GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Deelden we een vorig maal iets

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Deelden we een vorig maal iets

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, i6 Febr. I9I2.

Deelden we een vorig maal iets mede uit het referaat, dat Prof. Woltjer schreef over het Godsdienstonderwijs op de Gymnasia, waaruit bleek, welke stof moest behandeld worden, Prof. Woltjer voegt hier nog twee opmerkingen aan toe, waarvan de eerste raakt de vraag naar het innerlijke zieleleven van den leerling:

Ik heb getracht in het voorgaande de hoofd zaken kortelijk aan te geven, waar het op aan komt bij het godsdienstonderwijs. Op twee punten dien ik mij nog nader te verklaren.

Natnurlijk is het niet zonder opzet, dat ik herhaaldelijk ter sprake gebracht heb niet alleen wat een leerling van 12 tot 18 jaren met zijn verstand vatten, maar vooral ook wat hij door eigen ervaring kennen en erkennen kan. Zal het godsdienstonderwijs vrucht dragen, dan moet het bovenal tot het hart spreken en in het geweten weerklank, vinden: daartoe is een beroep op de ervaring noodig. Maar ervaring en ervaring zijn twee: er is eene algemeene ondervinding, die meer aan de oppervlakte blijft en daarom gemakkelijk besproken kan worden, maar er is ook eene innerlijke, diepere ondervinding, die men liefst als zijn individueel terrein beschouwt, waarop men een ander niet licht toegang geeft. Toch moet op die ervaring somtijds een beroep worden gedaan, zelfs met ernst en aandrang. Maar hier vooral past eerbiediging van natuurlijke schuchterheid, die juist bij ernst en oprechtheid gevonden wordt. De leeraar zij voorzichtig en verlange niet dat alles uitgesproken worde in het openbaar, wat in het diepst der ziel is en wordt ondervonden. Hier is een heilige tact onmisbaar, een liefdevol medevoelen van wat zich aan mededeeling onttrekt en toch in het bewustzijn van den leerlmg levendig moet getuigen. In het bijzonder geldt dit, wanneer de leeraar aan het natuurlijk verlangen zou willen voldoen, om te weten of zijn onderwijs meer dan oppervlakkige vrucht heeft gedragen. Men moet niet voorbarig ingrijpen in de wellicht nauwlijks merkbare ontwikkeling van het gezaaide zaad in het verborgen der jeugdige ziel. Wie het uit de donkerheid van de bedekkende aarde aan het licht zou willen brengen om de kleine kiemen te bespieden, loopt gevaar ze voor goed te dooden. Bereid den grond, zaai het zaad, beschut het tegen verstijvende koude en verschroeiende hitte, maar laat den wasdom over aan God en beid zijn tijd. Wanneer geen metho» distische ijver uw drijfveer is, maar heilige ernst en liefde, liefde tot God om zijn mede-arbeider te zijn en liefde tot de jeugd, om haar door geloof, hoop en liefde te leiden in den weg van vrede en zaligheid, moogt g\] vroeg of laat zegen verwachten op uwen arbeid.

En niet opmerking chismus: minder belangrijk is de tweede over onzen Heidelberger Catechismus:

Mijne tweede opmerking is deze. Het zal den aandachtigen lezer niet ontgaan zijn, dat ik bij de korte uiteenzetting van wat, naar mijne meeniog, de hoofdzaken zijn bij het onderwijs in de Christelijke religie aan het gymnasium, de orde heb gevolgd, die in den Heidelberger Catechismus gevonden wordt. Ik beweer geenszins, dat dit kostelijke boekje leidraad moet zijn bij het min of meer systematische onderwijs op onze gymnasia. Er zijn inderdaad uit paedagogisch-didaclisch oogpunt bezwaren en ook gegronde bezwaren tegen in te brengen. De didaciische vorm van vragen en antwoorden kan zeker zijn nut hebben, wanneer, overeenkomstig de bedoeling, de aandacht op bepaalde en kort en bondig aangeduide belangrijke punten in de leerstof gevestigd en de leerling persoonlijk daarbij bepaald wordt.

Die bedoeling wordt echter slechts zelden bereikt. Daarenboven is het, naar mijn inzien, een gebrek, dat het antwoord in den regel zóö gegeven wordt, dat het onafscheidelijk met de vraag verbonden is. Het wordt daardoor moeilijk het gegeven onderwijs in zijn geheel en naar de volgorde en het verband der deelen te overzien en zich voor den geest te brengen. Beter ware het, indien de antwoorden zóó werden gesteld, dat zij als één doorloopend geheel, natuurlijk met verdeeling in hoofd-en onderdeelen, konden worden gelezen en geleerd. De vragen konden dan, zij het misschien eenigszins gewijzigd, wel blijven, want het is inderdaad bij het leeren en het overhooren van het geleerde niet onverschillig, hoe de vragen gesteld werden, en eenparigheid is daarbij zeer gewenscht. Men zou daarom de vragen op den rand der bladzijden kunnen plaatsen, zoodat ze bij het geregeld doorlezen niet hinderen.

Noodzakelijk is de vorm in vragen en antwoorden voor eenen catechismus geenszins; Calvijn bijv. heeft er eenen opgesteld in doorloopenden vorm (I536).

Wanneer een dergelijke leidraad of handleiding werd ontworpen, kon ook meer aandacht worden gewijd aan eenige belangrijke onderwerpen, die in onzen tijd aan de orde zijn, in de i6e eeuw niet, en die men bij het godsdienstonderwijs aan Christelijke gymnasiën niet stilzwijgend kan voorbijgaan, bijv. het pantheïsme tegenover het theïsme, de evolutieleer tegenover de leer der schepping, de verhouding van de algemeene en de bijzondere openbaring.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 18 februari 1912

De Heraut | 4 Pagina's

Deelden we een vorig maal iets

Bekijk de hele uitgave van zondag 18 februari 1912

De Heraut | 4 Pagina's