Buitenland.

Denemarken. Het vraagstuk van de vr ij making der kerk onopgelost. Christelijke arbeid in Kopenhagen.

Het is opmerkelijk, dat in Denemarken de geesten meer gedeeld zijn door het vraagstuk, hoe moet de kerk des Heeren ingericht zijn, hoe behoort zij geregeerd te worden, dan wel over de vraag: wat gelooft gij van den Christus? De tegenstelling tusschen modernen en orthodoxen bestaat in dit land niet, ofschoon het te verwachten is, dat zij weldra ontstaan zal. Onlangs is een Deensch dorpspredikant, die voor een ondogmatisch Curisteudom strijdt en het artikel der geloofsbelijdenis „geboren uit de maagd Maria" had aangevallen, door zijn bisschop ter verantwoording geroepen, en het is te denken dat mea zeer benieuwd is hoe deze zaak zal afloopen. Maar in dezen tijd zijn het nog kerkrechtelijke vragen die op den voorgrond staan. Sommigen dwepen met eene vrije kelk, anderea willen onder de vleugelen van den Siaat blijven. De mannen van de inwendige Zending trekken de grenslijn tusschen hetgeen al dan niet geoorloofd is, zeer scherp; de Grundtvigianen zijn meer voor een vroolijk Christendom en loopen gevaar het juk met dé ongeloovigen aan te trekken. £a toch honden die Grundtvigianen vait aan de geloofsbelij-

denis, en nemen met Grundtvig aan, dat zij door den Heiligen Geest ingegeven is. Van een revisie der belijdenis kan daarom van Grnndtvigiaaosch standpunt geen sprake zijn. Daarom wordt niet ten onrechte aan de Grundtvigianen verweten, dat zij star cocservatiefzijn. Wanneer men daarbij weet, dat in het Deensche volkskarakter een trek van blijmoedigheid en Trootijkfaeld niet te miskennen valt, waarvan het gevolg is dat zij, zonder er veel over na te denken, ook met datgene meedoen, waaraan andere belijders des Heeren, inzonderheid zij die in de school van Calvijn geweest zijn, om der conscientie wil zich niet zouden willen wagen.

De Grucdtvigiaansche richting is nationaal gezind en is tegenwoordig, wat de politiek be treft, aan het roer. Maar het is aiet te ontkennen, dat de mannen van de Inwendige Zending, die een piëtistische kleur hebben, meer doen om het ontkerstende volk weer voor Christus te winnen, en ook meer activiteit ontwikkelen om het Evangelie tot Jood, Mahomedaan en Heiden te brengen.

Daarentegen kan niet ontkend worden, dat op het gebied van het onderwijs de Grundtvigianen bewonderenswaardig hebben gearbeid. Er werden in Denemarken loo volkshoogescfao len gesticht die in Grundtvigiaanschen geest geleid worden, en door het beste deel der Deensche jeugd van het platteland bezocht worden j verleden jaar telden zij 8000 leerlingen. Dat zijn plaatsen, waar men het opkomend geslacht tracht te bezielen met het ideaal dat Grundtvig voor oogen stond, en waar men ook vaderlandsliefde zoekt in te boezemen. Daar wordt de blik der jongelieden verruimd. In verband met die Hoogescholen staan ook ambachts-en landbouwscholen, ofschoon met de Grundtvigiaansche denkbeelden vak-en examenstudie in het geheel niet strookt. Men wil de leerlingen alleen aanmoedigen om verder te studeeien en te onderzoeken, en hen nooit in den waan brengen dat zij klaar zijn. De Staat gaf aan steun voor deze instellingen verleden jaar een half millioen kronen nit. Daar de gedachte aan het stichten vin Hoogescholen uit het hoofd en het hart van Grundtvig voortgekomen zijn, zoo is een Caristelijk stempel op haar gezet. De t^enwoordige minister van eeredienst, Appel, is rector der grootste Hooge-Bchool, die te Askov, op de grenzen van Slees wijk, welke als een zetel van Deensche cultuur ook politieke beteekenis heeft,

(Slot volgt.)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen