GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Duitscblaad. Dr. A. Stöcker.

Dr. A, Stacker overleed den Ssten Februari op 74 jarigen leeftijd te Bozen in Tytol. Met hem ging een van de meest bezielde getuigen van Christus in Duitscbland heen. Hij was de man die de noodzakelijkheid inzag, om de Ouitsche werklieden, die niet door het socialisme waren meegesleept, in een Christelijke organisatie te vereenigen, en die wegen en middelen wist te beramen om tot zulk een orgaeisatie te geraken.

Hij ijverde voor meer vrijheid en meer zelf standigheid van de £? angeliüche landfkerk van Pruissen. Keizer Wilhelm II gaf hem daarom zijn ontslag als hofprediker, want deze kon niet dulden dat er getornd werd aan hetsumepisco paat (het zijn van oppersten bisschop) van den koning van Pruissen over de landskerk. Men heeft Dr. Stöcker wel verwéten, dat hij de antisemitische hartstochten heeft opgezweept. Toch deed bij niet anders dan de Joden, vooral uen die iu de pers arbeidden, toe te roepen, zich in de bestrijding van de Christelijke begin selen wat gematigder en wat bescheidener te betoonen.

S öcker is ook de man geweest, die bet eerst in Duitscbland den voorslag deed van eene coalitie der twee groote Caristelijke partijen; de conservatieven (antirevolutionairen) en de Room schen of het centrum. Maar men wil in Duitscbland daar niet aan; de conservatieven zijn nog te anti-roomsch en te weinig doordrongen van het gevaar, dat in het kerkelijk en staatkundig liberalisme schuilt. Men juicht, als er hier en daar Roomsche priesters gevonden worden, die blijken den paus in zijn strijd tegen bet modernisme te willen weerstaan.

De Germania, een Roomsch orgaan, schreef omtrent den overledene: „Stöcker stond wel als beslist tegenstander tegenover de Katholieke kerk, maar niet als een hatelijk vijand, zoodat hij van het Evangelisch Verbond niets wilde weten! Nu, met de Blok-politiek, is er minder dan ooit kans op een verwezenlijking van dit ideaal. Maar hoe lang zal de huidige koers bestendigd worden? Als het nog eens tot een principieele staatkunde komt in Duitscbland, zal bet spoor van Dr. Stöcker gevolgd moeten worden!”

N.-Amerika, In de voetstappen van Jezus.

In De Wackier lezen wij:

„In Cleveland, Ohio, hebben meer' dan tien duizend jonge mannen en vrouwen zich voorgenomen, om gedurende twéé weken te leven zooaU naar hun gedachte Jezus zou doen, ware Hij uu op aarde. Bevinden ze, dat de taak, welke zij zichzeiven in dezen zetten, te zwaar is, of dat zij vele moeilijkheden ontmoeten in het streven naar hun ideaal, dan zullen er speciale bidstonden gehouden worden, om hen te bemoedigen. De leeraars der verschillende Kerken hebben' hunne goedkeuring aan deze beweging gehecht, en aan de jongelieden, dat ze bij ben mochten komen om advies aangaande den weg in dit streven te volgen.

Zijn de twee weken ten einde, zoo zal er een algemeene vergadering worden gehouden, waarop men uit de rapporten door de deelnemers in deze beweging in te brengen, de resultaten zal trachten op te sommen.

Aldus luiden de berichten in de bladet). Weer eene van die bewegingen waartoe het ondiepe Amerikaansch kerkelijke leven zich zoo gemakkelijk schijnt te leenen. Men schijnt groote moeite te hebben, om gang in het kerkelijk en godsdienstig leven te honden. En dan moet er af en toe weer wat nieuws uitgedacht om te bezielen, om wat leven te brengen in de dorre doodsbeeuderen. En dan is het wel, alsof er waarlijk leven komt. Aithans er is in 't eerst heel wat enthousiasme in het streven naar ietwat vreemde idealen. Wjj vreezen échter, dat het weinig meer zal zijn dan een beroering van de oppervlakte des levens.

Nu zij het verre van ons, om deze jongelieden zonder meer te veroordeeles. £r zijn er onder die meer dau ti^iduizeud ongetwijfeld velen, die in het diepst van hun hart bedoelen, om Christus hun Koning te eeren en zijn wil te doen. Ook dat men zich een ideaal kiest, en zich door gelofte verbindt, is niet af te keuren; eér te prijzen. Te velen leven zonder een hoog en heilig ideaal; zij zijn gelijk aan wrakhout op den stroom. Zonder wilskracbt, worden zij door den stroom des levens meegevoerd. Tegenover dezen staan dan zij veel hooger, wien nog een ideaal voor oogen zweeft, en die den heiligen moed 'hebben, om den Heere geloften te doen en te betalen.

Ook kan men niet tegen deze beweging inbrengen, dat het ideaal te hoog is gesteld. Immers Jezus zelt beeft zijn volgelingen de g volmaaktheid voorgehouden als het ideaal waarnaar zij moeten streven. „Zijt dangijlieden volmaakt, gelijk uw Vader, die in de hemelen is, volmaakt is." En de apostel zegt ons, dstt Jezus ons een exempel heeft nagelaten, opdat wij in zijne voetstappen zouden wandelen.

Eerder zou men van het ideaal, dat deze jongelieden zich stelden, kunnen zeggen, dat bet niet hoog genoeg is gevat; dat het te onbelijnd, te onzeker, te onvast, te zwevend is.

Te leven zoo als Jezus leven zou, indien Hij DU op aarde ware! Nu staat de deur open voor allerlei gissingen. De een denkt, Jezus zou zoo doen in een gegeven geval, en de ander denkt Jezus zou zus handelen. Hoe of wat Jeius zou doen in elk gegeven geval, indien Hij nu op aarde ware, is door ons niet met zekerheid te zeggen. En de mogelijkheid bestaat ook, dat ware Jezus op aarde midden in bet leven van onzen tijd, hij dingen zou doen en zeggen, welke wij niet zouden mogen zeggen en doen.

Nuttelcoze en noodelooze vraag. Niet, wat zou Jezus doen? maar wat heeft Jezus ons bevolen te doen, toen Hij op aarde was? is de vraag, waarop wij het antwoord moeten zoeken. Eo het antwoord op deze vraag is niet moeilijk te vinden.

Dat de zaak zóó staat heeft Jezus zelf ons gezegd: „Gijlieden zijt mijne vrienden, zoo gij doet wat Ik u gebiede." „Indien gij mij liefhebt, zoo bewaart mijne geboden.”

Uitspraken, eigen woorden van Jezus, die ons terughouden moesten van het vragen, wat zou Jezus doen? Niet wat zou Hij doen; maar wat Hij gewild en bevolen heeft, dat wij zouden doen, zij ons richtsnoer des levens. Geboden dus, maar geen speculaties, ijdele gissingen aan gaande lijn mogelijk doen.

En wil men bet voorbeeld van Jezus, welnu, Jezus zelf heeft gezegd: „Mijn spijze is het, te doen den wil Desgenen die Mij gezonden beeft." Het eigen voorbeeld van Jezus dus ook plaatst ons voor den wil, de geboden, de wet onzes Gods. Maar velen weigeren in het diepst van ban hart om door de geboden onzes Heeren 'zich te laten binden. Men wil nog wel in Jezus een voorbeeld, een zedelijk ideaal zien, maar Hem niet als Wetgever eeren. Wel Hem volgen en op zijde streven, maar niet voor hem bukken, niet neerknielend Hem aanbidden als den vleesch geworden Zoon van God, en als den Zaligmaker van zondaren.

Slelt men zich „wat Jezus doen zou" als ideaal, dan kan men grootendeels den teugel vieren aan eigen gedachten. Wat men denkt dat Jezus zou docr, knelt niet gelijk de geboden des Heeren Jezus. Het is meer streelend voor het eigenlievend barr. Men wil nog wel een band, alleen maar, men wil zelf dien band aanleggen.

En tegen al zulk doen verheft Jezus zijn koninklijk en goddelijk woord: „Gijlieden ziji mijne vrienden alleen dan, wanneer gij doet wat Ik n gebied." Zijns is het heilig recht, om te eischen; om ons te binden door zijne geboden; om ons leven vast te leggen aan zijn wil. En wie zich aan dezen band van de geboden des Heeren wil ontwringen, en een anderen band er voor aanlegt, komt de eere van Koning Jezus te na.

Het ideaal, dat deze jongelieden zich kozen, is té laag, is zondig laag. Wij willen aannemen, dat men onbewust zulks doet, en niet willens. Maar ook het onbewust leven naar de drijvin gen van het zondig hart, staat geoordeeld voor het aangezicht des Heeren.

Dat het voornemen dezer jongelieden blijft beneden het peil van het bekeeringsleven inde H. Schrift getrokken, komt hierin uit, dat het eene proefneming is voor twee weken. Van zulk eene proefneming weet de H. Schrift niet. Voor zulk eene proefneming is in het koninkrijk Gods geen plaats. Jezus heeft nooit, met niet éen enkel woord, zulk eene proefneming aanbevolen, noch gewettigd. Zijn eisch is absoluut en onvoorwaardelijk. Geloof en gehoorzaamheid eischt Jezus, volstrekt, onvoorwaardelijk en voor altijd. Wie niet gelooft en zich niet bekeert is veroor deeld. Wie eenmaal den Christus trouwe zwoer en terug gaat en Hem gehoorzaamheid ontzegt, pleegt verraad en staat dubbel schuldig. En wie in waarheid zijne volgelingen zijn, hooren immer zijn woord: „Indien gij Mij liefhebt, zoo bewaart mijne gebeden." En niemand heeft het recht 9m dezen immerdurenden eisch des Heeren te vervluchtigen in eene aanbeveling tot proef neming voor korten tijd. Wie zulks toch doet, haalt de eere van Christus omlaag, en stelt het koninkrijk Gods op èén lijn met menschelijke instellingen.

Zulke proefnemingen brengen het hart niet aan de ruste waarnaar het dorst. Neen, alleen wanneer de mensch in Christus zijn Zaligmaker heeft gevonden, en diens wil, diens geboden, de regel des levens zijn geworden, beeft bij het rustpunt zijns levens gevonden. En dan vraagt hij ook niet: Wat zou Jezus doen? Maar wat heeft Jezus geboden, dat ik moet doen ? „Heere, wat wüt Gij, dat ik doen zal? " vraagt de mensch, die door Gods genade wordt staande gehouden op den weg des verderfs.

Niet wat Jezus mogelijk deed, ware Hij nu op aarde, zullen wij streven te doen, maar wat Hij ons gebood te doen.

„Gijlieden zijt mijne vrienden, zoo gij doet, wat Ik n gebied.”

En zijn leven, dat zijne liefhebbers tot exempel verstrekt, was een ongebroken doen van den wiUe Gods. Zoo zij het dan ook het streven des Christens, om geheel zijn leven gebonden te brengen tot gehoorzaamheid aan Gods wil in Christus Jezus.

Dat is de ware navolginge Christi.

Bij deze critiek van de Wachter zouden wij wel willen voegen, dat het onmogelijk is te doen gelijk Jezus deed, omdat Jezus de Zone Gods was en dit in zijn optreden telkens aan den dag komt. Zouden wij bijv. ooit tot de schare, tot welke wij' bet woord Gods brachten, kunnen zeggen: „Gij gelooft niet, want gij zijt niet van de schapen van Jezus'kudde"? Zouden wij in gelijkenissen mogen spreken tot de menscbeii, opdat zij hoorende hooren, maar niet verstaan; ziende zouden zien en geenszins bemerken ? Zijn wij hartenkenners gelijk de Christus, en zouden wij daarom een ijveraar voor de strikte viering van den dag des Heeren mogen toevoegen: wat ii geoorloofd op den Sabbathdaf te doui, tea mensch t« behouden of e«Q mensch te verderven? " De Christus deed deze vraag, daar hij wist dat zijn tegenstandeirs enkel streden voor de wettische onderhouding van den Sabbathdag, om den Christus te kunnen beschuldigen en Hem aldus te verderven. Maar wie zou hun die in onze dagen voor het onderhouden van den Joodscben Sabbath ijveren, een gelijk verwijt kunnen doen?

Nader vernemen wij, dat de poging om 14 dagen te doen, gelijk Jezus gedaan he ft, toen de Heiland op aarde leefde, een „succes" genoemd wordt. De predikant Charles Slieldon, schrijver van het bekende werk: „lo His Steps", heeit de jongelui schriftelijk geluk gewenscht, en nu zullen pogingen over heel de wereld aanewend worden, om deze beweging overal heen te brengen. We krijgen dus waarschijnlijk ook in Nederland eene nawerking van hetgeen in Cleveland plaats hadl

China. Opiumbestrijding. De strijd tegen de opium wordt door de Chineesche regeering met groote kracht gevoerd. Volgens een der laatste keizerlijke edicteii moeten alle hoogere ambtenaren binnen drie maanden, na i Mei, met het gebruiken van opium hebben gebroken; den lageren ambtenaren wordt wat langer tijd gegeven'^> m aan het gebruik van het bedwelmingsmiddel te ontwennen. Voortaan zal niemand tot het bedienen van een ambt in den staat worden toegelaten, die niet geheel vrij is van opium. De minister van oorlog heeft met de zwaarste straffen, tot onthoofding toe, de officieren en soldaten bedreigd, die na afkondiging van het opiumverbod toch opium schuiven blijven.

De keizerlijke commissie die benoemd werd tot onderdrukking van het opiumverbruik en tot het doen verdwijnen van de cultuur van papaverboUen, waaruit de opium getrokken wordt, is van plan het tijdperk van tien j< ar, dat gesteld was om tot gebeele afschaffiag van den opium te komen, in te krimpen tot zes, ja tot twee jaar.

Wij kunnen niet anders wenschen dan dat de commissie hierin slaagt. De toestand van het volk kan er slechts door verbeterd worden, en de Zending zal een belemmering voor de verkondiging van het Evangelie minder hebben.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 14 februari 1909

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 14 februari 1909

De Heraut | 4 Pagina's