GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de Amsterdamsche Kerkbode wijst Ds. van Schelven er op, van hoeveel belang voor de gemeente de reine predicatie des Evangelies is:

Onder de punten, waarop onze vaderen, en in de tijden van gezond kerkelijk leven de belijders van alle eeuw, den nadruk hebben gelegd, behoort allereerst de reine predicatie des Evangelies.

Dat moet naar onze belijdenis tot het eerste gerekend worden, waardoor de ware kerk van de valscbe wordt onderscheiden.

In een onzer kerkelijke leerboeken v/ordt ingeprent, dat de kerk van Christus vergaderd wordt, waar men God» Woord recht predikt.

De Kerken stonden daarop met alle kracht, zich daarvoor getroostende smaad en vervolging.

Er zijn eeuwen te noemen, waarin dat lijden bij uitnemendheid het geval is geweest; maar zonder overdrijving aag beweerd, dat er schier geene eeuw is geweest, waarin dat niet alzoo is geschied.

Daarin deden zij niet anders dan de onderwijzing en het voorbeeld volgen van den heiligen apostel des Heeren, die onder allen niet het minst op dèt punt tot handelen geroepen is geweest.

Als Petrus dreigt iets van de waarheid in de schaduw te laten plaatsen, dan wederstaal hij hem in het aangezicht.

Als het er om te doen is de Gelaten af te voeren van de waarheid, welke Paulus gepredikt heeft, dan komt hij met alle kracht daartegen in verzet; ja dan vloeit het ontzaggelijke voord uit zijne pen: die een ander evangelie brengt, dan ik gebracht heb, die zij vervloekt, al ware hij een engel uit den hemel.

Daarvoor is gewis gegronde reden.

Het woord der prediking is als een zaad; en zaaizaad moet uitgelezen zaad zijn; anders kan ook geen goede oogst worden verwacht.

Hoe zullen wij, Gereformeerden, dan niet waardeeren den kostelijken schat ons in de zoo gave kennis van het zuivere e»angelie geschonken.

Onder de leiding der Heiligen Geestes is de leer van het evangelie in de zestiende en in de zeventiende eeuw weer teruggebracht tot de reinheid van wat der kerke des Heeren in het Woord Gods gegeven was.

Maar hoe weinig zullen wij dan tevens ons verwonderen over de pogingen, die altijd aangewend zijn om die zuiverheid weer te verontreinigen.

Op meer dan ééne wijze kan dat geschieden: of wel door in die prediking zelve een bedervend element in te schuiven en haar alzoo rechtstreeks aan de ontaarding mede schuldig te doen staan; bf wel door naast de reine prediking plaats te vragen, voor wat met die reine predicatie min of meer openlijk oftewel in meerderen of minderen graad in strijd is.

Die laatste weg is de geliefkoosde in onze eeuw.

Daarop is geheel de toestand in het Hervormde Kerkgenootschap gebouwd, naast elkander moet er plaats zijn voor allerlei prediking, zoodat naar de welbekende teekenende uitdrukking in zijnen boezem nagist, al wat gist daarbuiten.

Tot wat uitkomsten men alzoo geraakt is, is aan allen openbaar geworden.

Dat het tot zuik een uiterste is gekomen, wordt ook binnen dien k''ing door zeer velen betreurd; maar toch wil men van eene radicale genezing van het euvel niet weten.^

Weer nadruk leggen op de aloude Belijdenis der Gereformeerde Kerken is uit den tijd zoo heet het; een minder standpunt moet worden ingenomen!

Allerlei formules zijn daartoe voorgeslagen; of zeer oude, aan geheel andere toestanden in de Kerk van Christus ontleend; öf gansch nieuwe, willekeurig door eene groep van personen vastgesteld, en zóó vaag van lijn en stippel, dat er alles mede doo"r kan.

In beide gevallen wordt dan steeds het standpunt aanvaard, dat een ieder voor zichzelf maar beoordeelen moet, of hij naar zijne eigen persoonlijke meening valt binnen den kring dergenen, met wie samenwerking wordt bedoeld.

Maar dan is er ook in beide gevallen tegenstelling met wat in de kerk van ouds praktijk was en moet zijn: beoordeeling door hen die van Christuswege daarvoor aangesteld zijn, of metterdaad een rein evangelie, dan wel een mengsel van waarheid en leugen wordt gebracht.

Vooral in onze dagen is d^t het dwaalspoor, waarop men de gemeente voert onder de leuze, dat de geestelijke ontreddering om ons heen er »oe noopt, niet te angstvallig toe te zien met wie men of blijvend öf ? oms ook maar tijdelijk samenwerkt en wat als evangelie wordt verkondigd.

Daarin schuilt metterdaad een zeer ernstig gevaar, het gevaar van geringschatting van de reine pie dicatie des evangelies, als een kleinood dat zorgvuldig moet gewaardeerd; als eene voorwaarde die nooit mag worden losgelaten; als eene leus van ralliement voor wie bij elkander hooren; en tevens als een toetssteen tot schifting van wat niet samen gaan kan.

Men verlieze dat niet uit het oog.

Overbodig is deze waarschuwing zeker nier Moge ze door ieder, dien het aangaat, tet harte worden genomen.

Verzwakking van de zuiverheid der belijdenis loopt altoos op geestelijk schade voor de gemeente uit.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 30 mei 1909

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 30 mei 1909

De Heraut | 4 Pagina's