GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Onzs hooggeachte broeder Ds. Fernhout

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Onzs hooggeachte broeder Ds. Fernhout

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, ii December 1908.

Onzs hooggeachte broeder Ds. Fernhout dient ons in de Utrechtsche Kerkbode van een repliek, die ons niet veel verder brengt.

Niet alleen worden de door ons aangevoerde argumenten ter zijde gelaten, maar ook wordt een voorstelling van ons gevoelen gegeven, die niet geheel juist is.

Volgens hem toch „zouden we om „principieele redenen" hebben afgekeurd, dat „de pers haar oordeel en advies gaf in eenige materie, welke ook, waarin de Kerken in Generale Synode aan Deputaten opdroegen haar te dienen van een voorstel.”

Zulk een uitspraak hebben we nooit gedaan. Integendeel, we hebben zoo beslist mogelijk de roeping der Pers gehandhaafd om de Kerken van advies en voorlichting te dienen. De vraag was alleen, of de pers uit deferentie voor de Synode niet het rapport van Deputaten behoorde af te wachten, om daarna de discussie te openen, dan wel of ze, nog vóór de deputaten hun advies gereed hadden, reeds trachten moest de publieke opinie voor een eigen plan, gedachte of voorstel te bewerken.

Deputaten toch dienen, gelijk bekend genoeg is, hun adviezen niet rechtstreeks ter Synode in, maar zenden hun rapport gewoonlijk een half jaar van te voren naar de Kerken, en zulk een rapport wordt dan gewoonlijk in de kerkelijke bladen opgenomen. Tijd om zulk een rapport te bespreken en er desnoods een ander voorstel voor in de plaats te stellen, is er dan in overvloed. En dat die critiek niet als hinkend paard achteraan komt, maar dikwijls grooten invloed op de beslissingen der Synode heeft uitgeoefend, weet de redacteur van ds Utrechtsche Kerkbode wel het beste.

Nu was dusver de algemeene stelregel, dat de pers het rapport van de deputaten afwachtte. Ds. Fernhout beweert wel, dat dusverre onder ons gewoonte was — volgens hem deed ook de Heraut daaraan mede — dat de pers zich vrij uitsprak over allerlei onderwerpen, die bij de Deputati Synodi in overweging waren, maar het bewijs hiervoor, met name wat de Heraut betreft, levert hij niet. Het geval met de verzorging der emeriti-predikanteiï, waarop hij wijst, was een uitzondering. Bij het ontwerpen der Zendingsorde, de herziening der Kerkenorde, het rapport over het gravamen tegen Art. XXXVI, de regeling vaa het verband tusschen de Kerk en de Vrije Universiteit enz. is er van een persdiscussie, om de lijnen vast te stellen, vóórdat de deputaten advies hadden gegeven, geen sprake geweest.

Toch bedcelen we daarom geenszins, dat en prsücipieele bespreking van eenig onder­ p erp, dat bij de Synode aanhangig is emaakt, aan de pers ongeooHoofd zou ezen. Wie zou aan de pers willen verbieden m gedurende de drie jaren, die tusschen lke Synode verloopt, zekere onderwerpen er sprake te brengen 1 Toen het gravamen egen Art. XXXVI aanhangig was, heeft e Heraut in de artikelen over de Gemeene ratie zeer breed zijn gedachten ontwikkeld ver de verhouding van de Overheid en s Kerk. Hier gold het een principieele uaestie, waarover voorlichting uit Gods oord zeker broodnoodig was. Maar dit is eheel iets anders, dan een bepaald voorstel an de Kerken voor te leggen omtrent en zaak, die door de Generale Synode an deputaten is toebetrduwd. Gesteld dat e Heraut na de Synode van Utrecht erstond gekomen was met een uitgewerkt oncept-contract van het verband tusschen e Kerken en de Vrije Universiteit, dan ou dit door de deputaten, die de opdracht regen dit concept te ontwerpen, toch als emig hoffelijke daad zijn begroet.

Wanneer Ds. Fernhout ten slotte operkt, dat niet het voorstel van Hollandia, aar wel het jongste besluit der Synode ij de voorstanders der Theologische school ekere bezorgdheid heeft gewekt, en Ds. ikkel alles jn het werk heeft gesteld om t r zith olie op de ontroerde wateren te gieten, dan is dit slechts ten deele juist. De Wachtervereeni^ng, die als vocaal van de voorstanders der School geldt, heeft in hare bekende verklaring met zoovele woorden gezegd, dat ze tegen verplaatsing der school was, omdat de school niet tot een practisch seminarie mocht verlaagd worden. Op de Synode was hiervan met geen woord gesproken; dit besluit kon dus alleen zien op de voorstellen, in de pers gedaan. Dat de nadere verklaring van Hollandia, dat ze thans principieel voor het beginsel van de eigen opleiding door de Kerk koos, zij het dan al met behoud daarnaast van de universitaire opleiding, dit aanvankelijk v/antrouwen heeft weggenomen en zelfs met groote blijdschap door de voorstanders der School is begroet, is een verrassende wending geweest, die niemand vooruit kon voorzien.

Trouwens, het vraagstuk van de verhouding tusschen de Pers en de Kerk kan van deze incidenteele quaestie geheel los worden gemaakt en daardoor te objectiever worden beproken. Aan het verzoek van Ds, Fernhout om deze zaak meer principieel te bespreken, willen we daarom gaarne later voldoen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 13 december 1908

De Heraut | 4 Pagina's

Onzs hooggeachte broeder Ds. Fernhout

Bekijk de hele uitgave van zondag 13 december 1908

De Heraut | 4 Pagina's