" aap, wordt een woeste, kwaadaardige bedoeld.

2. Naar ik wel eens hoorde, hebben jongelingsvereenigiogen in Duitschland en elders de gewoonte, op Zondag uitstapjes te maken. Als dat zoo is, is dat dan niet zeer verkeerd?

Dat het maken van uitstapjes op Zondag door Christelijke jongelings-en knapen vereenigingen in Duitschland en Zwitserland niet zeldzaam is, is helaas waar. Men wandelt, spoort of vaart naar een of ander mooie plek, woont daar, als er gelegenheid is, veelal den kerkdienst bij, en gaat dan wandelen, gebruikt den meegecomen mondvoorraad, en voorziet zich van drinken in een of ander koffiehuis of zoo. Onder gezang en onder ontspanning wordt de dag doorgebracht. Op zich zelf verkeerde dingen hebben geen plaats, al gaat het soms wel wat heel vroolijk toe.

Doch de geheele zaak deugt niet.

Want, al zegt men nu ook, dat er niets onbehoorlijks in is, en dat er slechts geoorloofde ontspanning wordt gezocht, dat men 'sHeeren groote werken in de natuur gaat bewonderen, dat de kerk wordt bezocht, en er wordt gebeden en gezongen — dat al praat het niet goed.

De Zondag is ons de dag des Heeren, waarop we aardsche beslommering, drukte, arbeid laten rusten, 't Is de Rustdag bij uitnemendheid, niet door ledigheid, maar o. a. door dat het gewone dagwerk stilstaat. In steden waar men daar niets om maalt, b.v. in Parijs, wordt een Christen pijnlijk aangedaan. De wijding van den eersten dag der week, den dag van onzes Heeren verrijzenis, ontbreekt.

Wat brengt nu zulk een uitgaanstocht je mee ?

Vooreerst veel drukte in de gezinnen. De lui moeten vroeg op, moeten allerlei mee hebben, en zijn druk in de weer. Straks moet heel het gezelschap per boot of tram vervoerd. Dat zet weer zooveel conducteurs, bootslui e. a. aan 't werk. Evenzoo moet de herbergier straks gereed zijn om de gasten te ontvangen. Kerk en Zondagsschool worden verzuimd, maar al gaat men ter kerk, zou er wel aandacht zijn, als b.v. de knapen zoo pas gevaren hebben en vol zijn van het genoegen dat hun straks nog wacnt? En of nu van dat bewonderen van 'sHeeren werken zooveel komt, zie, ik betwijfel het zeer. en op goede gronden. Kortom het doel van den dag des Heeren — we moeten kort zijn — wordt er door gemist, en dat zegi genoeg.

De Christenen in het buitenland nemen het echier vaak met den Zondag niet nauw. In verschillende plaatsen is mij dat gebleken, en men vond het zelfs vreemd als daarop aanmerking gemaakt werd. Nu men bij ons zoo vaak geneigd is — wat ons geenszins tot eer strekt — het buitenland na te doen, is alleszins te waken, dat zij die den Heere vreezen, den Rustdag blijven „wijden, " gelijk de psalmist zegt. 'sMorgens ter kerk en 'smiddags in 't koffiehuis, dat deugt niet.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 15 november 1908

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 15 november 1908

De Heraut | 4 Pagina's