GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Politiek of Kerkelijk?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Politiek of Kerkelijk?

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

I

Het voorstel, dat dezer dagen bij verschillende Synodes aanhangig is gemaakt, dat onze Kerken offlcieel bij de Overheid zullen aandringen op wederinvoering van dj doodstraf, eischt, dat eerst een principieel onderzoek worde gedaan naar de vraag, of en in hoeverre de Kerk van Christus geroepen is zich te mengen in de po-Utieke zaken des lands en critiek uit te oefenen op de wetgeving der Overheid.

We stellen die vraag met opzet zoo algemeen, omdat daardoor eerst een zuivere en grondige bespreking dezer quaestie mogelijk is. Het geval van de doodstraf toch staat volstrekt niet op zich zelf. Er zijn in onze politieke wetgeving tal van punten, die rechtstreeks de Christelijke beginselen raken en die onder den invloed der liberale regeering zeker niet geregeld zijn, zooals ze naar de overtuiging der Christelijke conscientie behooren geregeld te wezen. Wat men ten opzichte van de doodstraf aanvoert: Gods Woord eischt de doodstraf; de Overheid heeft haar afgeschaft; daarom moet de Kerk tegen die afschafifing protesteertn, — geldt natuurlijk evenzeer van al die r.'gelingen in onze politieke wetgeving, die ook met de beginselen van Gods Woord in sttijd zijn. Waarom de Kerk alleen voor ds doodstraf een uitzondering zou maken en op dat punt alleen de Overheid den eisch van Gods Woord zou voorhouden, maar de andere punten zou laten rusten, kan dan ook niemand zeggen, Eenig rechtstreeksch belang bij de invoering der doodstraf heeft dö Kerk niet. Wanneer ze bij de Overheid optreedt om voor de wederinvoering der doodstraf te pleiten, dan doet ze dit alleen en uitsluitend, omdat naar haar overtuiging Gods Woord de doodstraf van den moordenaar eischt. Maar dan ligt hierin ook een beginsel opgesloten, dit beginsel EJ., dat de Kerk geroepen is op heel de politieke wetgeving critiek te oefenen, voor zoo verre deze niet met Gods Woord overeenkomt. Dit beginsel moet dan ook consequent worden doorgetrokken en de Synode zal heel onze politieke wetgeving, artikel na artikel, moeten onderzoeken, om bij elk artikel de vraag te stellen, of hetgeen daarin bepaald werd, met Gods Woord overeenkomt, en zoo dit niet het geval is, de Overheid deswege moeten vermanen. Onze Catechismus geeft toch terecht als kenmerk van het rechte Christelijk leven op, dat een kind Gods begeert niet naar één gebod, maar naar alle geboden Gods te leven. Een Kerk, die daarom met zekere klem en nadruk bij de Overheid kwam aandringen op de handhaving van één gebod (de doodstraf) maar alle andere geboden Gods liet rusten, zou daarmede zeer ernstig in haar plicht te kort schieten en op zeer bedenkelijke wijze het gezag dier andere geboden in de conscientie der Overheid en van het volk verzwakken.

Zelfs zou de Kerk dan nog veel verder moeten gaan en niet alleen critiek moeten uitoefenen op hetgeen in de bestaande wetgeving verkeerd is, maar evenzeer op grond van Gods Woord de Overheid moeten voorlichten, hoe zij allerlei gewichtige vraagstukken in het politieke leven op te lossen heeft, We belijden toch, dat Gods Woord de grondbeginselen bevat voor alle terreinen des levens, voor het gezag der Overheid, voor de verhoudingen in het gezin, voor de sociale quaestie, voor de uitoefening der gerechtigheid enz. Heel onze Christelijke politiek is juist daarop gebaseerd, dat we niet de menschelijke rede alleen, maar Gods Woord in de eerste plaats als richtsnoer ook op staatkundig gebied aannemen. Is de Kerk van Christus nu geroepen, aangezien haar de Woorden Gods zijn toebetrouwd, om aan de Overheid te verkondigen, wat uit het Woord Gods voor de politieke en sociale verhoudingen voortvloeit, dan mag ze dit niet doen op één punt alleen, maar moet ze dit doen op al die punten in onze politieke en sociale wetgeving, die rechtstreeks of zijdelings met de Christelijke beginselen saamhangen. En de Kerk moet dit dan niet alleen doen in den vorm van critiek op wat reeds bestaat, maar evenzeer

in den vorm van advies voor wat nog opgebouwd moet worden. Zoo alleen zoude Kerk deze roeping, gesteld dat dit de roeping der Kerk was, behoorlijk kunnen volbrengen.

We spreken dit alles zoo kras uit, omdat zoo alleen helder kan worden ingezien, waartoe dit beginsel consequent leiden moet. Nieuw nu is dit beginsel niet, en wie de historie der Kerk kent, weet ook zeer goed, door wie dit beginsel steeds verkondigd is geworden. Het beginsel kan zelfs nog verder worden doorgetrokken, want er is natuurlijk geen enkele reden, waarom de Kerk deze roeping alleen tegenover de Overheid zou te vervullen hebben. Er zrjn behalve de Overheid nog tal van andere organisaties en kringen, die evenzeer regelingen en bepalingen maken, waarbij Christelijke beginselen betrokken zijn. Ook voor al die organisaties van wetenschap, kunst, handel, bedrijf, landbouw zou de Kerk dus deze zelfde roeping te vervullen hebben. Als pilaar en vastigheid der waarheid zou de Kerk in het midden van heel ons menschelijk leven moeten staan, om uit Gods Woord alle beginselen voor elk gebied des levens af te leiden en daarbij aan alle machten en autoriteiten te verkondigen, wat de eisch is van Gods Woord.

Onze Kerken hebben zich daarom wel ernstig rekenschap te geven van de vraag, of ze metterdaad dien weg op willen. Het baat niet om te zeggen, dat men de roeping der Kerk waarlijk niet zoo breed opvat, maar alleen over de doodstraf zich uitspreken wil, v/ant als de Kerken eenmaal een voet op dezen weg zetten, zal de logica van het beginsel haar wel voortdrijven tot het einde toe. En dat dit ook metterdaad de bedoeling is, bleek wei uit hetgeen een der warmste verdedigers van dit voorstel dezer dagen schreef, dat dit voorstel in zake de doodstraf daarom van zoo hoog. belang was, omdat daaruit blijken kon, of de Kerk haar sociale roeping begreep. Het voorstel in zake de doodstraf is dus volstrekt niet zoo onschuldig ds het er uitziet. Het moet dienst doen om onze Kerken op een geheel nieuwen weg te leiden. Wordt het door de Generale Synode aangenomen, dan zal daarmede principieel zijn uitgesproken, dat de Kerk ook op zuiver/ö/j^w^ terrein heeft op te treden, om daar de eischen van Gods Woord te handhaven. Mogen we daarom de vraag stellen, of dit naar Gereformeerde opvatting metterdaad de roeping der Kerk is ?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 26 juni 1910

De Heraut | 4 Pagina's

Politiek of Kerkelijk?

Bekijk de hele uitgave van zondag 26 juni 1910

De Heraut | 4 Pagina's