GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het pasverschenen Jaarboekje

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het pasverschenen Jaarboekje

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het pasverschenen Jaarboekje voor de Gereformeerde Kerken in Nederland geeft ia een Kort Overzicht enkele cgfers, die voor de kennis van ons kerkelijk leven wel vaïi belang zijn.

Het getal onzer kerken bedraagt thans 698. Het vermeerderde in 1910 met drie kerken, doordat te Huizum, Oude Leye en Gramsbergen de Kerk tot institueering kwam. Saamsmelting van twee kerken kwam daarentegen in het afgeloopen jaar op niet één plaats voor. In dat opzicht moge 1911 een beter eindresultaat bieden. Stilstand is ook hier achteruitgang.

Het aantal onzer predikanten is slechts 570, wat naar verhouding veel te klein is om deze 698 kerken te bedienen, vooral als men daarbij rekent, dat onze stadskerken meest meer dan één predikant noodig hebben. Er zijn 168 vacante kerken, zoodat met recht van predikantennood kan gesproken worden. Want wel zijn al deze vacante kerken nog niet !n staat een eigen Dienaar des Woords te beroepen, maareen veertigtal tracht toch reeds door beroeping in de vacature te voorzien, en de anderen zullen op den duur wel evenzeer een predikant noodig hebben. Dit groot aantal vacatures nu is daarom te bedenkelijker, omdat het aantal predikanten eer af-dan toeneemt.

In het afgeloopen jaar stierven 10 dienstdoende predikanten, werden 5 emeritus verklaard en werd i uit zijn dienst afgezet; te zaam maakt dit een verlies van 16 predikanten. Hiertegenover stond slechts een aanwinst van 13 candidaten, die praeparatoir examen deden, van welke dertien 3 zich nog niet be'roepbaar stelden, zoodat er feitelijk slechts 10 candidaten beschikbaar kwamen. Nu is het sterftecijfer onder de predikanten in 1910 iets hooger geweest dan in andere jaren; maar ook al moet hiermede rekening worden gehouden, ieder ziet toch, dat de toevoer van nieuwe candidaten blijkbaar te gering is om in de behoefte te voorzien, vooral wanneer men let op het groot aantal nog vacante gemeenten. Daarbij komt, dat het dalend getal der studenten in de Theologie zoowel te Kampen als te Amsterdam zeker geen grond geeft om te vermoeden, dat spoedig een keer ten goede komen zal. Het zal daarom wel noodig zgn, dat de a. s. Synode al haar aandacht aan dit ernstige vraagstuk wijdt. Het geldt hier een levensbelang onzer Kerken. Gebrek aan Dienaren des Woords zou voor onze Kerken de droefste gevolgen met zich brengen.

Wat het ledenaantal onzer Kerken betreft, nemen we hier de cijfers over, die Prof. Bouwman in Be Bazuin gaf, waarbij we tot vergelijking er naast plaatsen de cijfers van de volkstelling van 1890.

Of de Wef gegeven cijfers van 191®, die aan het Handboekje ontleend zijn, gelieel te vertrouwen z^n, kan eerst blijken, wanneer de officieele cijfers van de volkstelling van 1910 zijn gepubliceerd. Neemt men «chter aan, dat ze globaal genomen niet ver van de waarheid afwijken, dan blijkt hieruit, dat N.-HoUand ongeveer op hetzelfde punt staan bleef en de Kerken in Friesland gedurende deze twintig jaar zelfs zijn achteruitgegaan In ledental. De andere provinciën, vooral Zuid-Holland, leveren betere cijfers op, maar al bedraagt de totaalwinst over deze 20 jaar ongeveer 54.000 leden of 3700 leden per jaar, feitelijk is dit geen voldoende vooruitgang. Volgens de statistiek toch neemt de bevolking in Nederland gemiddeld per jaar toe met 1, 39 percent, en naar die verhouding zouden onze Kerken een jaarlijksche toename moeten hebben, alleen door surplus van geboorten boven de sterfgevallen, van ongeveer 5 500 leden per jaar, of over de twintig jaar gerekend een ronde som van 110 000 leden; waar dan nog niet eens bij gerekend zijn de o vergangen uit de Hervormde en andere Kerken. Zijn de boven gegeven cijfers juist, dan is er dus relatieve achteruitgang. Nu heeft ongetwijfeld het voortdurend afdruppelen van leden onzer Kerken naar de Christelijke Gereformeerde Kerk aan dit verlies in hoofdzaak schuld. De statistiek van 1910 zal wel uitwijzen, dat de 50000 leden, die aan onze zqde ontbreken, bij de Christelijke Gereformeerde Kerk te vinden zijn. Maar toch blqft het verschijnsel bedenkelijk. Vooral Friesland, waar onze Gereformeerde actie eens zoo krachtig en sterk was, stelt In deze eindc^fers ons te leur.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 22 januari 1911

De Heraut | 4 Pagina's

Het pasverschenen Jaarboekje

Bekijk de hele uitgave van zondag 22 januari 1911

De Heraut | 4 Pagina's