GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het deftige heerenhuis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het deftige heerenhuis

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, ii Februari ^1910.

Het deftige heerenhuis aan de Keizersgracht, dat heeren Directeuren een kwart eeuw geleden lieten ombouwen tot een Universiteitsgebouw en Hospitium voor de Vrije Uaiversiteit, begint allengs te klein te worden en voldoet niet meer aan de behoeften. Men behielp zich, schikte en plooide, bouwde in den tuin een aanhangsel, verplaatste de bibliotheek, maar dit alles was lapwerk, dat niet afdoende helpen kon. Er zijn nieuwe collegezalen noodig met meer licht en lucht; er moeten nieuwe vertrekken zijn voor faculteitsvergaderingen en het afnemen van examens; de zich steeds uitbreidende bibliotheek moet behoorlijk worden ondergebracht, en voor de inwonende studenten behoort er een lees-en conversatiezaal te komen,

Heeren Directeuren hebben daarom reeds geruimea tijd de vraag overwogen, om tot stichting van een nieuw Universiteitsgebouw over te gaan. Het naburige pand, dat aan de Vereeniging voor Hooger Onderwijs behoort, zou dan met het bestaande gebouw vereenigd worden. De architect Tj. Kuipers ontwierp reeds een plan, dat een uitnemenden indruk maakt. En toen op de jongste ledenvergadering te Arnhem Prof. Woltjer Sr. er op aandrong de handen aan het werk te slaan, verklaarden Directeuren met de verbouwing te zullen aanvangen, zoodra er ƒ 50, 000 voor dit doel was ingekomen.

De altoos even ijverige amanuensis, de heer Van Oversteeg, zette zich aan den arbeid en het gelukte hem een commissie te vormen van oud-studenten en studenten der Vrije Universiteit, bestaande uit de heeren Dr. P. J. Wijmenga en Dr. Joh. C. Breen te Amsterdam, Mr. J. C. Heemskerk te Hilversum, Dr, A, A. van Schelven te Maarsen, J F, van Beek Calkoen, Jur, Doet. D. J. van Katwijk, theol. cand. L. H. van Winkelhof, jur. cand. en H. A. Mulder litt. hum. stud., die trachten zouden deze som bijeen te brengen.

Op 28 Januari, den dag dat 25 jaar geleden het Hospitium in gebruik was genom.en, kwam deze Commissie met heeren Directeuren in de Senaatskamer saam en werd als eerste vrucht van haar arbeideen som van ƒ10 coo overhandigd, waarbij Dr. Wijmenga een rede uitsprak, die van de warme liefde der oud-studenten en studenten voor de Vrije Universiteit getuigde. Al is de bijeengebrachte som, gelijk Dr. Wijmenga bescheiden opmerkte, slechts een begin, het is toch een hoopvol begin en een begin, dat tot dank stemt. Tot dank ook aan degenen, die in de Kerstvacantie met zoo bdangloozen ijver voor dit doel hebben gewerkt en tijd en kracht aan deze inzameling hebben gegeven.

Prof. Woltjer Sr., die bij de aanbieding tegenwoordig was, wees er terecht op, dat het gebouw, wanneer het naar de nieuwe plannen wordt opgetrokken, zeker wel voor een eeuw voldoende zal wezen. Zoo snel is dusver de groei van onze Hoogeschool niet geweest, dat binnen korten tijd nieuwe uitbreiding noodig zou zijn. Bovendien, mochten er later eigen laboratoria noodig zijn voor wis-en natuurkunde, dan is het volstrekt niet noodig, die aan het Uaiversiteitsgebouw te verbinden. De hoogleeraar in de psychiatrie zal straks ook in écn eigen polikliniek onderwijs geven en de Stedelijke Universiteit te Amsterdam heeft hare laboratoria wel over heel de stad verspreid.

Daarbij komt, dat een eenigszins uitgebreid terrein, geschikt om later voor al wat bij een Universiteit behoort, gelegenheid te bieden, alleen in de buitenwijken der stad zou te vinden zijn en onze Universiteit dan uit het centrum der stad zou moeten weggaan, wat om meer dan eene reden zeker niet wenschelijk is.

Ernstiger bezwaar is, dat bij de uitbreidingsplannen niet gerekend is op een eigen aula. Men vergete echter niet, dat bij de publieke plechtigheden der Vrije Universiteit een zoo talrijk publiek pleegt op te komen, dat zelfs een localiteit als de Werkende Stand aanbiedt, gewoonlijk geheel gevuld is. Aan het Universiteitsgebouw een aula te verbinden, die berekend is op zulk een auditorium, zou op zoo hooge kosten komen te staan, dat het de vraag is, of Directeuren met het oog op de kas der Vereeniging - daartoe vrijmoedigheid zouden kunnen vinden. latusschen is dit een zaak van later zorg, en als men tot stichting van een eigen aula wil overgaan, is de mogelijkheid daarvan zeker niet uitgesloten.

Laat men daarom door zulke bsdeskingen zich niet weerhouden om thans de handen aan het werk te slaan. Het is goed, dat er ook een zichtbaar teeken van den vooruitgang der Vrije Universiteit wordt gegeven. De eerste som, meest door gaven van kleine luyden bijeengebracht, is er thans. Moge spoedig de halve ton aan H.H. Directeuren kunnen geschonken worden a!s bewijs, hoe ons Gereformeerde volk ook voor het stoffelijk belang oczer Gereformeerde Hoogeschooi wil zorgen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 13 februari 1910

De Heraut | 4 Pagina's

Het deftige heerenhuis

Bekijk de hele uitgave van zondag 13 februari 1910

De Heraut | 4 Pagina's