GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

„Toen opende hij hun verstand”.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Toen opende hij hun verstand”.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

[PAASCHFEEST ]

Toen opende hij hun verstand opdat zij de Scnriften verstonden. Lucas 24; 45.

Bekend zijn de platen, die van nabij beeien vlak lijken, maar op een afstatd begluurd, op tens bol opwerken, en u het volle beeld toonen. Vooral van „de Moedei-maagd met bet heilig Kmdeke" vindt men wonderschoone usrgaveB, Ooch denk nu niet, dal daarom een ieder, die uit de verte naar deze platen ziet, daarom aanstonds het bolle beeld voor zich krijgt. Esr kunt ge minuten laog uw oog scherp op zulk een plaat gericht houden, zonder dat 't bolle voor u opkomt. £r zijn et zelfs die hel bolle beeld nooit in het vizier kunnen krijgen. U.; elf zal 't gebeuren, dat ge het eeu tijdlang uiet ontdekt; dat uw oog bet maar niet vatten wil. £a of ge dan al u afpijnt om nog scherper te gluren, niets helpt a. Tot op eens, ge weet niet waardoor, heel de plaat als voor u opleeft, en ge nu plotseling het rijke, voile beeld bol en opgewerkt te zien krijgt. Bij de stereoscoop doet zich soms hetzelfie voor, maar tocii veel zeldzamer, en het wondere plotselinge inschieten van uw blik in wat de plaat zijn wil, vindt ge eigenlijk alleen bij deie bol-bedoelde prenien. Daar staat ge dan voor. Eerst ziet ge niets bijzonders. £en gewoon vlak plaatje. Maar een ander, die vlak naast u staat, ziet het duidelijk opgewerkt vol en bol voor zich. „Ziet ge dat dan niet, vraagt men u; ziet ge het heuFcti nie.? Ik zie 't toch zoo klaar en duidelijk". Maar hoe ge ook tuurt, voor n blijft 't alles vlak, en ge kunt er maar niets buitengewoons in zien. Tot op eens heel de plaat voor u opleeft, en de volle vormen van tusscben de strakke lijnen bol voor u opdoemen. £n nu roept ge uii: „Nu iie ik het. Hoe bezield, hoe warm en hoe schoon !"

En nu de vraag: doen de discipelen van Jezus u niet geduiig aan zulke kijkers naar de vlak bolle plaat denken ? Wat doen ze gedurig onnoozel. Wat maken ze niet telkens een schiet al te naieven indruk. Van der jeugd af kecden ze het Oude Testament. Wat badden ze niet dikwijls Psalm 32 en Jesaia 53 zelf gelezen en door anderen hooren lezen, met die aangrijpende profetie van den Messias, die door lijden tot zijn heerlijkheid moest ingaan. £a nu was die Messias gekomen, en dagelijks waren ze bij hem, £a toch kwam het nooit in hun gedachten op, dat die Jezus, die ben tot zijn discipelen bad aangenomen, dan ook welhaast den lijdensweg moest ingaan. £nofal Johannes de Dooper hen op Jezus gewezen bad als op het Lam Gods dat de zonde der wereld wegdraagt, toch pasten ze Jesaia 53 niet op Jezus toe.

Sterker nog.

Toen Jezus hen ten slotte zelf op zijn lijden wees, en het hun met nadruk op 't hart bund, dat „de Zjon des menschen zou opgaan naar Jeruzalem, en veel lijden van de ovcrpriestct», en gedood worden", geloofden ze het niet alleen niet, maar riepen Jezus bij monde van S mon toe: „Heere, dit zal u geenszins geschieden". £n toen bet in 't eind toch het bitter lijden was gekomen, en hun Meester en Heere aan het Kiuis gestorven was, toen stonden zeeven blind en als verstomd voor wat nu volgen zou. Geen gedachte van opstanding kwam bij hen op. Ja, toen Jezus opgestaan was, werden sommiger oogen nóg gehouden dat ze hem niet kenden, en bezwoer Taomas zijn mede discipelen, dat hij niet gelooven zou, al Ftond Jezus vlak voor bem, tenzij bij in zijn handen oe wonden zag van het Kruis.

Geloofden ze dan de Schrift niet? Ja, wel waarlijk geloofden ze al wat in Mozes en de Profeten geopenbaard was. Lazen ze dan de Schrift niei? Ja wel wezenlijk, en eiken Sabbat boorden ze de Schrift lezen in (ie Synagoge. M ar bet hielp niet. Hun verstand was niet geopend. Ze stonden er vlak voor en zagen 't toch niet. Tot op eens, op den weg naar £mmau8, aan twee hunner 't oog openging. En toen j i zagen ze het, en geloofden het. Toen weikie op eens bet volle levende beeld van den Man van Smarten van tusscben de lijnen der Schrift voor hen op. £a nu zagen ze het zoo klaar en duidelijk voor zich, dat Jezus deze dirgen had moeten lijden, en alzoo uit de doeden opstaan. Tot op dat oogenblik hadden ie er zica stomp op getuard, en nu op eens sagen se het. En dit overkwam bim, niet ali vtncnt van eigen nadenken, maa

omdat Jezus een daad aan hen gedaaa had. Je»us had hun htt verstand geopend.

Voor wie het werk des Heiligen Geestesaan de eigen ziel kent, ligt hierin niets vreemds, want zoo als het toen den wandelaars op den weg naar Emmaus verging, vergaat het nu nog een ieder, die van zijn God „verlichte oogen des verstacds" ontvangt. Eerst had zulk-een wel van 't geloof gehoord, wei van Jezus vernomen, wel soms in de Schrift ge tuurd, maar bij zag niets. Of liever, wat hij zag, 't waren alle vreemde trekken, lijnen en figuren, die hem geheel onnatuurlijk en tegenstrijdig voorkwamen. Het sprak hem niet toe. Hij kon er niet inkomen. Hij kon 't niet aannemen. En zoo bleef hij tegen den Cbristus en tegen de Schrift overstaan. Legenden, fabels en geen waarheid ! En hij was te beschaafd, te ontwikkeld, om met zulke ongerijmdheden meê te gaan. Half spottend liep hij van de Heilige Schrift weg.

Maar nu komt er een later oogenbllk, er gebeurt iets in zijn ziel, er wordt iets losgemaakt in zijn geest, zijn oogen zien anders, en nu trekt en boeit diezelfde Schrift hem even sterk, als ze hem eerst afstiet; en nu knielt hij in aanbid ding neer voor datzelfde Caristusbeeld, dat hem eerst zoo ongerijmd voorkwam. Wat hij eerst niet zag, liet hij nu zoo klaar en duidelijk voor zich. Wat eerst streed met zijn hart, voelt hij nu dat jaist bij zijn hart past. Zooals hij 't nu ziet, zóó en zóó alleen is het hem natuurlijk. En nu is omgekeerd de wereld hem 't beeld van gadelooze verwarring geworden. Het is alles voor hem omgekeerd. In die Schrift en indien Christus ziet hij nu niet anders dan volle, klare waarheid, en al wat buiten de Schrift en buiten den Christus ligt, lijkt hem ondenkbaar.

Juist zooals op den weg naar Emmaus. Jezus heeft hem 't verstand geopend. Hij ziet nu anders. Hij denkt nu anders. Hij oordeelt nu anders. Tot dusver zei hij Ja en Amen op de wijsheid der wereld. Nu is die wijsheid der wereld hem dwaasheid geworden, en nu komt er maar één echo uit zijn hart op, een vol mondig, een blij-belijdend, een bezield, een warm Ja en Amen op die wonderbare Schrift.

Dat is opstanding in de ziel. Eerst blind voor de waarheid. Toen het hart brandende, of toch die Christus de waarheid niet zou zijn. En nu 't licht in het oog gevallen, het verstand geopend, en thans alle mensch leugenachtig, en die Cnristus alleen de weg, de waarheid en het leven.

Maar altoos gebonden aan de Schrift.

Eerst „«(«verstandig en te traag van hart, om die Schrift te kunnen gelooven, vooral om te kunnen gelooven hoe de Profeten voorzegd badden dai de Cüristus alle deze dingen moest lijden, en alzoo in zija heerlijkheid ingaan". Maar nu „opent de Christus het verstand, " en „begonnen hebbende van Mjjes en van al de profeten, legt Jezus het nu uit, in al de Schrift, hetgeen van hem geschi-evea was."

In die Schrilt leeft het Messiasprogram, En zoo als Oit program van het lijden en de op-Sïanding vaa Messias in de Schrift stond, zoo moest het ver^'uld worden. „A.lzoo is ergeschre ven, en aUoo moest de Christus lijden en van de dooden opstaan ten derden dage" (Luk. 24:46). ZJO sprak hij toen tot zijn toenmalige discipelen. Zoo spreekt hij nu nog tot zijn discipelen van thsns.

Geen geestelijke dweperij, die zelf verzint hoe 't zijn moest, en dit met wilde fantasie aan de Schrift aanpast. Neen, de Schrift gal het program. En zoo moest het komen. En zoo is het gekomen. En daarom altoos weer naar de Schrift terug, zoo ge den Zoon des menschen verstaan wiit.

Natuurlijk moest het niet zoo zijn omdat het daar m de Schrift in veelal raadselachtige taal te boek was gesteld. De grond waaruit 't alles opkwam, lag iu het Raadsbesluit Go1s. Maar juist van dat Raadsbesluit weten we niets. Alleen de Schrift openbaart het ons. En daarom hgt de Schrift, onder alle geschriften der wereld, als een geheel eenige, heilige oorkonde voor ons. Het is het heilige boek, dat God aan de wereld gaf. Een Schriftuur, waar al wat uit de wereld is, tegen inroept. Die niemand, zoolang zijn verstand niet geopend is, kaa verstaan. Waar een werking van den Heiligen Geest bijhoort, zoo ge er met uw ziel in zult uringen. Die u vreemd, die u onge rijmd blijft, zoolang u 't verstand niet geopend is. Maar die ge, a/yJezus u bet verstand opent, uit de hand van uw God aanneemt als het heilige boek, dat past bij uw schuldig zelfbesef, dat past bij uw eeuwige bestemming, dat past bij den dorst van uw hart.

Of Jezus heeft uw verstand geopend, of uw verstand ligt nog in de windselen der wereld gewonden. Zoo het laatste, dan stoot die Schrift u af, dan spot ge met haar ongerijmd heden, dan is zelfs een boek van Zolau liever. Miar heeft Jezus uw hart geopend, dan is die zelfde Schrift u het Woord geworden, waarin en waarmee uw God u toespreekt, en , .. gij zijl enkel luisterend oor.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 11 april 1909

De Heraut | 4 Pagina's

„Toen opende hij hun verstand”.

Bekijk de hele uitgave van zondag 11 april 1909

De Heraut | 4 Pagina's